Language of document :

Beschikking van het Gerecht van 8 mei 2024 – YS/Raad en Commissie

(Zaak T-411/23)1

[„Institutioneel recht – Nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie – Verordening (EU) 2017/1939 – Benoeming van de Europese aanklagers van het Europees Openbaar Ministerie – Benoeming van een van de door Griekenland voorgedragen kandidaten – Toepasselijke regels voor de benoeming van de Europese aanklagers – Beroep wegens nalaten – Geen inleiding van een niet-nakomingsprocedure – Niet-ontvankelijkheid – Beroep tot nietigverklaring – Betwisting van de voordracht van de lidstaat – Niet-ontvankelijkheid”]

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: YS (vertegenwoordigers: S. Pappas, D.-A. Pappa en A. Pappas, advocaten)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: R. Meyer, K. Pleśniak en K. Pavlaki, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: T. Adamopoulos, J. Baquero Cruz en F. Blanc, gemachtigden)

Voorwerp

Met zijn beroep vordert verzoeker in wezen, ten eerste, op grond van artikel 263 VWEU, nietigverklaring van besluit (EU) 2023/1335 van de Raad van 27 juni 2023 tot benoeming van de Europese aanklagers van het Europees Openbaar Ministerie (PB 2023, L 166, blz. 116) en, ten tweede, op grond van artikel 265 VWEU, vaststelling dat de Europese Commissie ten onrechte heeft nagelaten een inbreukprocedure tegen de Helleense Republiek in te leiden.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

YS wordt verwezen in de kosten, daaronder begrepen de kosten van de procedure in kort geding.

____________

1     PB C, C/2023/22 van 9.10.2023.