Language of document :

Beroep ingesteld op 20 maart 2013 – Ben Ali / Raad

(Zaak T-166/13)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali (Saint-Étienne-du-Rouvray, Frankrijk) (vertegenwoordiger: A. de Saint Remy, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

bij wege van een maatregel tot organisatie van de procesgang krachtens artikel 64 van zijn Reglement voor de procesvoering de Commissie te gelasten dat zij „alle documenten betreffende de vaststelling” van de bestreden handeling overlegt;

besluit 2012/50/GBVB van 27 januari 2012 tot verlenging van de werking van besluit 2011/72/GBVB van 31 januari 2011 en van uitvoeringsbesluit 2011/79/GBVB van 4 februari 2011, waarbij ten nadele van Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali een reeks beperkende maatregelen in de vorm van de bevriezing van zijn tegoeden, activa en overige financiële middelen is vastgesteld, nietig te verklaren;

de Raad van de Europese Unie te veroordelen tot betaling aan verzoeker van een totaalbedrag van 50 000 EUR als vergoeding voor zijn schade, uit welke oorzaak ook;

de Raad van de Europese Unie te veroordelen tot betaling aan verzoeker van een bedrag van 10 500 EUR voor de kosten van zijn verdediging in het kader van het onderhavige verzoekschrift, bovenop de invorderbare bedragen aan kosten van verdediging overeenkomstig artikel 91 van het Reglement voor de procesvoering;

de Raad van de Europese Unie te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker zeven middelen aan die in wezen identiek zijn aan of vergelijkbaar zijn met die welke zijn aangevoerd in het kader van zaak T-301/11, Ben Ali/Raad1 .

____________

____________

1 PB 2011, C 226, blz. 29.