Language of document : ECLI:EU:T:2019:882


 


 



Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 19 december 2019 –
Wehrheim/ECB

(Zaak T100/18)

„Openbare dienst – Personeel van de ECB – Bezoldiging – Ontheemdingstoelage – Intrekking – Aansprakelijkheid – Materiële en immateriële schade – Dienstfout”

1.      Gerechtelijke procedure – Maatregelen tot organisatie van de procesgang – Schriftelijke vragen aan de partijen – Document dat in antwoord op schriftelijke vragen ter terechtzitting is overgelegd – Ontvankelijkheid

(zie punten 23, 24)

2.      Beroepen van ambtenaren – Beroep tot schadevergoeding – Verzoek tot nietigverklaring van het precontentieus besluit tot afwijzing van het verzoek tot schadevergoeding – Verzoek niet onafhankelijk van de schadevorderingen

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

(zie punten 25, 26)

3.      Beroepen van ambtenaren – Personeelsleden van de Europese Centrale Bank – Beroep tot schadevergoeding – Voorafgaande administratieve klacht – Overeenstemming tussen de klacht en het beroep – Gelijkheid van grond en voorwerp – Ruime uitlegging van de begrippen grond en voorwerp – Ontvankelijkheid

(Regels voor het personeel van de Europese Centrale Bank, art. 8.1 en 8.2)

(zie punten 2729, 3552)

4.      Beroepen van ambtenaren – Beroep tot schadevergoeding – Middelen – Onrechtmatigheid van een besluit van de administratie waartegen niet tijdig is opgekomen – Niet-ontvankelijkheid

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

(zie punten 5355)

5.      Beroepen van ambtenaren – Personeelsleden van de Europese Centrale Bank – Beroep tot schadevergoeding – Beroep tot schadevergoeding ingesteld zonder precontentieuze procedure – Niet-ontvankelijkheid

(Regels voor het personeel van de Europese Centrale Bank, art. 8.1)

(zie punten 5862, 64)

6.      Beroepen van ambtenaren – Personeelsleden van de Europese Centrale Bank – Beroep tot schadevergoeding – Voorafgaande administratieve klacht – Overeenstemming tussen de klacht en het beroep – Gelijkheid van grond en voorwerp – Wijziging van de rechtsgrondslag van een betwisting – Omstandigheid die niet volstaat voor de conclusie dat de grond nieuw is

(Regels voor het personeel van de Europese Centrale Bank, art. 8.1)

(zie punten 7582)

7.      Ambtenaren – Personeelsleden van de Europese Centrale Bank – Zorgplicht van de administratie – Beginsel van behoorlijk bestuur –Strekking

(Ambtenarenstatuut, art. 24)

(zie punt 86)

8.      Ambtenaren – Niet-contractuele aansprakelijkheid van de instellingen – Voorwaarden – Onrechtmatigheid – Begrip – Onjuiste informatie die de administratie vóór de aanstelling van een arbeidscontractant over zijn recht op de ontheemdingstoelage heeft verstrekt – Dienstfout – Schending van het beginsel van behoorlijk bestuur – Daaronder begrepen

(Art. 340, tweede alinea, VWEU)

(zie punten 89101)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 270 VWEU en artikel 50 bis van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie strekkende tot vergoeding van de materiële en immateriële schade die verzoekster zou hebben geleden als gevolg van de fout die de ECB heeft gemaakt bij de vaststelling van haar financiële rechten op het moment van haar aanstelling, waardoor een ontheemdingstoelage is toegekend die vervolgens weer is ingetrokken

Dictum

1)

De Europese Centrale Bank (ECB) wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag van 1 000 EUR aan Christine Wehrheim ter vergoeding van de immateriële schade, vermeerderd met rente vanaf de dag van uitspraak van dit arrest tegen de rentevoet die de ECB voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met 3,5 punt, en dit tot de dag van betaling door de ECB van het bedrag van 1 000 EUR.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

Christine Wehrheim en de ECB zullen hun eigen kosten dragen.