Beroep ingesteld op 7 oktober 2010 - Bank Saderat Iran / Raad
(Zaak T-494/10)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Bank Saderat Iran (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: S. Gadhia, S. Ashley, Solicitors, D. Anderson, QC,en R. Blakeley, Barrister)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
punt 5 van deel B van de bijlage bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2010 van de Raad
1 nietig verklaren, voor zover dit verzoekster betreft;
punt 7 van deel B van bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad
2 nietig verklaren, voor zover dit verzoekster betreft;
de Raad verwijzen in de kosten van de procedure.
Middelen en voornaamste argumenten
In de onderhavige zaak vordert verzoekster gedeeltelijke nietigverklaring van uitvoeringsverordening nr. 668/2010 en van besluit 2010/413/GBVB, voor zover verzoeksters naam is geplaatst op de lijst van natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig die bepaling worden bevroren.
De drie door verzoekster aangevoerde middelen zijn gelijk aan of komen overeen met het eerste, het tweede en het vijfde middel die zijn aangevoerd in het kader van zaak T-492/10, Melli Bank/Raad.
____________1 - Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2010 van de Raad van 26 juli 2010 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 195, blz. 25).2 - Besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39).