Language of document : ECLI:EU:T:2016:598





Arrest van het Gerecht (Kamer voor hogere voorzieningen) van 5 oktober 2016 – ECDC/CJ

(Zaak T‑395/15 P)

„Hogere voorziening – Openbare dienst – Arbeidscontractant – Overeenkomst voor bepaalde tijd – Beëindiging – Verbreking van de vertrouwensrelatie – Recht om te worden gehoord”

1.                     Ambtenaren – Arbeidscontractanten – Voortijdige beëindiging van een overeenkomst voor bepaalde tijd met inachtneming van de opzegtermijn – Recht om te worden gehoord – Omvang – Beëindiging zonder de belanghebbende te waarschuwen – Schending – Gevolgen [Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, a), 47 en 48; Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, art. 47, b), ii)] (cf. punten 53‑55, 57, 59, 60, 62, 63, 65, 80)

2.                     Ambtenaren – Beginselen – Rechten van verdediging – Verplichting om de betrokkene te horen vóór de vaststelling van een voor hem bezwarend besluit – Omvang (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2) (cf. punt 73)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 29 april 2015, CJ/ECDC (F‑159/12 en F‑161/12, EU:F:2015:38), en strekkende tot gedeeltelijke vernietiging van dat arrest

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Het Europees Centrum voor Ziektepreventie en –bestrijding (ECDC) wordt verwezen in de kosten.