Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 9 maart 2005 ingesteld door Sandrine Corvoisier en anderen tegen Europese Centrale Bank

(Zaak T-126/05)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 9 maart 2005 beroep ingesteld tegen Europese Centrale Bank door Sandrine Corvoisier, wonende te Frankfurt-am-Main, Roberta Fritz, wonende te Frankfurt-am-Main, Hundjy Preud'homme, wonende te Frankfurt-am-Main, en Elvira Rosati, wonende te Frankfurt-am-Main, vertegenwoordigd door G. Vandersanden en L. Levi, advocaten.

Verzoeksters concluderen dat het het Gerecht behage:

-    nietig te verklaren kennisgeving van vacature ECB/156/04 betreffende zes posten van "Records Management Specialist";

-    voor zoveel nodig, nietig te verklaren de besluiten van respectievelijk 1 oktober en 21 december 2004, die tussen 27 december 2004 en 13 januari 2005 ter kennis zijn gebracht, houdende afwijzing van de door verzoeksters ingestelde "administrative reviews" en "grievance procedures";

-    nietig te verklaren elk ter uitvoering van de kennisgeving van vacature genomen besluit en inzonderheid de aanwervingsbesluiten;

-    verweerster te gelasten, haar administratief dossier over te leggen;

-    verweerster te veroordelen tot vergoeding van de materiële schade, voorlopig ex aequo et bono op 40 000 EUR wordt geraamd, en van de immateriële schade, die ex aequo et bono op 4 EUR wordt geraamd;

-    verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters bekleden binnen de ECB een ambt van "Research Analyst" (onderzoeksanalyst), dat ingedeeld is in de rang E/F. Een van de voorwaarden om in dit ambt te worden aangesteld, was het bezit van een universitair diploma.

Op 13 juli 2004 heeft verweerster de betrokken kennisgeving van vacature betreffende de aanwerving van zes "Records Management Specialists" (specialisten op het gebied van het elektronische beheer van documenten) gepubliceerd om de eenheid Archieven van de Bank bij te staan en aan te vullen. Deze ambten zijn ingedeeld in dezelfde rang als die welke verzoeksters bekleden, te weten de rang E/F. In de kennisgeving van vacature wordt van de sollicitanten verlangd dat zij hun middelbareschoolopleiding hebben voltooid.

Ter ondersteuning van hun beroep stellen verzoeksters schending van artikel 20.2 van het Reglement van orde van de ECB, de richtsnoeren van de ECB betreffende de "development track", de administratieve circulaire betreffende de aanwerving en het beginsel "patere legem quam ipse fecisti". Onder verwijzing naar de omstandigheid dat voor hun aanwerving het bezit van een universitair diploma was vereist terwijl in de omstreden kennisgeving van vacature slechts een middelbareschoolopleiding wordt verlangd, stellen verzoeksters ook schending van het non-discriminatiebeginsel. Voorts stellen zijn schending van de artikelen 45 en 46 van de Arbeidsvoorwaarden, op grond dat het personeelscomité niet vooraf is geraadpleegd. Ten slotte stellen verzoeksters een kennelijk verkeerde beoordeling.

____________