Language of document :

Beroep ingesteld op 24 februari 2017 – Institute for Direct Democracy in Europe/Parlement

(Zaak T-118/17)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Institute for Direct Democracy in Europe (Brussel, België) (vertegenwoordigers: E. Plasschaert en E. Montens, advocaten)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

nietig verklaren van het besluit van het Europees Parlement van 15 december 2016, voor zover daarbij i) de betaling van de subsidie voor 2017, met inbegrip van de betaling van de voorfinanciering, wordt opgeschort, ii) het bedrag aan voorfinanciering van de subsidie voor 2017 wordt beperkt tot 33 % van het maximale subsidiebedrag en iii) de betaling van het bedrag aan voorfinanciering afhankelijk wordt gemaakt van het indienen van een afroepgarantie en bijgevolg artikel I.4.1 van subsidieverleningsbesluit FINS-2017-28, dat is bijgevoegd bij dit besluit, en

verwerende partij verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij zes middelen aan.

a) Het besluit tot opschorting van de subsidie voor 2017, met inbegrip van het bedrag aan voorfinanciering, voor IDDE

1.     Eerste middel: het besluit schendt het beginsel van behoorlijk bestuur en is in strijd met de rechten van de verdediging van IDDE. In het bijzonder was het besluit niet genomen door een eerlijke en onpartijdige instantie en was IDDE niet behoorlijk gehoord, noch was IDDE een afdoende mogelijkheid geboden om te reageren op de beschuldigingen aan zijn adres en deze aan te vechten.

2.     Tweede middel: het besluit schendt artikel 208, lid 1, eerste volzin van de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement, artikel 8, onder a), van het besluit van het Bureau van het Europees Parlement en artikel II.13.2 van het subsidieverleningsbesluit. In het bijzonder kan de betaling van de subsidie voor 2017 niet worden opgeschort op grond van niet-geverifieerde beschuldigingen die geen verband houden met het genoemde besluit en kennelijk alleen relevant zijn voor het subsidieverleningsbesluit van 2015. Bovendien kan de betaling van de subsidie voor 2017 alleen worden opgeschort omwille van controles die in deze zaak reeds zijn uitgevoerd en afgesloten zonder dat enige van de gestelde verdenkingen en aantijgingen definitief zijn bevestigd. De opschorting moet dientengevolge worden beëindigd. Ten slotte volstaan de gestelde verdenkingen en aannames niet voor enige opschorting van de betaling.

3.     Derde middel: het besluit schendt het evenredigheidsbeginsel. In het bijzonder is de strekking van de genomen maatregel, namelijk het opschorten van de betaling van de subsidie voor 2017, met inbegrip van de voorfinanciering ervan, volstrekt niet in verhouding tot de gestelde verdenkingen en onregelmatigheden, zelfs als deze zouden worden bevestigd.

b) Het besluit om de voorfinanciering te beperken tot 33 % van het maximale subsidiebedrag en om de betaling van de voorfinanciering afhankelijk te maken van het indienen van een afroepgarantie van de bank

1.     Eerste middel: het besluit schendt het beginsel van behoorlijk bestuur en schendt de rechten van de verdediging van IDDE.

2.     Tweede middel: het besluit schendt het motiveringsvereiste, de rechten van de verdediging en artikel 6 van het besluit van het Bureau van het Europees Parlement, artikel 134 van het Financieel Reglement en artikel 206 van de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement.

3.     Derde middel: het besluit schendt het beginsel van gelijke behandeling en het evenredigheidsbeginsel. IDDE is nadeliger behandeld dan andere stichtingen en partijen die zich in een objectief gelijke situatie bevinden.

____________