Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 22 oktober 2003 ingesteld door Regione Siciliana tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-363/03)

    Procestaal: Italiaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 22 oktober 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Regione Siciliana, vertegenwoordigd door A. Cingolo, avvocato dello Stato.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

( beschikking nr. C(2003) 2890 def. van de Commissie van 13 augustus 2003 alsmede debetnota nr. 3240504102 van 26 september 2003 van de Commissie voor de terugvordering van een bedrag van 7 704 723,00 euro nietig te verklaren;

( de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Regione Siciliana heeft bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen beroep ingesteld tegen beschikking nr. C(2003) 2890 def. van de Commissie van 13 augustus 2003 betreffende de intrekking van de bijstand van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) voor een investering in infrastructuur, het zogenoemde Grande Progetto Porto Empedocle, die onder het communautaire bestek voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap in Italië in de onder doelstelling 1 vallende regio's is verleend aan Regione Siciliana voor de periode 89/93. Voorts heeft zij beroep ingesteld tegen de debetnota van de Commissie van 26 september 2003 voor de terugvordering van een bedrag van 7 704 723,00 euro.

Voor deze infrastructuur is medefinanciering van de Europese Unie verleend door het EFRO op basis van beschikking nr. C(90) 2363 025 van de Commissie van 14 december 1990.

Tot staving van haar beroep voert Regione Siciliana de volgende middelen aan:

A) Schending van de artikelen 54, lid 1, en 52, lid 1, van verordening (EG) nr. 1260/1999(1) van de Raad van 21 juni 1999 en onjuiste toepassing van artikel 24 van verordening (EEG) nr. 4253/1988(2) van 19 december 1988, voorzover het besluit tot intrekking van de bijstand is gebaseerd op een bepaling die per 1 januari 2000 is ingetrokken.

B) Schending van artikel 24 van verordening (EEG) nr. 4253/88 alsmede misbruik van bevoegdheid wegens gebrekkige en onsamenhangende motivering, voorzover in voornoemd artikel 24 niet uitdrukkelijk is voorzien in de mogelijkheid om de bijstand volledig in te trekken.

C) Schending van artikel 24 van verordening (EEG) nr. 4253/88 en misbruik van bevoegdheid wegens gebrekkige motivering en niet-inaanmerkingneming van doorslaggevende feiten en gegevens, voorzover uit de bestreden beschikking niet blijkt om welke redenen de Commissie heeft gekozen voor intrekking en niet voor vermindering van de desbetreffende bijstand, alhoewel de door de begunstigde verstrekte informatie getuigt van het blijvende nut van de reeds verrichte werkzaamheden en de nakende beëindiging van het volledige Grande Progetto Porto Empedocle.

D) Schending van artikel 24, lid 1, van verordening (EEG) nr. 4253/88 en misbruik van bevoegdheid wegens gebrekkige motivering en gebrekkige instructie, aangezien de Commissie niet heeft gepreciseerd om welke redenen zij de opmerkingen van Regione Siciliana ontoereikend heeft geacht.

E) Schending van artikel 24, lid 3, van verordening (EEG) nr. 4253/88, omdat de debetnota van de Commissie geen betrekking heeft op bedragen die het voorwerp zijn van een terugvordering wegens onverschuldigde betaling, zoals juist wordt vereist in het genoemde artikel 24, lid 3.

____________

1 - ) Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161, blz. 1).

2 - ) Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374, blz. 1).