Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Derde kamer) van 13 december 2006 - de Brito Sequiera Carvalho / Commissie
(Ambtenaren - Ziekteverlof - Ziekteverlof ambtshalve)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: José António de Brito Sequiera Carvalho (Brussel, België) (vertegenwoordigers: K. H. Hagenaar, vervolgens O. Martins en M. Boury, advocaten)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: J. Currall, vervolgens D. Martin, gemachtigden, bijgestaan door C. Falmagne, advocaat)
Voorwerp
Enerzijds, verklaring van non-existentie van het besluit van de Commissie om verzoeker ambtshalve met ziekteverlof te zenden en een bevel tot stopzetting van het geweld waarvan hij slachtoffer zou zijn en, anderzijds, vordering tot schadevergoeding
Dictum
Het besluit van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 juli 2004 waarbij de Brito Sequeira Carvalho de toegang tot de gebouwen van de Commissie wordt verboden, wordt nietig verklaard.
Het besluit van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 september 2004 om het ziekteverlof ambtshalve van de Brito Sequeira Carvalho met zes maanden te verlengen en de daarop volgende besluiten tot verlenging, worden nietig verklaard.
De overige vorderingen van het verzoekschrift worden afgewezen.
De Commissie van de Europese Gemeenschappen zal haar eigen kosten dragen alsmede twee derde van verzoekers kosten.
____________1 - PB C 155 van 25.6.2005 (zaak aanvankelijk ingeschreven bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen onder nummer T-145/05 en bij beschikking van 15.12.2005 overgedragen aan het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie).