Language of document : ECLI:EU:T:2016:200

Voorlopige editie





Beschikking van de president van het Gerecht van 7 april 2016 –
ADR Center/Commissie

(Zaak T‑364/15 R)

„Kort geding – Arbitragebeding – Overeenkomsten die zijn gesloten ter verwezenlijking van door de Unie gesubsidieerde projecten in het kader van het programma ,Civiel recht’ – Uitvoerbaar besluit van de Commissie om over te gaan tot terugvordering van de uitbetaalde bedragen – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Geen spoedeisendheid”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Beoordelingsbevoegdheid van de rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU, 279 VWEU en 299, vierde alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 156, lid 3, en 161, lid 1) (cf. punten 17‑19)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Verplichting om concrete en nauwkeurige aanwijzingen te verstrekken, gestaafd door gedetailleerde documenten – Situatie waarin het voortbestaan van de verzoekende vennootschap in gevaar komt – Beoordeling met inachtneming van de situatie van de groep waartoe zij behoort (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 156, lid 3) (cf. punten 26‑30, 32, 34‑36, 38, 39)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de gedwongen tenuitvoerlegging van besluit C (2015) 3117 final van de Commissie van 4 mei 2015 inzake de terugvordering van 432 637,97 EUR, vermeerderd met rente, verschuldigd door ADR Center Srl volgens debetnota’s nrs. 3241408192 en 3241409206 betreffende, respectievelijk, 155 507,97 EUR en 277 130 EUR

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beschikking van 22 januari 2016 wordt ingetrokken voor zover zij betrekking heeft op zaak T‑364/15 R.

3)

De beslissing over de kosten wordt aangehouden.