Language of document :

Beschikking van het Gerecht van 11 januari 2012 - Ben Ali/Raad

(Zaak T-301/11)

("Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen in verband met de situatie in Tunesië - Beroep tot nietigverklaring - Beroepstermijn - Tardiviteit - Geen overmacht - Geen verschoonbare dwaling - Vordering tot herziening van aangevochten handeling - Verzoek tot schadevergoeding - Kennelijke niet-ontvankelijkheid")

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali (Tunis, Tunesië) (vertegenwoordiger: A. de Saint Remy, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Vitro en R. Liudvinaviciute-Cordeiro, vervolgens R. Liudvinaviciute-Cordeiro en M. Bishop, gemachtigden)

Voorwerp

Enerzijds, beroep tot nietigverklaring van verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië (PB L 31, blz. 1), voor zover deze verordening doelt op verzoeker en, anderzijds, verzoek strekkende tot veroordeling van de Raad tot het vaststellen van bepaalde uitzonderingen op de bij deze verordening opgelegde bevriezing van tegoeden, alsook een verzoek tot vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Mehdi Ben Tijani Ben Haj Hamda Ben Haj Hassen Ben Ali zal zijn eigen kosten dragen alsmede die van de Raad van de Europese Unie.

Er behoeft geen uitspraak te worden gedaan op het verzoek tot interventie van de Europese Commissie.

____________

1 - PB C 226 van 30.7.2011.