Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 18 maart 2005 ingesteld door Umwelt- und Ingenieurstechnik GmbH Dresden tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-125/05)

Procestaal: Duits

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 18 maart 2005 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door Umwelt- und Ingenieurstechnik GmbH Dresden, gevestigd te Dresden (Duitsland), vertegenwoordigd door H. Robel, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

Nietig te verklaren het besluit van 23 december 2004 om een opdracht niet aan verzoekster te gunnen;

Nietig te verklaren het besluit van 23 december 2004 tot gunning aan All Trade S.r.l.;

Verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster richt zich tegen het besluit van de Commissie van 23 december 2004, waarbij overheidsopdracht nr. AIDCO/A6/FP/co/2004/D/45370, overeenkomst nr. 90-127, in de aanbestedingsprocedure "Project ter modernisering van de kerncentrale in Zuid-Oekraïne", lot 2, inzake een maatregel tot het installeren van een geautomatiseerd systeem voor de beheersing van de waterkwaliteit in de kerncentrale in Zuid-Oekraïne, niet aan verzoekster werd gegund, alsmede tegen het gelijktijdig meegedeelde besluit om deze opdracht aan de concurrerende vennootschap All Trade S.r.l. te gunnen.

Verzoekster voert aan dat de Commissie

-    onterecht heeft vastgesteld dat de offerte van verzoekster niet voldeed aan punt 2.2.6 van de technische specificatie, hoewel alle door verzoekster aangeboden verrichtingen volledig aan de specificatie voldeden en dit door referenties werd bevestigd,

-    ten onrechte heeft verklaard dat verzoekster wegens ontoereikende uiteenzettingen en informatie niet heeft voldaan aan de punten 2.3.1 en 2.3.4 van de technische specificatie, hoewel de uiteenzettingen van verzoekster volledig en uitputtend waren, en

-    inbreuk heeft gemaakt op haar verplichting tot duidelijkheid en op bepalingen ter zake van de beoordelingsvrijheid.

Verzoekster voert voorts aan dat de Commissie in het kader van de beoordeling van de prijs zich op onjuiste wijze en in strijd met de bepalingen van punt 1.3. van de inschrijvingsvoorwaarden, enkel heeft gebaseerd op de prijs van de basisofferte en daardoor geen rekening heeft gehouden met de prijs van vervangende onderdelen en onderhoud, ondanks de relevantie daarvan.

Tot slot voert verzoekster aan dat de concurrerende vennootschap All Trade S.r.l. qua deskundigheid noch economisch prestatievermogen of technische ervaring garantie biedt voor het welslagen van het betreffende project.

____________