Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 2 april 2024 – NR/Ministero della Difesa, Comando Generale dell’Arma dei Carabinieri, Comando Generale Carabinieri - Centro Nazionale Amministrativo - Chieti, Centro Amministrativo d’Intendenza Interforze del Contingente delle Forze Armate Italiane in Afghanistan, Centro Nazionale Amministrativo dell'Arma dei Carabinieri

(Zaak C-238/24, Tartisai1 )

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: NR

Verwerende partijen: Ministero della Difesa, Comando Generale dell’Arma dei Carabinieri, Comando Generale Carabinieri - Centro Nazionale Amministrativo - Chieti, Centro Amministrativo d’Intendenza Interforze del Contingente delle Forze Armate Italiane in Afghanistan, Centro Nazionale Amministrativo dell’Arma dei Carabinieri

Prejudiciële vragen

Hoe moet artikel 7, [lid] 3, van besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 20101 precies worden uitgelegd, dat wil zeggen, is met die bepaling bedoeld te voorzien in cumulatie van door de lidstaat uitgekeerde en door EUPOL toegekende vergoedingen?

Indien die bepaling aldus moet worden uitgelegd dat de genoemde vergoedingen cumuleerbaar zijn: staat artikel 7, [lid] 3, van besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 2010 in de weg aan een nationale regeling als voortvloeit uit artikel 3, lid 1, van wet nr. 108/2009, voor zover daarin is bepaald dat „aan het personeel dat deelneemt aan de in deze wet bedoelde internationale missies voor de gehele duur van de periode, in aanvulling op de bezoldiging, het loon of andere vaste en doorlopende vergoedingen, na aftrek van inhoudingen, de in regio decreto (koninklijk besluit) nr. 941 van 3 juni 1926 bedoelde missievergoeding wordt toegekend, [...] waarvan eventuele vergoedingen en bijdragen die internationale organisaties de betrokkenen op dezelfde grond hebben betaald, worden afgetrokken”, en uit artikel 1 van regio decreto nr. 941 van 3 giugno 1926, artikel 1, lid 1, onder b), en artikel 3 van wet nr. 642 van 8 juli 1961, en artikel 4, lid 1, onder a), van wet nr. 838 van 27 december 1973, zoals uitgelegd in de [in de verwijzingsbeslissing] uiteengezette rechtspraak, volgens welke cumulatie van de vergoedingen is uitgesloten?

____________

1     Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.

1     Besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 2010 over de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN) (PB 2010, L 123, blz. 4).