Language of document :

Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 29 november 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad Sofia-grad - Bulgarije) - Kremikovtzi AD / Ministar na ikonomikata, energetikata i turizma i zamestnik-ministar na ikonomikata, energetikata i turizma

(Zaak C-262/11)

[Toetreding van Republiek Bulgarije tot Europese Unie - Associatieovereenkomst EG-Bulgarije - IJzer- en staalsector - Staatssteun voor herstructurering verleend vóór toetreding - Voorwaarden - Levensvatbaarheid van steunontvangers aan einde van herstructureringsperiode - Insolventverklaring van steunontvanger na toetreding - Respectieve bevoegdheden van nationale autoriteiten en Europese Commissie - Nationaal besluit waarbij bestaan van publiekrechtelijke schuldvordering wordt vastgesteld ter zake van onrechtmatig geworden steun - Besluit EU-BG nr. 3/2006 - Bijlage V bij Toetredingsakte - Steun die van toepassing is na toetreding - Verordening (EG) nr. 659/1999 - Bestaande steun]

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Administrativen sad Sofia-grad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Kremikovtzi AD

Verwerende partij: Ministar na ikonomikata, energetikata i turizma i zamestnik-ministar na ikonomikata, energetikata i turizma

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Administrativen sad Sofia-grad - Uitlegging van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds (PB L 358, blz. 1), en van bijlage V, lid 1, van de Akte betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB 2005, L 157, blz. 203), alsook van artikel 9, lid 4, van Protocol nr. 2 betreffende producten die vallen onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), van artikel 3 van het aanvullend protocol bij de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds (PB L 317, blz. 25), en van artikel 14 van verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 83, blz. 1) - Staatssteun voor herstructurering die vóór de toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie is verleend aan staalondernemingen in het kader van een herstructureringsprogramma - Besluit waarbij het bestaan van een publiekrechtelijke schuldvordering wordt vastgesteld ter zake van de staatssteun die na de faillietverklaring van de steunontvanger onrechtmatig is geworden - Respectieve bevoegdheden van de nationale autoriteiten en de Europese Commissie om te beslissen over de onverenigbaarheid van staatssteun met de gemeenschappelijke markt en om de terugbetaling ervan te vorderen als onrechtmatige steun

Dictum

Een procedure tot terugvordering van staatssteun die vóór de toetreding van de Republiek Bulgarije tot de Europese Unie aan Kremikovtzi AD is verleend op basis van steunmaatregelen die na deze toetreding niet "van toepassing" waren in de zin van bijlage V bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, moet, indien niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 9, lid 4, van protocol nr. 2 bij de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, namens de Gemeenschap gesloten en goedgekeurd bij besluit 94/908/EG, EGKS, Euratom van de Raad en van de Commissie van 19 december 1994, gegrond zijn op artikel 3 van het aanvullend protocol bij deze Europa-Overeenkomst, zoals gewijzigd bij besluit nr. 3/2006 van de Associatieraad EU-Bulgarije van 29 december 2006. In dit verband kunnen de bevoegde nationale autoriteiten van de Republiek Bulgarije volgens de derde alinea van dat artikel een beschikking geven tot terugvordering van staatssteun die niet voldoet aan deze voorwaarden. Een beschikking van de Europese Commissie op grond van artikel 3, tweede alinea, van dat aanvullend protocol is geen voorafgaande voorwaarde voor de terugvordering door deze autoriteiten van zulke steun.

____________

1 - PB C 232 van 6.8.2011.