Language of document :

Beroep ingesteld op 6 september 2012 - Diputación Foral de Bizkaia / Commissie

(Zaak T-397/12)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Diputación Foral de Bizkaia (Spanje) (vertegenwoordiger: I. Sáenz-Cortabarría Fernández, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

artikel 2 van de bestreden beschikking nietig verklaren, voor zover hierbij de steun waarin is voorzien bij de op 15 april 2009 aangemelde overeenkomsten onrechtmatig wordt verklaard of, subsidiair, voor zover hierbij de steun waarin is voorzien bij de aangemelde overeenkomst over gronden onrechtmatig wordt verklaard.

de artikelen 5 en 6 van de bestreden beschikking nietig verklaren, voor zover de Commissie het in artikel 108, lid 2, VWEU bedoelde onderzoek naar de verenigbaarheid met het Verdrag heeft uitgevoerd in de veronderstelling dat het om onrechtmatige steun gaat.

in elk geval de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij de bestreden beschikking2 worden aangemerkt als onrechtmatige steun, die verenigbaar respectievelijk onverenigbaar is met de interne markt, twee op 15 december 2006 gesloten overeenkomsten, "over grond" en "over woningen", tussen, enerzijds, de vennootschap Bizkailur S.A. (een overheidsbedrijf dat volledig in handen van de Diputación is) en, anderzijds, de vennootschappen Habidite Technologies País Vasco S.A., Grupo Empresarial Afer S.L. en Grupo Habidite betreffende de vestiging van een Habidite-fabriek te Alonsotegi.

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel: onjuiste toepassing van het recht door de steun waarin is voorzien bij de overeenkomsten van 2006 als onrechtmatig aan te merken, op grond dat er op die datum een juridisch verbindende en onvoorwaardelijke toezegging bestond om de steun aan Habidite uit te keren. De Commissie gaat voorbij aan de rechtsgevolgen van een uitlegging van de overeenkomsten in overeenstemming met de hiervoor geldende nationale rechtsregels (in het bijzonder artikel 1 258 van het Spaanse burgerlijk wetboek).

Tweede middel, dat subsidiair is ten opzichte van het eerste middel: onjuiste toepassing van het recht in de bestreden beschikking door de steun in de zogenoemde "overeenkomst over gronden" onrechtmatig te verklaren, voor zover er geen rekening mee wordt gehouden dat in deze overeenkomst uitdrukkelijk is bepaald dat bij de uitvoering ervan de wetgeving moet worden nageleefd ("wanneer dit wettelijk mogelijk is"), waardoor, door onjuiste uitlegging en toepassing, inbreuk wordt gemaakt op artikel 108, lid 3, VWEU, en artikel 1, sub f, van verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag.

Derde middel: schending van artikel 6, lid 1, van verordening nr. 659/1999 en het algemene beginsel van behoorlijk bestuur, in het bijzonder de procedurele rechten en waarborgen van de Diputación als belanghebbende in het kader van de procedure als bedoeld in artikel 108, lid 2, VWEU, die de facto ten onrechte beperkingen zijn opgelegd of het moeilijker of onmogelijk is gemaakt om op passende wijze bij de door de Commissie ingeleide administratieve procedure te worden betrokken en doeltreffend en zinvol haar standpunt kenbaar te maken over het feit dat het in ieder geval om rechtmatige steun gaat.

Vierde middel: geen of ontoereikende motivering, doordat de Commissie het in artikel 108, lid 2, VWEU bedoelde onderzoek van de verenigbaarheid heeft uitgevoerd in de veronderstelling dat het om onrechtmatige steun gaat, en niet om aangemelde steun.

____________

1 - Beschikking van de Commissie van 27 juni 2012 inzake staatssteun nr. SA.28356 (C 37/2009) (ex N 226/2009), Habidite Alonsotegui [COM(2012) 4194 def.].

2 - PB L 83, blz. 1.