Language of document : ECLI:EU:T:2016:729





Arrest van het Gerecht (Kamer voor hogere voorzieningen) van 14 december 2016 – Todorova Androva/Raad e.a.

(Zaak T366/15 P)

„Hogere voorziening – Openbare dienst – Ambtenaren – Bevordering – Bevorderingsronde 2011 – Niet-plaatsing op de lijst van voor bevordering in aanmerking komende ambtenaren – Verwerping van het beroep in eerste aanleg – Artikel 45 van het Statuut – Clausule 4 van de raamovereenkomst EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd – Gelijke behandeling – Motiveringsplicht – Bewijslast – Onderzoeksplicht van de rechter in eerste aanleg – Exceptie van onwettigheid – Regel van overeenstemming tussen de klacht en het bij de Unierechter ingestelde beroep”

1.      Handelingen van de instellingen – Richtlijnen – Richtlijn 1999/70 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd –Rechtstreeks opleggen van verplichtingen aan de instellingen van de Unie in de betrekkingen met hun personeel – Uitgesloten – Inroepbaarheid –Omvang

(Art. 288, derde alinea, VWEU; richtlijn 1999/70 van de Raad)

(zie punten 33, 34)

2.      Handelingen van de instellingen – Richtlijnen – Richtlijn 1999/70 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd – Verbod van discriminatie van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd – Mogelijkheid om dit aan de instellingen van de Unie tegen te werpen in het kader van de betrekkingen met hun personeel

(Art. 288, derde alinea, VWEU; richtlijn 1999/70 van de Raad, bijlage, clausule 4)

(zie punten 3538)

3.      Handelingen van de instellingen – Richtlijnen – Uitvoering door de lidstaten – Noodzaak de doeltreffendheid van de richtlijnen te verzekeren – Verplichtingen van de nationale rechterlijke instanties – Verplichting tot conforme uitlegging – Omvang – Uitlegging contra legem van het nationale recht – Uitgesloten

(Art. 288, derde alinea, VWEU)

(zie punten 4345)

4.      Ambtenaren – Bevordering – Vereiste minimum diensttijd in de rang – Berekening – Inaanmerkingneming van tijdvakken van arbeid die als tijdelijk functionaris zijn vervuld – Daarvan uitgesloten

(Ambtenarenstatuut, art. 34 en 45; Regeling andere personeelsleden, art. 15 en 16)

(zie punten 48, 49)

5.      Ambtenaren – Bevordering – Vereiste minimum diensttijd in de rang – Berekening – Uitsluiting van tijdvakken van arbeid die als tijdelijk functionaris zijn vervuld – Schending van richtlijn 1999/70 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd – Geen schending

(Ambtenarenstatuut, art. 45; richtlijn 1999/70 van de Raad, bijlage, clausule 4)

(zie punten 58, 59, 71)

6.      Beroepen van ambtenaren – Voorafgaande administratieve klacht – Overeenstemming tussen de klacht en het beroep – Gelijkheid van grond en voorwerp van de klacht – Middelen en argumenten niet vermeld in, doch nauw aansluitende bij de klacht – Ontvankelijkheid

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91)

(zie punten 78, 79)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 29 april 2015, Todorova Androva/Raad (F‑78/12, EU:F:2015:37), en strekkende tot vernietiging van dat arrest

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

Viara Todorova Androva draagt haar eigen kosten alsmede die van de Raad van de Europese Unie en van de Europese Commissie.

3)

Het Europees Parlement zal zijn eigen kosten dragen.