Language of document :

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 25 april 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof - Duitsland) – Finanzamt X / Y KG

[Zaak C-207/231 , Finanzamt X (Onttrekking en overdracht van een goed om niet)]

[Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Belastbare handelingen – Artikel 16 – Onttrekking van een goed aan een bedrijf en overdracht ervan om niet aan een andere belastingplichtige – Drogen van hout en verwarming van aspergevelden met warmte uit een warmte-krachtkoppelingsinstallatie die is aangesloten op een biogasinstallatie – Artikel 74 – Maatstaf van heffing – Kostprijs – Beperking tot de in een eerder stadium met btw belaste kosten]

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Finanzamt X

Verwerende partij: Y KG

Dictum

Artikel 16, eerste alinea, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

moet aldus worden uitgelegd dat

wanneer een belastingplichtige de door hem opgewekte warmte om niet afstaat aan andere belastingplichtigen die deze voor hun economische activiteiten aanwenden, dit een onttrekking door deze belastingplichtige aan zijn bedrijf van een goed dat hij om niet verstrekt in de zin van deze bepaling vormt die kan worden gelijkgesteld met een levering van goederen onder bezwarende titel, en dat het daarbij geen verschil uitmaakt of die andere belastingplichtigen die warmte al dan niet gebruiken voor handelingen die hen recht geven op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde.

Artikel 74 van richtlijn 2006/112

moet aldus worden uitgelegd dat

de kostprijs, in de zin van deze bepaling, niet alleen de directe fabricage- of productiekosten omvat maar ook de indirect daaraan toerekenbare kosten, zoals de financieringskosten, ongeacht of deze kosten in een eerder stadium met belasting over de toegevoegde waarde zijn belast.

____________

1 PB C 252 van 17.7.2023.