Language of document :

Beroep ingesteld op 22 oktober 2009 - GL2006 Europe / Commissie en OLAF

(Zaak T-435/09)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: GL2006 Europe Ltd (Birmingham, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: M. Gardenal en E. Belinguier-Raiz, advocaten)

Verwerende partijen: Commissie van de Europese Gemeenschappen en Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Conclusies

vaststellen dat de controle ter plaatse door de Commissie in december 2003, het ontwerp-auditverslag en het definitieve auditverslag van de Commissie van respectievelijk 19 december 2008 en 25 maart 2009, alsmede de eindbeslissing van de Commissie in de brief van 10 juli 2009, waarin de beëindiging is aangekondigd van de twee projecten waarbij GL2006 Europe Ltd betrokken was, en de debetnota's van 6 augustus 2009, waarin is bepaald dat GL2006 Europe Ltd 2 258 456,31 EUR aan de Commissie moet terugbetalen, onwettig en nietig zijn;

subsidiair en/of tevens, vaststellen dat de inhoudelijke stellingen van de Commissie niet gerechtvaardigd zijn;

vaststellen dat de controle ter plaatse van de Commissie, haar auditverslag en haar eindbeslissing geldigheid van de EU-overeenkomsten waarbij GL2006 Europe Ltd betrokken was, niet kunnen aantasten;

deze overeenkomsten geldig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep, dat is gebaseerd op een arbitragebeding, betwist verzoekster de rechtmatigheid van de beslissing van de Commissie van 10 juli 2009, waarbij naar aanleiding van het auditverslag van de OLAF twee overeenkomsten die waren gesloten in het kader van het communautaire kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, zijn beëindigd. Verzoekster betwist tevens de rechtmatigheid van de debetnota's van de Commissie van 6 augustus 2009 naar aanleiding van datzelfde auditverslag van het OLAF, waarbij de door de Commissie betaalde voorschotten voor twaalf projecten waarbij verzoekster betrokken was en waarnaar een onderzoek was ingesteld, worden teruggevorderd.

Tot staving van haar vorderingen voert verzoekster de volgende argumenten aan.

Ten eerste stelt zij dat de controle ter plaatse door de Commissie om de volgende redenen onregelmatig was: zij was niet vooraf aangekondigd; zij heeft gelet op de ernst van de eindbeslissing niet lang genoeg geduurd; er is niet voldoende aandacht besteed aan de wezenlijke aspecten; de Commissie heeft inbreuk gemaakt op verzoeksters privéleven; er is een fout gemaakt met betrekking tot de rechtsgrondslag aangezien het verslag van de controle een verordening vermeldde die niet langer van kracht was.

Ten tweede stelt verzoekster dat het auditverslag ernstige onregelmatigheden vertoont, zoals het ontbreken van een passende motivering, omdat het was opgesteld op basis van een onvolledige controle ter plaatse, of het ontbreken van een verband tussen de analyse en de conclusies in het eindverslag, waardoor verzoeksters fundamentele rechten, zoals het vermoeden van onschuld, zijn geschonden.

Ten derde stelt verzoekster dat de eindbeslissing van de Commissie niet voldoende duidelijk is met betrekking tot de sanctie omdat daarin is bepaald dat twee overeenkomsten worden beëindigd, terwijl de debetnota's verband houden met twaalf overeenkomsten. Zij stelt verder dat zij niet regelmatig in kennis is gesteld van deze eindbeslissing.

Voorts voert verzoekster grieven aan met betrekking tot de inhoudelijke argumenten die de Commissie heeft gegeven om de overeenkomsten te beëindigen en terugbetaling van de aan verzoekster toegekende bedragen te vorderen. Verzoekster stelt dat de argumenten die de Commissie in haar beslissing heeft aangevoerd, ongefundeerd zijn en tot conclusies leiden die tegengesteld zijn aan die welke in het auditverslag van 2007 waren bereikt.

____________