Language of document : ECLI:EU:T:2012:608

BESCHIKKING VAN HET GERECHT (Kamer voor hogere voorzieningen)

20 november 2012

Zaak T‑491/11 P

Luigi Marcuccio

tegen

Europese Commissie

„Hogere voorziening – Openbare dienst – Ambtenaren – Duur van procedure voor erkenning van blijvende gedeeltelijke invaliditeit – Door rekwirant beweerdelijk geleden schade – Vergoeding van kosten die vermeden hadden kunnen worden – Beroep in eerste aanleg kennelijk rechtens ongegrond verklaard – Artikel 94, sub a, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken”

Betreft:      Hogere voorziening tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Derde kamer) van 30 juni 2011, Marcuccio/Commissie (F‑14/10), en strekkende tot vernietiging van die beschikking.

Beslissing:      De hogere voorziening wordt afgewezen. Marcuccio draagt zijn eigen kosten en wordt verwezen in de kosten die de Europese Commissie in het kader van deze procedure heeft gemaakt.

Samenvatting

1.      Ambtenaren – Bezwarend besluit – Motiveringsplicht – Omvang – Ontoereikende motivering – Regularisatie in stadium van antwoord op klacht

(Ambtenarenstatuut, art. 25)

2.      Recht van de Unie – Beginselen – Rechten van verdediging – Beginsel van hoor en wederhoor – Eerbiediging in procedure in rechte – Omvang

3.      Hogere voorziening – Middelen – Middel gericht tegen beslissing van het Gerecht voor ambtenarenzaken over de kosten – Niet-ontvankelijkheid in geval van afwijzing van alle andere middelen

(Statuut van het Hof van Justitie, bijlage I, art. 11, lid 2)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 24)

Referentie:

Gerecht 18 september 2003, Lebedef e.a./Commissie, T‑221/02, JurAmbt. blz. I‑A‑211 en II‑1037, punt 62

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 32)

Referentie:

Hof 17 december 2009, Heroverweging M/EMEA, C‑197/09 RX-II, Jurispr. blz. I‑12033, punten 39‑42

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 40)

Referentie:

Gerecht 18 oktober 2010, Marcuccio/Commissie, T‑515/09 P, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 59