Beroep ingesteld op 4 december 2023 – UF/Parlement

(Zaak T-1137/23)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: UF (vertegenwoordiger: M. Velardo, advocaat)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

Verzoeker verzoekt het Gerecht om:

nietigverklaring van besluit D300769 van 30 januari 2023, dat op dezelfde dag is meegedeeld en ten uitvoer is gelegd bij besluit D301641 van 17 februari 2023 van het directoraat-generaal van het Parlement, waarbij de arbeidsverhouding eenzijdig is beëindigd met ingang van 30 april 2023, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden;

nietigverklaring van het besluit tot afwijzing van de klacht, dat impliciet voortvloeit uit het stilzwijgen van meer dan vier maanden na de indiening van de klacht overeenkomstig artikel 90, lid 2 van het Statuut;

nietigverklaring van besluit D103501 van de secretaris-generaal van het tot het aangaan van overeenkomsten bevoegd gezag (TAOBG) van 28 augustus 2023 waarbij de klacht die is ingediend op 25 april 2023 krachtens artikel 90, lid 2, van het Statuut is afgewezen;

betaling van een schadevergoeding van in totaal 81 737,54 EUR, die voortvloeit uit het verschil tussen het bedrag van het maandsalaris van 5 918,27 EUR en het bedrag van het pensioen van 1 642.21 EUR voor de periode tussen 30 april 2023 tot en met 29 februari 2024 en uit het verlies aan pensioenrechten wegens de vroegtijdige beëindiging van de arbeidsverhouding, alsmede immateriële schade, ex aequo et bono begroot op 10 000 EUR.

verwijzing van het Parlement in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

Niet-nakoming van de motiveringsplicht en de daarmee gepaard gaande schending van het recht van verdediging.

Onjuiste rechtsopvatting, schending van de beschermingsnorm tegen onrechtmatig ontslag.

Kennelijke beoordelingsfout, niet-nakoming van de bewijslast bij het aantonen van het bestaan van reputatieschade.

Misbruik van bevoegdheid.

____________