Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 28 september 2016 –
Lacamanda Group/EUIPO – Woolley (HENLEY)
(Zaak T‑362/15)
„Uniemerk – Nietigheidsprocedure – Uniewoordmerk HENLEY – Oudere woordmerken HENLEYS in het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie – Artikel 8, lid 5, van verordening (EG) nr. 207/2009 – Ongerechtvaardigd voordeel uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van het oudere merk”
1. Uniemerk – Definitie en verkrijging van het Uniemerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van de bescherming van het oudere bekende merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarden – Bekendheid van het merk in de lidstaat of in de Unie – Begrip – Beoordelingscriteria (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 5) (cf. punten 19‑22)
2. Uniemerk – Beroepsprocedure – Beroep bij de Unierechter – Bevoegdheid van het Gerecht – Toetsing van de rechtmatigheid van de beslissingen van de kamers van beroep (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 65, lid 2) (cf. punt 25)
Voorwerp
| Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het EUIPO van 24 april 2015 (zaak R 2255/2012‑4) inzake een nietigheidsprocedure tussen The Lacamanda Group en Nigel Woolley |
Dictum
1) | | De beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 24 april 2015 (zaak R 2255/2012‑4) wordt vernietigd. |
2) | | Het EUIPO wordt verwezen in zijn eigen kosten en in die van The Lacamanda Group Ltd. |
3) | | Nigel Woolley zal zijn eigen kosten dragen. |