Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 8 mei 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny - Polen) – P. sp. z o.o. / Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Warszawie
[Zaak C-241/231 , Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Warszawie (Tegenprestatie in aandelen)]
[Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 73 – Goederenleveringen en diensten – Inbreng in natura van onroerende goederen – Maatstaf van heffing – Tegenprestatie – Aandelen – Nominale waarde – Uitgiftewaarde]
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Naczelny Sąd Administracyjny
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: P. sp. z o.o.
Verwerende partij: Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Warszawie
in tegenwoordigheid van: Rzecznik Małych i Średnich Przedsiębiorców
Dictum
Artikel 73 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
moet aldus worden uitgelegd dat
de maatstaf van heffing voor een inbreng van onroerende goederen door een eerste vennootschap in het kapitaal van een tweede vennootschap in ruil voor aandelen in de tweede vennootschap, moet worden bepaald op basis van de uitgiftewaarde van deze aandelen, wanneer deze vennootschappen zijn overeengekomen dat de tegenprestatie voor die inbreng in het kapitaal zal bestaan uit deze uitgiftewaarde.
____________
1 PB C 252 van 17.7.2023.