Language of document :

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 20 juni 2013 [verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Upper Tribunal (Tax and Chancery Chamber) - Verenigd Koninkrijk] – Her Mayesty’s Commissioners of Revenue and Customs / Paul Newey, handelend onder de handelsnaam Ocean Finance

(Zaak C-653/11)1

(Prejudiciële verwijzing – Zesde btw-richtlijn – Artikelen 2, punt 1, en 6, lid 1 – Begrip „dienst”– Reclame- en kredietbemiddelingsdiensten – Vrijstellingen – Economische en commerciële realiteit van handelingen – Misbruik – Handelingen die enkel zijn bedoeld om belastingvoordeel te verkrijgen)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Upper Tribunal (Tax and Chancery Chamber)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Her Mayesty’s Commissioners of Revenue and Customs

Verwerende partij: Paul Newey, handelend onder de handelsnaam Ocean Finance

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Upper Tribunal – Uitlegging van de artikelen 9, lid 2, sub e, en 13, B, sub d, van richtlijn 77/388/EEG: Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) – Vrijstelling voor kredietbemiddelingsdiensten – Op het Verenigd Koninkrijk gerichte kredietbemiddelingsactiviteit van een op Jersey gevestigde vennootschap die gebruik maakt van de diensten van een in het Verenigd Koninkrijk wonende persoon – Toerekening van de activiteit aan de op Jersey gevestigde vennootschap of aan de in het Verenigd Koninkrijk wonende persoon

Dictum

De contractuele bepalingen vormen weliswaar een in aanmerking te nemen factor, maar zijn niet doorslaggevend bij de vaststelling wie de verrichter en de ontvanger zijn van een „dienst” in de zin van de artikelen 2, punt 1, en 6, lid 1, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 1999/59/EG van de Raad van 17 juni 1999. Aan de contractuele bepalingen kan met name worden voorbijgegaan wanneer blijkt dat zij niet de economische en commerciële realiteit weergeven, maar een zuiver kunstmatige constructie vormen die geen verband met de economische realiteit houdt en alleen bedoeld is om een belastingvoordeel te verkrijgen, hetgeen de nationale rechter moet beoordelen.

____________

1 PB C 65 van 3.3.2012.