Language of document :

Beroep ingesteld op 3 augustus 2012 - Akzo Nobel e.a. / Commissie

(Zaak T-345/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Akzo Nobel NV (Amsterdam, Nederland), Akzo Nobel Chemicals Holding AB (Nacka, Zweden) en Eka Chemicals AB (Bohus, Zweden) (vertegenwoordigers: C. Swaak en R. Wesseling, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2012) 3533 def. van de Commissie van 24 mei 2012, waarbij is afgewezen een verzoek om vertrouwelijke behandeling met betrekking tot zaak COMP/F/C.38.620 - Waterstofperoxide en perboraat;

verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van hun beroep voeren verzoeksters drie primaire middelen en twee subsidiaire middelen aan.

De Commissie heeft inbreuk gemaakt op de motiveringsplicht en verzoeksters' recht op behoorlijk bestuur op grond van artikel 296 VWEU en artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

De bekendmaking van de uitgebreide niet-vertrouwelijke versie van de waterstofperoxidebeschikking is in strijd met de geheimhoudingsplicht van de Commissie op grond van artikel 339 VWEU, zoals uitgewerkt in verordening nr. 1/20032, verordening nr. 773/20044 en de mededelingen van de Commissie van 2002 en 2006 inzake medewerking.

De bekendmaking van een uitgebreide niet-vertrouwelijke versie van de waterstofperoxidebeschikking, die informatie bevat die afkomstig is uit verzoeksters' clementieverzoek, is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel, verzoeksters' gewettigd vertrouwen en het recht op behoorlijk bestuur op grond van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Voor zover de beschikking van de Commissie kan worden geacht een besluit in te houden om toegang tot bepaalde informatie te verlenen op grond van de transparantieverordening, heeft de Commissie inbreuk gemaakt op de motiveringsplicht en het recht op behoorlijk bestuur op grond van artikel 296 VWEU en artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Voor zover de beschikking van de Commissie kan worden geacht een besluit in te houden om toegang tot bepaalde informatie te verlenen op grond van de transparantieverordening, is de bekendmaking van de uitgebreide niet-vertrouwelijke versie van de waterstofperoxidebeschikking in strijd met deze verordening.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB 2003, L 1, blz. 1).

2 - Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 123, blz. 18).

3 - Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (PB 2002, C 45, blz. 3) en mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (PB 2006, C 298, blz. 17).

4 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).