Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 28 maart 2002 ingesteld door Klausner Nordic Timber GmbH & Co. KG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-91/02)

    Procestaal: Duits

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 28 maart 2002 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Klausner Nordic Timber GmbH & Co. KG, gevestigd te Wismar (Duitsland), vertegenwoordigd door D. O. Reich, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(de beschikking van de Commissie van 15 januari 2002 betreffende de steun van Duitsland aan Klausner Nordic Timber GmbH & Co. KG nietig te verklaren;

(verweerster in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten:

Verzoekster is beherend vennoot van Klausner Nordic Timber GmbH, die is opgericht in 1997 en in die in 1998 in Wismar een zagerij heeft gebouwd. Bij de bestreden beschikking verklaarde de Commissie de steun die de Bondsrepubliek Duitsland aan verzoekster heeft verleend voor de bouw en de uitbreiding van de zagerij onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

Verzoekster stelt allereerst, dat de borg voor 15,21 miljoen euro, met een steunelement van 0,5 %, als de minimis-steun moet worden beschouwd, zodat een terugvorderingsbeschikking van de Commissie uitgesloten is. De Commissie heeft dan ook artikel 87 EG verkeerd toegepast door geen rekening te houden met verordening (EG) nr. 69/20011 en de mededeling over de minimis-steun.

Verder stelt verzoekster, dat de Commissie de artikelen 87 en 88 EG en het Duitse Investitionszulagengesetz verkeerd heeft toegepast. Het Investitionszulagengesetz van 1999, dat voorziet in fiscale investeringssteun voor de verwerving en productie van kapitaalgoederen en gebouwen door bedrijven in de nieuwe deelstaten, is door de Commissie in zijn geheel goedgekeurd. Aan de voorwaarden van die wet is voldaan, zodat de investeringssteun aan verzoekster rechtmatig is. De beschikking van de Commissie, volgens welke de investeringssteun aan verzoekster slechts ten belope van 10 % mag worden verleend, is derhalve onwettig.

Verder stelt verzoekster, dat de beschikking indruist tegen het verbod van venire contra factum proprium en tegen het gemeenschapsrechtelijke beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen. De Commissie heeft bovendien ten onrechte geen rekening gehouden met de de facto-steunintensiteit en heeft verordening (EG) nr. 659/19992 en artikel 253 EG geschonden. Ten slotte heeft zij de artikelen 87, 88 en 253 EG geschonden door haar formalistische en onjuiste beoordeling van Klausner Nordic Timber als een grote onderneming.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 69/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de minimis-steun (PB L 10, blz. 30).

2 - Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel [88] van het EG-Verdrag (PB L 83, blz. 1).