Language of document :

Beroep ingesteld op 20 september 2011 - Ruse Industry/Commissie

(Zaak T-489/11)

Procestaal: Bulgaars

Partijen

Verzoekende partij: Ruse Industry AD (Ruse, Bulgarije) (vertegenwoordigers: A. Angelov en S. Panov, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Voorwerp

Beroep tot nietigverklaring van de artikelen 2, 3, 4 en 5 van de beschikking van de Commissie van 13 juli 2011 betreffende de door Bulgarije aan Ruse Industry toegekende staatssteun C 12/2010 en N 389/2009

Conclusies

de artikelen 2, 3, 4 en 5 van de beschikking van de Commissie van 13 juli 2011 betreffende de door Bulgarije aan Ruse Industry toegekende staatssteun C 12/2010 en N 389/2009 nietig verklaren;

verweerster verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel: schending van artikel 107, lid 1, VWEU, voor zover krachtens deze bepaling hetgeen de Commissie aanmerkt als een verzuim van de staat om de stappen te nemen om de hem verschuldigde bedragen terug te krijgen, noch nieuwe staatssteun in de zin van artikel 1, sub c, van verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag1, noch een wijziging van bestaande staatsteun vormt. Voorts voert verzoekster aan dat er geen sprake is van een verhoging van het totale risico voor de staat; doch ook indien daarvan wel sprake zou zijn, kan dit er evenmin een grondslag voor vormen om de omstandigheden in kwestie als nieuwe staatssteun te kwalificeren.

Tweede middel: schending van artikel 263, tweede alinea, derde geval, VWEU, voor zover de Commissie, zonder enig bewijs aan te voeren en zonder opgaaf van redenen, ten onrechte heeft aangenomen dat de omstandigheid dat de verschuldigde bedragen niet door de Staat zijn teruggevorderd, een oneerlijk concurrentievoordeel voor de onderneming vormt en derhalve onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

Derde middel: kennelijke procedurefout, omdat in de beschikking van de Commissie de motivering die tot de formulering van de bereikte conclusies leidt, ontbreekt.

Vierde middel: schending van artikel 14 van verordening (EG) nr. 659/1999, omdat in de bestreden beschikking noch de hoogte van het van verzoekster terug te vorderen bedrag noch de overeenkomstige rente tegen een door de Commissie bepaalde passende rentevoet is vermeld.

____________

1 - PB L 93, blz. 1.