Language of document : ECLI:EU:T:2014:680

ARREST VAN HET GERECHT (Zesde kamer)

16 juli 2014 (*)

„Overheidsopdrachten voor diensten – Aanbestedingsprocedure – Vertaaldiensten in het Pools – Besluit tot wijziging van besluit om verzoekster als eerste te plaatsen op lijst van geselecteerde inschrijvers – Gunning van voornaamste raamovereenkomst aan andere inschrijver – Verzoek tot hernieuwde beoordeling – Termijn – Opschorting van procedure – Transparantie – Gelijke behandeling”

In zaak T‑48/12,

Euroscript – Polska Sp. z o.o., gevestigd te Krakau (Polen), vertegenwoordigd door J.‑F. Steichen, advocaat,

verzoekster,

tegen

Europees Parlement, vertegenwoordigd door L. Darie en P. Biström als gemachtigden,

verweerder,

betreffende een verzoek tot nietigverklaring van het besluit van het Parlement van 9 december 2011 tot wijziging van het besluit van 18 oktober 2011 om verzoekster als eerste te plaatsen op de lijst van geselecteerde inschrijvers en de hoofdopdracht in het kader van de aanbestedingsprocedure PL/2011/EU inzake het verrichten van vertaaldiensten naar het Pools (PB 2011/S 56‑090361) aan haar te gunnen, en subsidiair, een verzoek tot nietigverklaring van de oproep tot inschrijving,

wijst

HET GERECHT (Zesde kamer),

samengesteld als volgt: S. Frimodt Nielsen, president, F. Dehousse en A. M. Collins (rapporteur), rechters,

griffier: C. Kristensen, administrateur,

gezien de stukken en na de terechtzitting op 30 januari 2014,

het navolgende

Arrest

 Toepasselijke bepalingen

1        Voor de plaatsing van opdrachten voor diensten afkomstig van het Europees Parlement gelden de bepalingen van titel V van deel 1 van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248, blz. 1; hierna: „Financieel Reglement”) en de bepalingen van titel V van deel 1 van verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement (PB L 357, blz. 1; hierna: „uitvoeringsvoorschriften”), in de ten tijde van de feiten toepasselijke versie.

 Financieel Reglement

2        Artikel 100, lid 2, van het Financieel Reglement bepaalt het volgende:

„De aanbestedende dienst deelt aan elke afgewezen gegadigde of inschrijver de redenen mede waarom zijn inschrijving of offerte niet in aanmerking werd genomen, en stelt elke inschrijver die een geldige offerte heeft ingediend op zijn schriftelijk verzoek in kennis van de kenmerken en relatieve voordelen van de gekozen offerte en van de naam van degene aan wie de opdracht werd gegund.

De mededeling van bepaalde gegevens kan echter achterwege worden gelaten wanneer zulks aan de toepassing van de wetten in de weg zou staan, in strijd zou zijn met het openbaar belang, afbreuk zou doen aan gewettigde commerciële belangen van openbare of particuliere ondernemingen of een eerlijke concurrentie tussen hen onmogelijk zou maken.”

3        Artikel 103 van het Financieel Reglement luidt:

„Indien blijkt dat de plaatsingsprocedure gepaard is gegaan met wezenlijke fouten, onregelmatigheden of fraude, schorten de instellingen de procedure op en kunnen zij alle maatregelen nemen die nodig zijn, waaronder beëindiging van de procedure.

Indien na de gunning van de opdracht blijkt dat de plaatsingsprocedure of de uitvoering van de opdracht gepaard zijn gegaan met wezenlijke fouten, onregelmatigheden of fraude, kunnen de instellingen, afhankelijk van het stadium van de procedure, van de opdracht afzien, of de uitvoering van de opdracht opschorten of de opdracht beëindigen.

[...]”

 Uitvoeringsvoorschriften

4        Artikel 149 van de uitvoeringsvoorschriften bepaalt:

„1. De aanbestedende diensten stellen de gegadigden en inschrijvers zo spoedig mogelijk in kennis van de besluiten die zijn genomen inzake de gunning van de opdracht of raamovereenkomst of inzake de toelating tot een dynamisch aankoopsysteem, met inbegrip van de redenen waarom zij hebben besloten van de gunning van een opdracht of raamovereenkomst of de instelling van een dynamisch aankoopsysteem waarvoor een oproep tot mededinging was gedaan, af te zien of de procedure te herbeginnen.

2. De aanbestedende dienst deelt de in artikel 100, lid 2, van het Financieel Reglement bedoelde gegevens mede binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na ontvangst van een schriftelijk verzoek.

3. In het geval van opdrachten die door de communautaire instellingen voor eigen rekening worden geplaatst, met een waarde die gelijk is aan of hoger dan de in artikel 158 vastgestelde drempelwaarden en die niet van het toepassingsgebied van richtlijn 2004/18/EG zijn uitgesloten, stellen de aanbestedende diensten tegelijkertijd elke afgewezen inschrijver of gegadigde afzonderlijk bij brief, faxbericht of e-mail in kennis van het feit dat hun inschrijving of aanvraag niet is aanvaard, in elk van de volgende fasen:

a)      kort nadat de besluiten op grond van de uitsluitings‑ en selectiecriteria zijn genomen en voordat het gunningsbesluit wordt genomen, in het geval van in twee afzonderlijke fasen georganiseerde aanbestedingsprocedures,

b)      met betrekking tot de gunningsbesluiten en de besluiten tot afwijzing van inschrijvingen, zo spoedig mogelijk na de vaststelling van het gunningsbesluit, doch uiterlijk in de week die daarop volgt.

De aanbestedende diensten vermelden in elk geval de redenen voor de afwijzing van de inschrijving of de aanvraag, alsmede de rechtsmiddelen die de betrokkene ter beschikking staan.

De aanbestedende diensten stellen degene aan wie de opdracht wordt gegund tegelijkertijd met de kennisgeving aan de afgewezen gegadigden of inschrijvers in kennis van het gunningsbesluit, en zij vermelden daarbij dat deze kennisgeving geen verbintenis van de betrokken aanbestedende dienst inhoudt.

De afgewezen inschrijvers of gegadigden kunnen aanvullende inlichtingen over de redenen voor de afwijzing krijgen indien zij daarom schriftelijk, per brief, fax of e-mail verzoeken, en iedere inschrijver die een aan de eisen beantwoordende inschrijving heeft ingediend, kan aanvullende inlichtingen krijgen over de kenmerken en de voordelen van de geselecteerde inschrijving, alsmede de naam van degene aan wie de opdracht wordt gegund, onverminderd het bepaalde in artikel 100, lid 2, tweede alinea, van het Financieel Reglement. De aanbestedende diensten antwoorden binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst van het verzoek.”

5        Artikel 153 van de uitvoeringsvoorschriften luidt:

„1. De in artikel 103 van het Financieel Reglement bedoelde opschorting van een opdracht heeft tot doel het bestaan van belangrijke fouten en onregelmatigheden of vermoede fraudes te verifiëren. Indien dit niet wordt bevestigd, wordt de uitvoering van de opdracht na de verificatie hervat.

2. Onder een belangrijke fout of onregelmatigheid wordt verstaan elke schending van een contractueel beding of een voorschrift door een handelen of nalaten dat tot gevolg heeft of zou kunnen hebben de communautaire begroting te schaden.”

6        Artikel 158 bis, lid 1, van de uitvoeringsvoorschriften bepaalt het volgende:

„De aanbestedende dienst ondertekent het contract of het kadercontract, dat onder richtlijn 2004/18/EG valt, met de succesvolle inschrijver pas wanneer 14 kalenderdagen zijn verstreken.

Deze termijn begint te lopen vanaf een van de volgende data:

a)      de dag volgende op de datum van de gelijktijdige kennisgeving van de gunningsbesluiten en afwijzingsbesluiten;

b)      indien het contract of het kadercontract is gegund uit hoofde van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging van een opdracht, de datum na de publicatie van het in artikel 118 bedoelde gunningsbericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Indien nodig, kan de aanbestedende dienst de ondertekening van het contract voor aanvullend onderzoek opschorten, indien dit gerechtvaardigd is op grond van verzoeken of opmerkingen die afgewezen of benadeelde inschrijvers of gegadigden hebben geformuleerd, of op grond van andere relevante informatie die is ontvangen. De verzoeken, opmerkingen of informatie moeten zijn ontvangen gedurende de in de eerste alinea vastgestelde termijn. In geval van opschorting worden alle gegadigden of inschrijvers binnen drie werkdagen na het besluit tot opschorting in kennis gesteld.

Behalve in de in lid 2 genoemde gevallen, zijn contracten die voor het verstrijken van de in de eerste alinea vastgestelde termijn zijn ondertekend, nietig.”

 Oproep tot inschrijving

7        De oproep tot inschrijving PL/2011/EU (hierna: „oproep tot inschrijving”) had tot voorwerp de verlening van vertaaldiensten uit het Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans in het Pools aan het Europees Parlement, de Rekenkamer van de Europese Unie, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van de Europese Unie. Hij bestond uit een uitnodiging tot inschrijving en een bestek.

8        In punt 23 van het bestek, waarin wordt verwezen naar de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement, worden de uitsluitingscriteria voor de onderhavige opdracht gegeven.

9        Volgens punt 24 van het bestek beschikt de inschrijver aan wie het contract wordt gegund over een termijn van tien werkdagen vanaf de kennisgeving van de voorlopige gunning van het contract om het bewijs te leveren dat de in punt 23 van het bestek genoemde situaties niet op hem van toepassing zijn.

10      Punt 26.3 van het bestek, met het opschrift „Gunning van het contract” luidt als volgt:

„De contracten worden gegund aan de inschrijvers met de economisch gunstigste offerte, beoordeeld aan de hand van het gunningscriterium prijs-kwaliteitverhouding.

[...]

Er wordt een lijst opgesteld met ten hoogste vijf geselecteerde inschrijvers en de hoofdopdracht wordt gegund aan de inschrijver die de economisch gunstigste offerte heeft ingediend.”

11      Punt 27 van het bestek, met het opschrift „Mededeling van de resultaten”, bepaalt:

„De aanbestedende dienst stelt elke afgewezen inschrijver tegelijkertijd en afzonderlijk per brief met bevestiging van ontvangst en per e-mail of fax ervan in kennis dat zijn inschrijving niet is geselecteerd. De aanbestedende dienst vermeldt in elk geval de redenen voor de afwijzing van de inschrijving, alsmede de rechtsmiddelen die de betrokkene ter beschikking staan.

Tegelijkertijd met de kennisgeving aan de afgewezen inschrijvers stelt de aanbestedende dienst degene aan wie de opdracht wordt gegund in kennis van het gunningsbesluit, en daarbij vermeldt hij dat deze kennisgeving geen verbintenis van de aanbestedende dienst inhoudt. Het contract kan pas veertien kalenderdagen na de dag volgende op de datum van gelijktijdige kennisgeving van de afwijzingsbesluiten en het gunningsbesluit worden ondertekend. Het gunningsbesluit is hoe dan ook pas onherroepelijk nadat de geselecteerde inschrijver de vereiste bewijsstukken met betrekking tot de in punt 23 van het onderhavige bestek genoemde uitsluitingscriteria heeft overgelegd en deze door de aanbestedende dienst zijn aanvaard. Een dergelijke aanvaarding wordt steeds schriftelijk medegedeeld en biedt de geselecteerde inschrijver de mogelijkheid het contract te ondertekenen als de termijn van veertien kalenderdagen is verstreken.

Contracten die voor het verstrijken van de periode van veertien kalenderdagen zijn ondertekend, zijn nietig.

Elke afgewezen inschrijver kan aanvullende inlichtingen over de redenen voor de afwijzing van zijn inschrijving krijgen indien hij daarom schriftelijk, per brief, fax of e-mail verzoekt. Enkel inschrijvers die een aan de eisen beantwoordende inschrijving hebben ingediend, kunnen op de hoogte worden gesteld van de kenmerken en relatieve voordelen van de geselecteerde inschrijving, alsmede van de naam van degene aan wie de opdracht is gegund. Inschrijvingen van inschrijvers die niet zijn uitgesloten en die aan de selectiecriteria voldoen, worden als ontvankelijk aangemerkt. De mededeling van bepaalde gegevens kan echter achterwege worden gelaten wanneer zulks aan de toepassing van de wetten in de weg zou staan, in strijd zou zijn met het openbaar belang, afbreuk zou doen aan gewettigde commerciële belangen van openbare of particuliere ondernemingen of een eerlijke concurrentie tussen hen onmogelijk zou maken.”

12      Punt 28 van het bestek, met het opschrift „Opschorting van de procedure”, bepaalt als volgt:

„Indien nodig kan de aanbestedende dienst na de mededeling van de resultaten en vóór de ondertekening van het contract, deze ondertekening voor aanvullend onderzoek opschorten, indien dit gerechtvaardigd is op grond van verzoeken of opmerkingen die afgewezen of benadeelde inschrijvers hebben geformuleerd, of op grond van andere relevante informatie betreffende de procedure die is ontvangen. De betrokken verzoeken, opmerkingen of informatie moeten zijn ontvangen tijdens de periode van veertien kalenderdagen na de dag volgende op de datum van gelijktijdige kennisgeving van de afwijzingsbesluiten en het gunningsbesluit of, in voorkomend geval, de aankondiging van de plaatsing van een opdracht. In geval van opschorting worden alle inschrijvers binnen drie werkdagen na het besluit tot opschorting in kennis gesteld. Na het aanvullende onderzoek naar aanleiding van de opschorting van de procedure kunnen de aanbestedende diensten hun gunningsbesluit bevestigen, wijzigen of, in voorkomend geval, de procedure beëindigen. Elk nieuw besluit wordt onderbouwd en schriftelijk ter kennis gebracht van alle deelnemende inschrijvers.”

 Voorgeschiedenis van het geding

13      Op 22 maart 2011 heeft het Parlement de oproep tot inschrijving bekendgemaakt.

14      Verzoekster, Euroscript – Polska Sp. z o.o., een vennootschap naar Pools recht die actief is in de vertaalsector, heeft binnen de gestelde termijn een inschrijving ingediend.

15      Bij brief van 18 oktober 2011 (hierna: „oorspronkelijk besluit”) heeft het Parlement verzoekster meegedeeld dat haar inschrijving was geselecteerd en dat zij als eerste was geplaatst op de lijst van geselecteerde inschrijvers. Overeenkomstig de artikelen 23 en 24 van het bestek is verzoekster uitgenodigd binnen een termijn van tien werkdagen na de ontvangst van het oorspronkelijke besluit bewijzen over te leggen met betrekking tot de in artikel 93 van het Financieel Reglement neergelegde uitsluitingscriteria. Dit besluit bevatte de volgende toelichting:

„Wij [...] behouden ons het recht voor de ondertekening van het contract voor aanvullend onderzoek op te schorten, indien dit gerechtvaardigd is op grond van verzoeken of opmerkingen die afgewezen inschrijvers hebben geformuleerd, of op grond van andere relevante informatie die is ontvangen. In dat geval wordt u op de hoogte gesteld.

Deze kennisgeving van de gunning van een opdracht houdt geen verbintenis onzerzijds in. Tot aan de ondertekening van het contract kan de aanbestedende dienst zich terugtrekken of de aanbestedingsprocedure beëindigen zonder dat een recht op vergoeding ontstaat.”

16      Dezelfde dag heeft het Parlement Agencja MAart, een vennootschap naar Pools recht die naar aanleiding van de betrokken oproep tot inschrijving eveneens een inschrijving had ingediend, er schriftelijk van in kennis gesteld dat haar inschrijving was geselecteerd en dat zij als tweede was geplaatst op de lijst van de als beste gerangschikte inschrijvers. In dit schrijven is zij in dezelfde bewoordingen als in het oorspronkelijke besluit verzocht bewijzen over te leggen met betrekking tot de uitsluitingscriteria.

17      Bij schrijven van 24 november 2011 heeft Agencja MAart het Parlement verzocht om nadere gegevens over de beoordeling van haar inschrijving, waarna zij bij schrijven van 30 november 2011 heeft verzocht om opschorting van de procedure en hernieuwde beoordeling van de geselecteerde inschrijvingen op basis van de gegevens en de omissies in verband met haar inschrijving die in de bijlage bij haar schrijven nader waren uiteengezet.

18      Het evaluatiecomité is op 6 december 2011 bijeengekomen om de inschrijving van Agencja MAart opnieuw te beoordelen. Naar aanleiding daarvan zijn haar 3,58 aanvullende kwaliteitspunten toegekend.

19      Na deze bijeenkomst heeft het Parlement op 8 december 2011 een nieuw besluit met de lijst van geselecteerde inschrijvers voor de gunning van het contract vastgesteld. Agencja MAart was als eerste geplaatst en verzoekster als tweede.

20      Bij schrijven van 9 december 2011 heeft het Parlement verzoekster meegedeeld dat haar inschrijving, na de toekenning van 3,58 aanvullende kwaliteitspunten aan Agencja MAart, op de tweede plaats op de lijst van als beste gerangschikte inschrijvers stond (hierna: „bestreden besluit”).

21      Bij schrijven van 12 december 2011 heeft verzoekster het Parlement verzocht haar uit hoofde van het Financieel Reglement in kennis te stellen van de kenmerken en relatieve voordelen van de inschrijving van de als eerste geplaatste inschrijver. Verzoekster heeft het Parlement tevens verzocht haar de datum mee te delen waarop Agencja MAart bezwaar had gemaakt tegen het besluit waarbij zij als eerste was geplaatst onder de als beste gerangschikte inschrijvers, de redenen waarom aan Agencja MAart 3,58 aanvullende kwaliteitspunten waren toegekend en de reden waarom zij niet in kennis was gesteld van de opschorting van de ondertekening van het contract.

22      Het Parlement heeft verzoekster geantwoord bij schrijven van 20 december 2011, waarin het uiteenzette dat het evaluatiecomité 94,9 punten aan Agencja MAart had toegekend nadat zij 3 aanvullende kwaliteitspunten had gekregen voor de inaanmerkingneming van de opmerkingen van de aanbestedende dienst en 0,58 punten voor haar dekking van twee aanvullende talen, namelijk Tsjechisch en Bulgaars. Aan de brief heeft het de beoordeling van de inschrijving van verzoekster door het evaluatiecomité gehecht met de nadere gegevens over de 75,45 punten die haar waren toegekend en met de opmerkingen van het comité.

23      Bij schrijven aan het Parlement van 22 december 2011 heeft verzoekster het Parlement verzocht om de relatieve kenmerken van de inschrijving en de naam van de inschrijver die als beste was geplaatst en heeft zij de verzoeken in haar schrijven van 12 december 2011 herhaald om haar de datum mee te delen waarop Agencja MAart bezwaar had gemaakt tegen het besluit waarbij zij als eerste was geplaatst onder de als beste gerangschikte inschrijvers en de reden waarom zij niet in kennis was gesteld van de opschorting van de ondertekening van het contract voor vertaaldiensten.

24      In zijn antwoord aan verzoekster van 12 januari 2012 is het Parlement nader ingegaan op de aard en de chronologie van de feiten die hebben geleid tot de wijziging van de rangschikking van de geselecteerde inschrijvers en heeft het toegelicht dat de procedure niet was opgeschort.

25      Bij schrijven van 12 januari 2012 heeft verzoekster het Parlement nogmaals verzocht haar in kennis te stellen van de kenmerken en relatieve voordelen van de inschrijving van de als beste geplaatste inschrijver. Daarnaast heeft zij aangevoerd dat het verzoek van Agencja MAart om haar inschrijving opnieuw te beoordelen, te laat was ingediend en derhalve niet-ontvankelijk was, zodat het evaluatiecomité niet bevoegd was het besluit van 6 december 2011 vast te stellen.

26      In zijn antwoord van 18 januari 2012 heeft het Parlement verzoekster meegedeeld dat zijn oorspronkelijke besluit geen besluit tot gunning van het contract was; dat gunningsbesluit was namelijk op 9 december 2011 vastgesteld. Dat was derhalve de datum waarop de termijn van veertien kalenderdagen was beginnen te lopen. In dat schrijven heeft het Parlement verzoekster de door Agencja MAart voorgestelde prijs voor een standaardpagina meegedeeld en de beoordeling van de inschrijving van deze laatste door het evaluatiecomité daaraan gehecht. Het Parlement heeft haar tevens meegedeeld dat het contract op 3 januari 2012 van kracht was geworden.

27      Bij schrijven van 18 januari 2012 aan het directoraat-generaal Vertaling en Publicatie van het Parlement heeft verzoekster aangevoerd dat zich onregelmatigheden hebben voorgedaan tijdens de procedure voor het plaatsen van de opdracht voor vertaaldiensten in het Pools en heeft zij de directeur-generaal verzocht het bestreden besluit in te trekken en haar de hoofdopdracht te gunnen.

 Procesverloop en conclusies van partijen

28      Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van het Gerecht op 6 februari 2012, heeft verzoekster het onderhavige beroep ingesteld.

29      Bij de wijziging van de samenstelling van de kamers is de zaak aan de Zesde kamer toegewezen.

30      Op rapport van de rechter-rapporteur heeft het Gerecht (Zesde kamer) besloten tot de mondelinge behandeling over te gaan.

31      Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

–        het bestreden besluit nietig te verklaren;

–        subsidiair, de oproep tot inschrijving nietig te verklaren;

–        het Parlement te verwijzen in de kosten.

32      Het Parlement concludeert dat het het Gerecht behage:

–        het beroep ongegrond te verklaren;

–        verzoekster te verwijzen in de kosten.

33      Partijen zijn ter terechtzitting van 30 januari 2014 gehoord in hun pleidooien en hun antwoorden op de mondelinge vragen van het Gerecht.

34      Ter terechtzitting is het Parlement verzocht binnen drie weken de brief aan Agencja MAart over te leggen. Het Parlement heeft op 4 februari 2014 aan dit verzoek voldaan.

35      Verzoekster heeft op 14 februari 2014 haar opmerkingen over dit document ingediend.

36      De mondelinge behandeling is op 24 februari 2014 gesloten.

 In rechte

37      Ter onderbouwing van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan: ten eerste, misbruik van bevoegdheid en, ten tweede, schending van de voorschriften en beginselen van de Europese Unie. Het tweede middel moet als eerste worden onderzocht.

 Argumenten van partijen

38      In het kader van haar tweede middel stelt verzoekster dat Agencja MAart te laat contact heeft opgenomen met het Parlement en om hernieuwde beoordeling van haar inschrijving heeft verzocht, aangezien zij volgens het bestek beschikte over een termijn van veertien dagen vanaf de kennisgeving van het oorspronkelijke besluit om de aanbestedende dienst te verzoeken om mededeling van de kenmerken en relatieve voordelen van de inschrijving van degene aan wie de opdracht was gegund. Aangezien het oorspronkelijke besluit onherroepelijk was geworden, meent zij dat het Parlement enkel kon weigeren het contract te ondertekenen op voorwaarde dat de procedure werd opgeschort, het de aanbestedingsprocedure beëindigde of van de opdracht afzag.

39      Volgens verzoekster geven zowel punt 27 als punt 28 van het bestek een termijn van veertien dagen, zodat deze niet enkel van toepassing is in geval van een verzoek om opschorting door een afgewezen inschrijver. Uit artikel 158 bis van de uitvoeringsvoorschriften komt integendeel naar voren dat deze termijn in alle gevallen van toepassing is, ongeacht of besloten is de ondertekening van het contract op te schorten, behalve in de in lid 2 van deze bepaling bedoelde gevallen. Deze termijn strekt ertoe de gunningsprocedure te beëindigen om te voorkomen dat zij eindeloos voortduurt. Dientengevolge stelt verzoekster dat het Parlement het verzoek om hernieuwde beoordeling van Agencja MAart, dat meer dan een maand na het oorspronkelijke besluit was ingediend, niet kon inwilligen.

40      Verzoekster benadrukt dat zij haar documenten met betrekking tot de uitsluitingscriteria vóór het verstrijken van de termijn van veertien dagen aan het Parlement had doen toekomen, zodat het Parlement bij gebreke van een verzoek om opschorting van de ondertekening van het contract niet meer op zijn oorspronkelijke besluit kon terugkomen.

41      Het Parlement merkt op dat Agencja MAart tijdens de beoordelingsperiode van de uitsluitingscriteria om hernieuwde beoordeling van haar inschrijving heeft verzocht. Voor de indiening van een dergelijk verzoek staat geen vervaltermijn, zodat zij tot aan de ondertekening van het contract mogelijk is, zoals in casu. Het Parlement merkt tevens op dat binnen de daarvoor gestelde termijn van veertien dagen geen verzoek is ingediend tot opschorting van de ondertekening van het contract, waartoe de aanbestedende dienst overigens niet gehouden is.

42      Volgens het Parlement verwart verzoekster de termijn van vijftien dagen in artikel 149, lid 3, vierde alinea, van de uitvoeringsvoorschriften, die betrekking heeft op de termijn waarbinnen de aanbestedende dienst de kenmerken en relatieve voordelen van de geselecteerde inschrijving moet meedelen aan de inschrijver die een aan de eisen beantwoordende inschrijving heeft ingediend en daarom verzoekt, met de termijn van veertien dagen in artikel 158 bis, lid 1, derde alinea, van de uitvoeringsvoorschriften, die betrekking heeft op de opschorting van de ondertekening van het contract voor aanvullend onderzoek. Het Parlement betoogt dat het het recht niet onjuist heeft toegepast door te beslissen dat het niet noodzakelijk was de ondertekening van het contract op te schorten. Zelfs als de in artikel 158 bis, lid 1, derde alinea, van de uitvoeringsvoorschriften neergelegde termijn een vervaltermijn was, heeft Agencja MAart volgens het Parlement haar opmerkingen medegedeeld vóór de vaststelling van het definitieve gunningsbesluit, dat het bestreden besluit vormt.

43      Het Parlement meent dat het de ingediende inschrijvingen objectief, volgens de procedure voor de oproep tot inschrijving, heeft onderzocht. Daarnaast merkt het op dat verzoekster na kennisgeving van het bestreden besluit geen verzoek tot opschorting van de ondertekening van het contract heeft ingediend.

 Beoordeling door het Gerecht

44      Uit het bestek blijkt dat in de procedure voor het plaatsen van een opdracht drie opeenvolgende fasen moeten worden onderscheiden: een eerste fase waarin de in punt 25 omschreven selectiecriteria worden toegepast, een tweede fase waarin de inschrijvingen worden beoordeeld aan de hand van de in punt 26 omschreven gunningscriteria en een derde fase waarin de in punt 24 omschreven uitsluitingscriteria worden toegepast.

45      Overeenkomstig punt 26.3 van het bestek stelt het evaluatiecomité een lijst op met ten hoogste vijf geselecteerde inschrijvers en kent het de hoofdopdracht toe aan de inschrijver die de economisch gunstigste offerte heeft ingediend.

46      Uit het dossier blijkt dat het oorspronkelijke besluit is vastgesteld aan de hand van de gunningscriteria die in punt 26 van het bestek zijn omschreven. Voorts heeft het Parlement de betrokken inschrijvers op 18 oktober 2011 ervan in kennis gesteld dat hun inschrijving was geselecteerd en aangegeven wat hun plaats in de rangschikking was. In de brieven van die datum aan verzoekster en aan Agencja MAart werd aangekondigd dat het Parlement „alle inschrijvers in kennis had gesteld van het resultaat van de selectiefase en de gunningsfase van de oproep tot inschrijving [...] en de geselecteerde inschrijvers had verzocht de noodzakelijke documenten voor de uitsluitingsfase te verstrekken”. Het had tevens gepreciseerd dat „deze kennisgeving van de gunning van de opdracht [...] geen verbintenis [van de zijde van het Parlement] in[hield]”.

47      Hoewel het oorspronkelijke besluit in punt 24 van het bestek is omschreven als een „kennisgeving van de voorlopige gunning van het contract”, werd daarmee de in punt 44 hierboven bedoelde tweede fase beëindigd en de betrokken inschrijvers de mogelijkheid geboden te bewijzen dat zij aan de uitsluitingscriteria voldeden. Derhalve was het oorspronkelijke besluit een gunningsbesluit in de zin van artikel 149, lid 3, derde alinea, van de uitvoeringsvoorschriften, waarvan de strekking in de tweede alinea van punt 27 van het bestek is weergegeven, en van artikel 158 bis, lid 1, van de uitvoeringsvoorschriften inzake de wachttijd voor de ondertekening van het contract. In lid 1, sub a, van dat artikel is bepaald dat de aanbestedende dienst het contract pas kan ondertekenen na een periode van veertien kalenderdagen, die begint te lopen op de dag volgende op de datum van gelijktijdige kennisgeving van het gunningsbesluit en de afwijzingsbesluiten. Deze termijn wordt tevens herhaald in punt 27 van het bestek.

48      Daarnaast moet eraan worden herinnerd dat verzoeken of opmerkingen die afgewezen of benadeelde inschrijvers of gegadigden hebben geformuleerd, krachtens artikel 158 bis, lid 1, derde alinea, van de uitvoeringsvoorschriften, dat in punt 28 van het bestek is overgenomen, door de aanbestedende dienst moeten zijn ontvangen binnen die termijn van veertien kalenderdagen na de dag volgende op de datum van gelijktijdige kennisgeving van het gunningsbesluit en de afwijzingsbesluiten en dat de aanbestedende dienst in voorkomend geval de ondertekening van het contract voor aanvullend onderzoek kan opschorten, indien dit gerechtvaardigd is op grond van deze verzoeken of opmerkingen die afgewezen of benadeelde inschrijvers of gegadigden hebben geformuleerd of op grond van andere relevante informatie die is ontvangen.

49      Daar verzoekster en Agencja MAart op 18 oktober 2011 van het gunningsbesluit in kennis zijn gesteld, is de termijn van veertien dagen beginnen te lopen op 19 oktober 2011 en verstreken op 2 november 2011.

50      Agencja MAart heeft op 24 november 2011 een brief aan het Parlement doen toekomen om nadere gegevens over de beoordeling van haar inschrijving te verkrijgen.

51      Artikel 149, lid 2, van de uitvoeringsvoorschriften bevat geen termijn voor een dergelijk verzoek. Het verzoek strekt er overigens niet toe de kenmerken en relatieve voordelen van de als beste geplaatste inschrijving alsmede de naam van degene aan wie de opdracht is gegund te verkrijgen, zodat artikel 149, lid 3, laatste alinea, van de uitvoeringsvoorschriften in casu niet van toepassing is.

52      Op grond van de gegevens die zij heeft verkregen, heeft Agencja MAart het Parlement bij schrijven van 30 november 2011 verzocht om opschorting van de procedure en hernieuwde beoordeling van de geselecteerde inschrijvingen op basis van de gegevens en de omissies waarop zij met betrekking tot haar inschrijving had gewezen.

53      Een dergelijk verzoek valt binnen de werkingssfeer van de bepalingen van artikel 158 bis, lid 1, derde alinea, van de uitvoeringsvoorschriften en moest derhalve binnen de daarin gestelde termijn van veertien dagen ontvangen zijn.

54      Deze uitlegging wordt gestaafd door het feit dat noch het Financieel Reglement, noch de uitvoeringsvoorschriften, noch het bestek voorzien in de mogelijkheid dat inschrijvers „verzoeken, opmerkingen of informatie” richten aan de aanbestedende dienst na de termijn van veertien dagen die in artikel 158 bis, lid 1, derde alinea, van de uitvoeringsvoorschriften is neergelegd, zoals in punt 28 van het bestek wordt herhaald.

55      In dat verband moet eraan worden herinnerd dat het doel van een oproep tot inschrijving in het gedrang zou komen als inschrijvers op elk moment van de procedure hun verzoeken, opmerkingen of informatie aan de aanbestedende diensten zouden kunnen richten, waardoor de aanbestedende dienst verplicht zou worden daarop te antwoorden en de procedure, indien noodzakelijk, op te schorten of opnieuw te beginnen om eventuele onregelmatigheden te herstellen (zie in die zin en naar analogie arrest Hof van 30 september 2010, Strabag e.a., C‑314/09, Jurispr. blz. I‑8769, punt 37).

56      In casu staat vast dat de brief van Agencja MAart aan het Parlement gedateerd was op 30 november 2011, dat wil zeggen meerdere weken na het verstrijken van de in artikel 158 bis, lid 1, derde alinea, bedoelde termijn, namelijk 2 november 2011. Agencja MAart was dus te laat op het moment dat zij verzocht om opschorting van de procedure en hernieuwde beoordeling van de geselecteerde inschrijvingen.

57      Niettemin moet worden opgemerkt dat artikel 103, eerste en tweede alinea, van het Financieel Reglement als volgt bepaalt:

„Indien blijkt dat de plaatsingsprocedure gepaard is gegaan met wezenlijke fouten, onregelmatigheden of fraude, schorten de instellingen de procedure op en kunnen zij alle maatregelen nemen die nodig zijn, waaronder beëindiging van de procedure.

Indien na de gunning van de opdracht blijkt dat de plaatsingsprocedure of de uitvoering van de opdracht gepaard zijn gegaan met wezenlijke fouten, onregelmatigheden of fraude, kunnen de instellingen, afhankelijk van het stadium van de procedure, van de opdracht afzien, of de uitvoering van de opdracht opschorten of de opdracht beëindigen.”

58      Ook al was de in artikel 158 bis, lid 1, derde alinea, neergelegde termijn verstreken toen Agencja MAart verzocht om opschorting van de procedure en hernieuwde beoordeling van de geselecteerde inschrijvingen, dan nog kon het Parlement dus, mocht het een wezenlijke fout vaststellen, de plaatsingsprocedure opschorten en indien noodzakelijk de inschrijvingen van de inschrijvers opnieuw onderzoeken.

59      In dat verband dient eraan te worden herinnerd dat de aanbestedende dienst volgens de rechtspraak inzake overheidsopdrachten in elke fase van een aanbestedingsprocedure niet alleen het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers moet eerbiedigen, maar ook dat van transparantie (arrest Hof van 25 april 1996, Commissie/België, C‑87/94, Jurispr. blz. I‑2043, punt 54, en arrest Gerecht van 17 december 1998, Embassy Limousines & Services/Parlement, T‑203/96, Jurispr. blz. II‑4239, punt 85). Dat laatste beginsel brengt voor de aanbestedende dienst de verplichting mee, alle precieze informatie over het gehele verloop van de procedure bekend te maken. De door de aanbestedende dienst in het kader van het beginsel van transparantie te verstrekken informatie is erop gericht, enerzijds te garanderen dat alle inschrijvers dezelfde kansen hebben, en anderzijds de gewettigde verwachtingen van de geselecteerde inschrijvers te beschermen (zie in die zin arrest Gerecht van 28 januari 2009, Centro Studi Manieri/Raad, T‑125/06, Jurispr. blz. II‑69, punten 86‑89).

60      In casu moet worden vastgesteld dat het Parlement de lopende procedure niet heeft opgeschort maar enkel het evaluatiecomité voor een nieuwe bijeenkomst op 6 december 2011 heeft bijeengeroepen, zonder de inschrijvers aan wie kennis was gegeven van het oorspronkelijke besluit te waarschuwen. Voor een dergelijke hernieuwde beoordeling van een inschrijving moest het Parlement de gunning van de opdracht opschorten en de geselecteerde inschrijvers daarvan in kennis stellen, om zodoende zijn transparantieverplichting na te komen, hetgeen het in casu niet heeft gedaan.

61      Anderzijds heeft het Parlement, zonder acht te slaan op de in het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften neergelegde procedure, één enkele inschrijving opnieuw onderzocht, te weten die van Agencja MAart, en niet alle ingediende inschrijvingen, waardoor de inschrijving van een van de deelnemers aan de aanbestedingsprocedure in strijd met het beginsel van gelijke behandeling afwijkend is behandeld.

62      Derhalve moet het bestreden besluit nietig worden verklaard zonder dat het eerste middel hoeft te worden onderzocht.

 Kosten

63      Volgens artikel 87, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht wordt de in het ongelijk gestelde partij in de kosten verwezen, voor zover dat is gevorderd. Aangezien het Parlement in het ongelijk is gesteld, dient het overeenkomstig de vordering van verzoekster te worden verwezen in de kosten.

HET GERECHT (Zesde kamer),

rechtdoende, verklaart:

1)      Het besluit van het Europees Parlement van 9 december 2011 tot wijziging van het besluit van 18 oktober 2011 om Euroscript – Polska Sp. z o.o. als eerste te plaatsen op de lijst van geselecteerde inschrijvers en de hoofdopdracht in het kader van de aanbestedingsprocedure PL/2011/EU inzake het verrichten van vertaaldiensten in het Pools (PB 2011/S 56‑090361) aan haar te gunnen, wordt nietig verklaard.

2)      Het Parlement wordt verwezen in de kosten.

Frimodt Nielsen

Dehousse

Collins

Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 16 juli 2014.

ondertekeningen


* Procestaal: Frans.