Language of document : ECLI:EU:T:2015:939





Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 4 december 2015 –
Rarafraz/Raad

(Zaak T‑273/13)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran – Bevriezing van tegoeden – Beperkingen van binnenkomst op of doorreis via het grondgebied van de Unie – Rechtsgrondslag – Motiveringsplicht – Recht om te worden gehoord – Beoordelingsfout – Ne bis in idem – Vrijheid van meningsuiting – Mediavrijheid – Vrijheid van beroepsuitoefening – Vrij verkeer – Eigendomsrecht”

1.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Vaststelling van het voorwerp van het geschil – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Vergelijkbare vereisten voor de ter ondersteuning van een middel aangevoerde argumenten [Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (1991), art. 44, lid 1, c) en d)] (cf. punten 45, 46, 118, 167)

2.                     Gerechtelijke procedure – Besluit of verordening waarbij de bestreden handeling in de loop van het geding wordt vervangen – Nieuw gegeven – Verruiming van de aanvankelijke conclusies en middelen (Art. 263 VWEU; besluiten 2013/124/GBVB en 2015/555/GBVB van de Raad; verordening nr. 2015/548 van de Raad) (cf. punten 54, 58)

3.                     Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van de Unierechter – Conclusies strekkende tot een bevel aan een instelling – Niet-ontvankelijkheid (Art. 263 VWEU) (cf. punten 61, 62)

4.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Minimumvereisten (Art. 296 VWEU; besluiten 2013/124/GBVB, 2014/205/GBVB en 2015/555/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 206/2013, nr. 371/2014 en nr. 2015/548 van de Raad ) (cf. punten 69‑74)

5.                     Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Ontbrekende of ontoereikende motivering – Ander middel dan het middel betreffende de materiële wettigheid (Art. 263 VWEU en 296 VWEU) (cf. punten 75, 76)

6.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Maatregelen ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht (Art. 275, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, en 47; besluit 2013/124/GBVB van de Raad; verordening nr. 206/2013 van de Raad) (cf. punten 89‑92, 125‑128, 145)

7.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van verdediging – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Recht om te worden gehoord voordat dergelijke maatregelen worden getroffen – Geen (Art. 275, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, en 47; besluit 2013/124/GBVB van de Raad; verordening nr. 206/2013 van de Raad) (cf. punt 94)

8.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Rechtsgrondslag – Beperkende maatregelen opgelegd bij een besluit op grond van artikel 29 VEU en bij een verordening op grond van artikel 215 VWEU (Art. 21, lid 2, 23 en 29 VEU; art. 205 VWEU en 215, lid 2, VWEU; besluiten 2011/235/GBVB, 2013/124/GBVB, 2014/205/GBVB en 2015/555/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 359/2011, nr. 206/2013, nr. 371/2014 en nr. 2015/548 van de Raad) (cf. punten 100‑108, 116)

9.                     Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Middel dat voor het eerst in repliek wordt aangevoerd – Niet-ontvankelijkheid [Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, c), en 48, lid 2] (cf. punt 119)

10.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Opneming van de directeur van een vennootschap op de lijst van personen en entiteiten wier tegoeden en economische middelen bevroren worden – Opneming op basis van een eerder besluit van een onafhankelijke nationale regulerings- en mededingingsautoriteit voor de communicatiesector, waarbij aan de vennootschap een geldboete is opgelegd – Niet dezelfde inbreukmaker – Niet hetzelfde rechtsbelang – Schending van het beginsel ne bis in idem – Geen (Handvest van de grondrechten, art. 50; besluiten 2013/124/GBVB, 2014/205/GBVB en 2015/555/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 206/2013, nr. 371/2014 en nr. 2015/548 van de Raad) (cf. punten 158‑163)

11.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Beperking van het recht van vrije meningsuiting en van vrije beroepsuitoefening – Schending van het eigendomsrecht – Schending van het evenredigheidsbeginsel – Geen (Handvest van de grondrechten, art. 11, 17, lid 1, en 52, lid 1; besluiten 2011/235/GBVB, 2013/124/GBVB, 2014/205/GBVB en 2015/555/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 359/2011, nr. 206/2013, nr. 371/2014 en nr. 2015/548 van de Raad) (cf. punten 177‑192, 198‑202)

12.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Verbod van toegang en doorgang alsmede bevriezing van de tegoeden van bepaalde personen en entiteiten die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Beperking van het vrije verkeer in de Unie – Schending van het evenredigheidsbeginsel – Geen (Art. 29 VEU; art. 21, lid 1, VWEU; besluiten 2013/124/GBVB, 2014/205/GBVB en 2015/555/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 206/2013, nr. 371/2014 en nr. 2015/548 van de Raad ) (cf. punten 194‑196)

Voorwerp

Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2013/124/GBVB van de Raad van 11 maart 2013 tot wijziging van besluit 2011/235/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran (PB L 68, blz. 57), uitvoeringsverordening (EU) nr. 206/2013 van de Raad van 11 maart 2013 tot uitvoering van artikel 12, lid 1, van verordening (EU) nr. 359/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran (PB L 68, blz. 9), besluit 2014/205/GBVB van de Raad van 10 april 2014 houdende wijziging van besluit 2011/235/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran (PB L 109, blz. 25), uitvoeringsverordening (EU) nr. 371/2014 van de Raad van 10 april 2014 tot uitvoering van artikel 12, lid 1, van verordening (EU) nr. 359/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran (PB L 109, blz. 9), besluit (GBVB) 2015/555 van de Raad van 7 april 2015 houdende wijziging van besluit 2011/235/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Iran (PB L 92, blz. 91), en uitvoeringsverordening (EU) 2015/548 van de Raad van 7 april 2015 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 359/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran (PB L 92, blz. 1), voor zover die handelingen verzoeker betreffen

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Mohammad Sarafraz zal zijn eigen kosten dragen alsmede die van de Raad van de Europese Unie.

3)

Stiftung Organisation Justice for Iran zal haar eigen kosten dragen.