Language of document : ECLI:EU:C:2024:529

Zaak C367/23

EA

tegen

Artemis security SAS

[verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Cour de Cassation (Frankrijk)]

 Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 20 juni 2024

„Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers – Organisatie van de arbeidstijd – Richtlijn 2003/88/EG – Artikel 9, lid 1, onder a) – Verplichting om nachtarbeiders medisch te keuren – Schending van deze verplichting door de werkgever – Recht op schadevergoeding – Noodzaak om specifieke schade te bewijzen”

1.        Sociaal beleid – Bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers – Richtlijn 2003/88 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd – Verplichting om nachtarbeiders medisch te keuren – Schending door de werkgever – Recht op schadevergoeding – Vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding – Toepassing van nationale regels over de omvang van de geldelijke schadevergoeding – Voorwaarde – Eerbiediging van het gelijkwaardigheidsbeginsel en het doeltreffendheidsbeginsel

[Richtlijn 2003/88 van het Europees Parlement en de Raad, art. 9, lid 1, a)]

(zie punten 25‑27, 37)

2.        Sociaal beleid – Bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers – Richtlijn 2003/88 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd – Verplichting om nachtarbeiders medisch te keuren – Schending door de werkgever – Recht op schadevergoeding – Volledige vergoeding van de geleden schade – Reikwijdte – Betaling van punitieve schadevergoeding – Daarvan uitgesloten

[Richtlijn 2003/88 van het Europees Parlement en de Raad, art. 9, lid 1, a)]

(zie punten 31‑33, 35, 36)

3.        Sociaal beleid – Bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers – Richtlijn 2003/88 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd – Verplichting om nachtarbeiders medisch te keuren – Schending door de werkgever – Recht op schadevergoeding – Noodzaak om specifieke schade te bewijzen

[Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; richtlijn 2003/88 van het Europees Parlement en de Raad, art. 9, lid 1, a)]

(zie punten 40‑43, dictum 1)


Samenvatting

Het Hof, dat door de Cour de cassation (Frankrijk) is verzocht om een prejudiciële beslissing, verschaft duidelijkheid omtrent bepaalde in richtlijn 2003/88/EG(1) opgenomen regels betreffende nachtarbeid en het recht op schadevergoeding in geval van schending van deze regels.

EA is op 1 april 2017 door Artemis security SAS (hierna: „Artemis”) aangenomen bij de dienst brandveiligheid en hulpverlening aan personen. Nadat hij van een dagdienst naar een nachtdienst werd overgeplaatst, heeft EA de Conseil de prud’hommes de Compiègne (arbeidsrechter Compiègne, Frankrijk) onder meer verzocht om Artemis te veroordelen tot betaling van schadevergoeding omdat zijn arbeidsovereenkomst door Artemis eenzijdig was gewijzigd en voorts het bij nachtarbeid geldende verscherpte medische toezicht achterwege was gebleven.

De vordering tot schadevergoeding werd afgewezen, waarop EA in hoger beroep is gegaan bij de Cour d’appel d’Amiens (rechter in tweede aanleg Amiens, Frankrijk). Ook deze rechter wees de vordering af op de grond dat EA het bestaan en de omvang van de schade die hij door het ontbreken van het bij nachtarbeid gehanteerde verscherpte medische toezicht stelt te hebben geleden, niet had bewezen. Ter ondersteuning van het cassatieberoep dat hij bij de verwijzende rechter heeft ingesteld, betoogt EA dat de enkele vaststelling dat de beschermende bepalingen betreffende het verscherpte medische toezicht bij nachtarbeid niet zijn nageleefd, voor de betrokken werknemer een recht op schadevergoeding doet ontstaan en dat de Cour d’appel d’Amiens, door zijn vordering tot schadevergoeding af te wijzen, het arbeidswetboek(2), gelezen in samenhang met artikel 9 van richtlijn 2003/88, heeft geschonden.

Dienaangaande vraagt de verwijzende rechter zich met name af of de omstandigheid dat de werkgever zich niet heeft gehouden aan de nationale maatregelen die bedoeld zijn om te waarborgen dat de in artikel 9, lid 1, onder a), van richtlijn 2003/88(3) genoemde medische keuring van nachtarbeiders wordt verricht, op zichzelf een recht op schadevergoeding doet ontstaan, zonder dat hoeft te worden aangetoond dat de betrokken werknemer specifieke schade heeft geleden.

Beoordeling door het Hof

Om te beginnen brengt het Hof in herinnering dat er geen Unierechtelijke bepalingen zijn die regels voorschrijven omtrent de eventuele vergoeding van schade waarop een werknemer die in nachtdienst gaat werken aanspraak kan maken wanneer zijn werkgever de ter uitvoering van artikel 9, lid 1, onder a), van richtlijn 2003/88 vastgestelde nationale regels met betrekking tot de te verrichten medische keuring schendt. Het is derhalve een zaak van de rechtsorde van elke lidstaat om de regels vast te stellen voor vorderingen die worden ingediend ter bescherming van de rechten die de justitiabelen aan dat artikel ontlenen, en in het bijzonder ook de voorwaarden waaronder die werknemer schadevergoeding voor die schending kan krijgen, waarbij het wel zo is dat het gelijkwaardigheidsbeginsel en het doeltreffendheidsbeginsel in acht moeten worden genomen.

Wat het doeltreffendheidsbeginsel betreft, moet, aangezien de in dat artikel neergelegde verplichtingen inzake de medische keuring van nachtarbeiders in casu in nationaal recht zijn omgezet, de betrokken werknemer zijn werkgever ertoe kunnen dwingen die verplichtingen na te komen, desnoods door overeenkomstig de vereisten van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bij de bevoegde rechter een vordering in te stellen die ertoe strekt dat de werkgever wordt gelast die verplichtingen naar behoren na te komen. Het recht op effectieve rechterlijke bescherming draagt wanneer het wordt uitgeoefend dus bij tot het waarborgen van de effectiviteit van het recht van een nachtarbeider om zich medisch te laten keuren krachtens artikel 9, lid 1, onder a), van richtlijn 2003/88.

Het feit dat een nachtarbeider een adequate vergoeding kan krijgen wanneer de werkgever de verplichtingen van dat artikel niet nakomt, draagt ook bij tot het waarborgen van die effectiviteit, waarbij het zo is dat die vergoeding het mogelijk moet maken om de daadwerkelijk geleden schade volledig te vergoeden. Het recht van de werknemer om schadevergoeding te vorderen, vergroot immers de werking van de in artikel 9, lid 1, onder a), genoemde beschermende bepalingen en weerhoudt overtreders van herhaling van onrechtmatig gedrag. De betaling aan de schadelijdende partij van een schadevergoeding die de geleden schade volledig dekt, maakt het mogelijk om ervoor te zorgen dat deze schade daadwerkelijk wordt hersteld of wordt vergoed op een wijze die afschrikkend en evenredig is. Gelet op de compenserende functie van het recht op schadevergoeding waarin het toepasselijke nationale recht in casu voorziet, is de volledige vergoeding van de daadwerkelijk geleden schade dus voldoende en hoeft de werkgever geen punitieve schadevergoeding te betalen.

Bovendien bevat het toepasselijke nationale recht tevens specifieke regels op grond waarvan geldboeten kunnen worden opgelegd wanneer de werkgever de nationale bepalingen ter omzetting van artikel 9, lid 1, onder a), van richtlijn 2003/88 schendt. Ook deze specifieke regels dragen bij tot het waarborgen van de effectiviteit van het recht op medische keuring dat nachtarbeiders krachtens deze bepaling hebben. Dergelijke regels, die in wezen een punitief doel hebben, zijn daarentegen niet afhankelijk van het bestaan van schade. Die punitieve regels en de regels betreffende de aansprakelijkheid uit overeenkomst of uit onrechtmatige daad zijn dus weliswaar complementair doordat zij beide aanzetten tot naleving van die bepaling van Unierecht, maar hebben verschillende functies.

In deze omstandigheden komt het Hof tot de conclusie dat onder voorbehoud van toetsing door de verwijzende rechter niet blijkt dat de nationale regeling die in het hoofdgeding aan de orde is, afbreuk kan doen aan het nuttig effect van de bij artikel 9, lid 1, onder a), van richtlijn 2003/88 verleende rechten.

Gelet op het doel van de in dit artikel ingevoerde maatregelen met betrekking tot de medische keuring, is het ten slotte zo dat – anders dan bij de vereisten die inzake arbeidstijd voortvloeien uit artikel 6, onder b), en artikel 8 van richtlijn 2003/88, waarvan het niet naleven reeds op zichzelf leidt tot schade voor de betrokken werknemer – de omstandigheid dat er geen medische keuring heeft plaatsgevonden voordat een werknemer in nachtdienst gaat werken en er vervolgens geen sprake is van regelmatige medische monitoring, hoewel dit voorgeschreven is in artikel 9, lid 1, onder a), van die richtlijn, niet noodzakelijk leidt tot een aantasting van de gezondheid van die werknemer en bijgevolg ook niet noodzakelijk tot schade die voor vergoeding in aanmerking komt. Of dergelijke schade zich voordoet, hangt met name af van de gezondheidstoestand van elke werknemer. Ook is het zo dat de moeilijkheidsgraad en de werkdruk van de ’s nachts uitgevoerde taken kunnen verschillen.


1      Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (PB 2003, L 299, blz. 9).


2      Specifiek gaat het om artikel L. 3122‑11 van dat wetboek, dat bepaalt dat „[e]lke nachtarbeider [...] recht [heeft] op regelmatige individuele monitoring van zijn gezondheidstoestand onder de in artikel L. 4624‑1 bepaalde voorwaarden”.


3      Artikel 9 („Medische keuring en overgang van nachtarbeiders naar dagwerk”), lid 1, bepaalt het volgende: „De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat: a) nachtarbeiders, alvorens zij bij nachtarbeid worden ingezet en daarna op gezette tijden, recht hebben op een gratis medische keuring; [...]”