Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 18 oktober 2002 ingesteld door Hans McAuley tegen Raad van de Europese Unie

    (Zaak T-324/02)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 18 oktober 2002 beroep ingesteld tegen Raad van de Europese Unie door Hans McAuley, wonende te Wezembeek-Oppem (België), vertegenwoordigd door A. Coolen, J.-N. Louis en E. Marchal, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren het besluit van 30 januari 2002 van de directeur-generaal van directoraat-generaal A van de Raad om de procedure van artikel 29, lid 1, sub a, van het Statuut, ter voorziening in de functie van taalkundig adviseur van de Engelse en Ierse vertaalafdeling te beëindigen, en over te gaan tot de volgende fase, te weten de organisatie van een vergelijkend onderzoek krachtens artikel 29, lid 1, sub b, van het Statuut;

(de Raad te veroordelen tot betaling van een vergoeding van 100.000 EUR wegens morele en materiële schade;

(verweerder te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten:

Bij arrest van 14 juni 2001 in de zaak T-230/99 heeft het Gerecht de besluiten van de Raad van 15 december 1998 tot benoeming van mevrouw K. tot taalkundig adviseur van de Engelse vertaalafdeling en tot afwijzing van de sollicitatie van verzoeker voor die post, nietig verklaard. De Raad heeft tegen dit arrest hogere voorziening ingesteld. De hogere voorziening is bij beschikking van het Hof van 13 december 2001 kennelijk ongegrond verklaard.

Verzoeker stelt dat de Raad na dit arrest zijn kandidatuur voor de betrokken functie opnieuw had moeten onderzoeken. Door dit niet te doen, heeft de Raad artikel 233 EG-Verdrag geschonden. Daarnaast voert verzoeker een kennelijk onjuiste beoordeling en misbruik van bevoegdheid aan.

____________