Language of document : ECLI:EU:T:2016:645





Beschikking van het Gerecht (Zesde kamer) van 24 oktober 2016 –
Le Pen/Parlement

(Zaak T‑140/16)

„Beroep tot nietigverklaring – Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van leden van het Parlement – Vergoeding voor parlementaire medewerkers – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Klacht – Verwerping van de exceptie van niet-ontvankelijkheid”

Europees Parlement – Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van leden van het Parlement – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Besluit van de secretaris-generaal van het Parlement – Klacht – Gelijktijdige instelling van een beroep tot nietigverklaring bij de Unierechter – Toelaatbaarheid (Art. 263 VWEU; besluit van het Bureau van het Europees Parlement houdende bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, art. 68 en 72) (zie punten 26‑33, 35‑39)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van het besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 29 januari 2016 betreffende de terugvordering van verzoeker van een bedrag van 320 026,23 EUR, dat ten onrechte als vergoeding voor parlementaire medewerkers is betaald, alsmede van de daarop betrekking hebbende debetnota van 4 februari 2016

Dictum

1)

De exceptie van niet-ontvankelijkheid wordt verworpen.

2)

De beslissing over de kosten wordt aangehouden.