Language of document : ECLI:EU:C:2015:139

ARREST VAN HET HOF (Tiende kamer)

4 maart 2015 (*)

„Prejudiciële verwijzing – Verordening (EEG) nr. 2658/87 – Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefposten 8543, 9018 en 9019 – Apparaten die werken met behulp van laserstralen en ultrasone trillingen, alsook hun onderdelen en toebehoren”

In zaak C‑547/13,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Administratīvā rajona tiesa, Rīgas tiesu nams (Letland) bij beslissing van 11 oktober 2013, ingekomen bij het Hof op 21 oktober 2013, in de procedure

Oliver Medical SIA

tegen

Valsts ieņēmumu dienests,

wijst

HET HOF (Tiende kamer),

samengesteld als volgt: C. Vajda (rapporteur), kamerpresident, A. Rosas en E. Juhász, rechters,

advocaat-generaal: N. Wahl,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken en na de terechtzitting op 16 oktober 2014,

gelet op de opmerkingen van:

–        Oliver Medical SIA, vertegenwoordigd door G. Senkāns, advokāts,

–        de Letse regering, vertegenwoordigd door I. Kalniņš, K. Freimanis en D. Pelše als gemachtigden,

–        de Spaanse regering, vertegenwoordigd door L. Banciella Rodríguez-Miñón als gemachtigde,

–        de Europese Commissie, vertegenwoordigd door A. Caeiros en A. Sauka als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van tariefposten 8543, 9018 en 9019 van de gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), in de versies die achtereenvolgens voortvloeien uit verordening (EG) nr. 1214/2007 van de Commissie van 20 september 2007 (PB L 286, blz. 1), verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008 (PB L 291, blz. 1), verordening (EG) nr. 948/2009 van de Commissie van 30 september 2009 (PB L 287, blz. 1), verordening (EU) nr. 861/2010 van de Commissie van 5 oktober 2010 (PB L 284, blz. 1), en verordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011 (PB L 282, blz. 1; hierna: „GN”).

2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Oliver Medical SIA (hierna: „Oliver Medical”) en de Valsts ieņēmumu dienests (Letse belastingdienst; hierna: „VID”) betreffende de tariefindeling in de GN van apparaten voor de behandeling van dermo-vasculaire en dermatologische problemen.

 Toepasselijke bepalingen

 Geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen

3        De Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie (WDO), werd opgericht bij het op 15 december 1950 te Brussel gesloten Verdrag houdende instelling ervan. Het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: „GS”) is opgesteld door de WDO en ingevoerd bij het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: „GS-Verdrag”). Dit verdrag is samen met het daarbij behorende protocol van wijziging van 24 juni 1986 namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB L 198, blz. 1).

4        Krachtens artikel 3, lid 1, van het GS-verdrag verbindt elke verdragsluitende partij zich om haar tariefnomenclatuur en haar statistieknomenclaturen in overeenstemming te doen zijn met het GS, om alle posten en onderverdelingen ervan, zonder enige toevoeging of wijziging, alsmede de daarop betrekking hebbende numerieke codes te gebruiken, en om de volgorde van nummering van het systeem in acht te nemen. Elke verdragsluitende partij verbindt zich ook om de algemene regels voor de interpretatie van het GS, alsmede alle aantekeningen op de afdelingen, de hoofdstukken en de onderverdelingen van het GS toe te passen en de draagwijdte daarvan niet te wijzigen.

5        De WDO keurt, onder de voorwaarden als bepaald in artikel 8 van het GS-Verdrag, de toelichtingen en de indelingsadviezen goed die worden vastgesteld door het comité voor het GS.

6        Op de datum van de indiening van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde aangiften ten invoer luidde de GS-toelichting op post 9018 als volgt:

„[...]

De post omvat een grote groep instrumenten, apparaten en toestellen, van ongeacht welk materiaal (met inbegrip van edelmetaal), die het kenmerk dragen dat het normaal gebruik daarvan in de regel de tussenkomst vergt van een persoon met een medische opleiding (arts, chirurg, tandarts, dierenarts, vroedvrouw, enzovoort), bij het stellen van een diagnose, bij het voorkomen of behandelen van een ziekte, bij het opereren, enzovoort. Tot deze post behoren tevens de instrumenten en toestellen voor anatomie‑ en dissectieverrichtingen, voor autopsies en – in bepaalde omstandigheden – de instrumenten en toestellen voor tandheelkundige laboratoria [...]

[...]

Bedoelde instrumenten, apparaten en toestellen blijven onder post 9018 ingedeeld, ook indien zij zijn voorzien van een optische inrichting of indien zij elektrisch werken, waarbij het geen verschil maakt of de elektriciteit dient voor het aandrijven dan wel voor preventieve of therapeutische doeleinden of voor diagnose.

Deze post omvat eveneens apparaten en toestellen die werken met behulp van laser of andere licht‑ of fotonenstralen alsmede ultrasonische instrumenten, apparaten en toestellen.”

7        Op de datum van de indiening van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde aangiften ten invoer luidde de GS-toelichting op post 9019 als volgt:

„[...]

I. Apparatuur voor mechanotherapie

Deze apparaten dienen in hoofdzaak voor de behandeling van ziektes van gewrichten en spieren waarvan ze de verschillende bewegingen mechanisch reproduceren. Deze behandeling wordt in de regel verricht volgens de aanwijzingen en onder het toezicht van een persoon met een medische opleiding, zodat dergelijke apparaten niet mogen worden verward met apparaten die gewoonlijk worden gebruikt voor lichaamsoefening als zodanig of voor zogenoemde medische gymnastiek. Tot deze laatste, die ook thuis dan wel in specifiek daartoe bestemde lokalen worden gebruikt, behoren onder meer: trekveren en oefentoestellen met touwen of gummikabels, allerhande toestellen met springveren om de spieren op te spannen, zogenoemde roeiboten waarmee binnenhuis de bewegingen van een roeier kunnen worden nagebootst, sommige op een sokkel geplaatste fietsen die slechts één wiel hebben, voor het oefenen of ontwikkelen van de beenspieren (laatstgenoemde toestellen vallen onder post 9506).

[...]”

 GN

8        De douanetariefindeling van goederen die in de Europese Unie worden ingevoerd, wordt geregeld door de GN.

9        Artikel 2 van verordening nr. 2658/87, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 254/2000 van de Raad van 31 januari 2000 (PB L 28, blz. 16, hierna: „verordening nr. 2658/87”), luidt als volgt:

„De Commissie stelt een geïntegreerd tarief van de Gemeenschappen, hierna ‚TARIC’ genoemd, vast dat zowel aan de vereisten van het gemeenschappelijk douanetarief als aan die van de statistieken van de buitenlandse handel, het handels‑ en landbouwbeleid en andere beleidsmaatregelen van de Gemeenschap in verband met de invoer en de uitvoer van goederen voldoet.

Het geïntegreerd tarief is gebaseerd op de [GN] en omvat:

[...]

d)      de rechten van het douanetarief en andere in‑ en uitvoerheffingen, evenals de vrijstellingen van rechten en de preferentiële tarieven die bij de invoer of de uitvoer van bepaalde goederen van toepassing zijn;

[...]”

10      Artikel 12, lid 1, van verordening nr. 2658/87 bepaalt dat de Commissie jaarlijks bij verordening een volledige versie vaststelt van de GN, met het daarbij behorende tarief van de douanerechten overeenkomstig artikel 1, zoals die uit de door de Raad van de Europese Unie of de Commissie vastgestelde bepalingen voortvloeit. Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar.

11      De versies van de GN die van toepassing zijn op de feiten in het hoofdgeding, die hebben plaatsgevonden van 2008 tot 2012, zijn die welke waren opgenomen in de verordeningen nr. 1214/2007, nr. 1031/2008, nr. 948/2009, nr. 861/2010 en nr. 1006/2011.

12      Met betrekking tot de bewoordingen van de Algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, het opschrift van afdeling XVI van de GN en aantekening 2 op deze afdeling, de tariefposten van hoofdstuk 85 van de GN, het opschrift van afdeling XVIII daarvan, aantekening 2 op hoofdstuk 90 van de GN en de tariefposten en postonderverdelingen 9018, 9018 11 00, 9018 12 00, 9018 13 00, 9018 14 00, 9018 19, 9018 19 90, 9019, 9019 10, 9019 10 10, 9019 10 90 en 9019 20 00 waarnaar de prejudiciële vragen verwijzen, verschillen voornoemde versies niet.

13      De algemene regels voor de interpretatie van de GN die zijn opgenomen in het eerste deel, titel I, A, ervan bepalen:

„Voor de indeling van goederen in de [GN] gelden de volgende bepalingen.

1.      De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen – de navolgende regels.

2.      a)     De vermelding van een goed in een post heeft eveneens betrekking op dat goed in niet-complete of in niet-afgewerkte staat, voor zover dit de essentiële kenmerken van het complete of het afgewerkte goed vertoont. Deze vermelding heeft eveneens betrekking op een compleet of een afgewerkt goed of een op grond van de voorgaande volzin als zodanig aan te merken goed, indien het wordt aangeboden in gedemonteerde of in niet-gemonteerde staat.

b)      Onder een in een post vermelde stof wordt niet alleen verstaan die stof in zuivere staat, doch ook vermengd of verbonden met andere stoffen. Evenzo worden onder werken van een genoemde stof niet alleen verstaan die werken die geheel uit die stof bestaan, doch ook werken die gedeeltelijk uit die stof bestaan. De vorenbedoelde mengsels en samengestelde werken worden ingedeeld met inachtneming van de onder 3 vermelde beginselen.

3.      Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2 b) of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:

a)      de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft;

b)      mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3 a), worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald;

c)      in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder 3 a) en 3 b) niet mogelijk is, wordt van de verschillende in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.

4.      Goederen die niet kunnen worden ingedeeld overeenkomstig vorenstaande regels, worden ingedeeld onder de post die van toepassing is op de goederen waarmee zij de meeste overeenkomst vertonen.

[...]

6.      Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede ‚mutatis mutandis’ de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.”

14      Het tweede deel van de GN bevat een afdeling XVI, met als opschrift „Machines en toestellen, elektrisch materiaal en de onderdelen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”.

15      Aantekening 2 op GN-afdeling XVI bepaalt:

„Behoudens het bepaalde in aantekening 1 op deze afdeling en in de aantekeningen 1 op de hoofdstukken 84 en 85, worden delen van machines (andere dan delen van artikelen bedoeld bij post 8484, 8544, 8545, 8546 of 8547) ingedeeld met inachtneming van de volgende regels:

a)      delen die als zodanig onder een van de posten van hoofdstuk 84 of 85 (andere dan de posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8487, 8503, 8522, 8529, 8538 en 8548) kunnen worden ingedeeld, blijven onder die posten ingedeeld, ongeacht de machine waarvoor zij bestemd zijn;

b)      delen, andere dan die bedoeld onder a) hiervoor, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor een bepaalde machine of voor verschillende onder eenzelfde post vallende machines (met inbegrip van die bedoeld bij post 8479 of 8543), worden ingedeeld onder de post waaronder die machine valt of die machines vallen of onder een der posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538, naargelang van het geval; delen die hoofdzakelijk worden gebruikt zowel voor de goederen bedoeld bij post 8517 als voor die bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528, worden echter ingedeeld onder post 8517;

c)      andere delen worden ingedeeld onder post 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538, naargelang van het geval, of, indien dit niet mogelijk is, onder post 8487 of 8548.”

16      Afdeling XVI van de GN bevat een hoofdstuk 85, met als opschrift „Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”. Dit hoofdstuk bevat onder meer de volgende tariefposten:

„8543 Elektrische machines, apparaten en toestellen, met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk:

[...]

8543 70 – andere machines, apparaten en toestellen:

[...]

8543 70 90  – – andere

8543 90 00 – delen”.

17      Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van verordening nr. 2658/87 kan de Commissie toelichtingen invoegen in de GN. Uit de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Gemeenschappen (PB 2008, C 133, blz. 1; hierna: „GN-toelichtingen op postonderverdeling 8543 70 90”) blijkt met name dat postonderverdeling 8543 70 90 van de GN niet ziet op „[v]oor medische doeleinden gebruikte apparaten die werken op basis van ultraviolette straling – ook al hoeven zij niet noodzakelijk door praktiserende artsen te worden bediend (post 9018)”.

18      Onder het opschrift „Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle‑ en precisie-instrumenten, -apparaten en ‑toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; uurwerken; muziekinstrumenten; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen”, bevat afdeling XVIII van de GN een hoofdstuk 90, met als opschrift „Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle‑ en precisie-instrumenten, -apparaten en ‑toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen”.

19      Aantekening 2 op dit hoofdstuk luidt:

„Behoudens het bepaalde in aantekening 1 hiervoor, worden delen en toebehoren van de bij dit hoofdstuk bedoelde machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen ingedeeld met inachtneming van de volgende regels:

a)      delen en toebehoren die als zodanig onder een der posten van dit hoofdstuk of van hoofdstuk 84, 85 of 91 (met uitzondering van de posten 8487, 8548 en 9033) kunnen worden ingedeeld, blijven onder die posten ingedeeld;

b)      delen en toebehoren niet bedoeld onder a) hiervoor, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor een bepaalde machine of voor een bepaald instrument, apparaat of toestel, dan wel voor verschillende onder eenzelfde post vallende machines, instrumenten, apparaten of toestellen (die bedoeld bij de posten 9010, 9013 en 9031 daaronder begrepen), worden ingedeeld onder de post waaronder deze machines, instrumenten, apparaten of toestellen vallen;

c)      andere delen en toebehoren worden ingedeeld onder post 9033.”

20      Hoofdstuk 90 van de GN bevat onder meer de volgende posten en onderverdelingen:

„9018 Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde, voor de chirurgie, voor de tandheelkunde of voor de veeartsenijkunde, daaronder begrepen scintigrafische en andere elektromedische apparaten en toestellen, alsmede apparaten en toestellen voor onderzoek van het gezichtsvermogen:

–      apparaten en toestellen voor elektrodiagnose (die voor functioneel onderzoek of voor het onderzoek van fysiologische parameters daaronder begrepen):

9018 11 00 – – elektrocardiografen

9018 12 00  – – ultrasone diagnoseapparaten (zogenaamde scanners)

9018 13 00  – – magnetische resonantieapparaten

9018 14 00  – – scintigrafische apparaten en toestellen

9018 19 – – andere:

9018 19 10  – – – apparaten en toestellen voor de gelijktijdige bewaking van twee of meer fysiologische parameters

9018 19 90  – – – andere”.

21      Postonderverdelingen 9018 90 en 9018 90 85 van de GN, in de versies van verordeningen nr. 1214/2007, nr. 1031/2008 en nr. 948/2009, luiden als volgt:

„9018 90 – andere instrumenten, apparaten en toestellen:

[...]

9018 90 85  – – andere”.

22      Postonderverdelingen 9018 90 en 9018 90 84 van de GN, in de versies van verordeningen nr. 861/2010 en nr. 1006/2011, luiden als volgt:

„9018 90 – andere instrumenten, apparaten en toestellen:

[...]

9018 90 84 – – andere”.

23      Hoofdstuk 90 van de GN bevat met name ook de volgende posten en onderverdelingen:

„9019 Toestellen voor mechanische therapie; toestellen voor massage; toestellen voor psychotechniek; toestellen voor ozontherapie, voor oxygeentherapie, voor aerosoltherapie, toestellen voor kunstmatige ademhaling en andere therapeutische ademhalingstoestellen

9019 10 –      toestellen voor mechanische therapie; toestellen voor massage; toestellen voor psychotechniek

9019 10 10 – – elektrische toestellen voor vibromassage

9019 10 90 – – andere

9019 20 00       –      toestellen voor ozontherapie, voor oxygeentherapie, voor aerosoltherapie, toestellen voor kunstmatige ademhaling en andere therapeutische ademhalingstoestellen”.

24      Verordening (EG) nr. 119/2008 van de Commissie van 7 februari 2008 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB L 36, blz. 3), die is vastgesteld krachtens artikel 9, lid 1, onder a), van verordening nr. 2658/87, heeft het volgende product bij postonderverdeling 8543 70 90 van de GN ingedeeld:

„Een apparaat voor ontharing en huidbehandeling dat werkt met ‚intense pulsed light’-technologie (IPL), met de volgende afmetingen: 34,5 (h) × 30,5 (b) × 50,5 (d) cm en een gewicht van 25 [kilogram (kg)].

Het apparaat is bedoeld voor ontharing en huidbehandeling, gaande van zuiver cosmetische verjonging tot het verwijderen van pigmentvlekken, ongelijke pigmentatie en couperose. Het wordt gebruikt in schoonheidssalons.

Het apparaat bevat een elektromotor voor de koeling; de motor speelt geen rol in de ontharing of huidbehandeling.”

25      De indeling van dit product bij deze postonderverdeling is gemotiveerd als volgt:

„De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de [GN] en de tekst van de GN-codes 8543, 8543 70 en 8543 70 90.

Aangezien de ontharing gebeurt door middel van IPL-technologie en niet door het vastgrijpen en met de wortel uittrekken van haar met behulp van een elektromotor, kan het apparaat niet worden ingedeeld onder post 8510 als epileerapparaat met ingebouwde elektromotor (zie ook de GN-toelichtingen op post 8510).

Ook indeling onder post 9018 als geneeskundig instrument of apparaat is uitgesloten, aangezien het apparaat niet voorziet in een medische behandeling en niet in de beroepspraktijk wordt gebruikt (zie de GN-toelichtingen op post 9018).

Het apparaat moet dan ook worden ingedeeld onder post 8543 omdat het een elektrisch apparaat is met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85.”

26      Bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 1204/2011 van de Commissie van 18 november 2011 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB L 305, blz. 14), die is vastgesteld krachtens artikel 9, lid 1, onder a), van verordening nr. 2658/87, zijn de volgende goederen onder postonderverdeling 8543 90 00 van de GN ingedeeld:

„1.      Een in en met de hand te bedienen verwisselbaar toestel voorzien van een flitslicht, een lens, een aanzetknop en een controlelampje [zogenoemd ‚IPL (intense pulsed light-technologie)-handtoestel’].

Het toestel genereert intens gepulseerd licht met verschillende pulsbreedten tot maximaal 100 ms, een golflengte van 650‑1200 nm, een bewerkingsgebied van 16 x 46 mm en een maximale fluentie van 45 J/cm2.

Het werkt alleen in combinatie met een machine (de ‚basiseenheid’), waarvan het stroom, besturingssignalen en koelvloeistof betrekt. De ‚basiseenheid’ bevat een voedingseenheid, een besturingseenheid met een beeldscherm en een koeleenheid en kan ook werken met handtoestellen die werken met ‚laser’.

Wanneer verbonden met de ‚basiseenheid’, wordt het toestel gebruikt voor specifieke cosmetische behandelingen, zoals bijvoorbeeld permanente ontharing.

2.      Een in en met de hand te bedienen verwisselbaar toestel voorzien van een laser, een lens, een keuzeschakelaar voor het bewerkingsgebied en een aanzetknop (zogenoemd ‚laser handtoestel’).

Het toestel genereert laserlicht met verschillende pulsbreedten tot maximaal 100 ms, een golflengte van 1064 nm, instelbaar bewerkingsgebied met een diameter van 1, 5, 3, 6 en 9 mm en een maximale fluentie van 700 J/cm2.

Het werkt alleen in combinatie met een machine (de ‚basiseenheid’), waarvan het stroom, besturingssignalen en koelvloeistof betrekt. De ‚basiseenheid’ bevat een voedingseenheid, een besturingseenheid met een beeldscherm en een koeleenheid en kan ook werken met handtoestellen die ‚IPL (intense pulsed light)’-technologie gebruiken.

Wanneer verbonden met de ‚basiseenheid’, wordt het toestel specifiek gebruikt voor cosmetische behandeling van de aderen in de benen.”

27      De indeling van de IPL-handtoestellen bij deze postonderverdeling is gemotiveerd als volgt:

„De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de [GN], aantekening 2, onder b), op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8543 en 8543 90 00.

Omdat het intens gepulseerd licht dat door het flitslicht wordt gegenereerd geen laserstraal is, is indeling onder post 9013 als een laser uitgesloten.

Gezien zijn kenmerken en objectieve eigenschappen, namelijk dat de constructie van elektronische aard is, is het toestel niet vergelijkbaar met verwisselbaar gereedschap [zie aantekening 1, onder o), op afdeling XVI]. Het toestel is in combinatie met de ‚basiseenheid’ identificeerbaar als een machine die een eigen functie vervult, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85.

Het toestel is van essentieel belang voor de werking van de machine, omdat de machine zonder het toestel niet kan functioneren.

Het toestel moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8543 90 00 als een deel van andere elektrische machines, apparaten en toestellen, met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85.”

28      De indeling van de laser-handtoestellen bij postonderverdeling 8543 90 00 van de GN is gemotiveerd als volgt:

„De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de [GN], aantekening 2, onder b), op afdeling XVI en de tekst van GN-codes 8543 en 8543 90 00.

Omdat de laser specifiek ontworpen is voor het genereren van laserlicht met bepaalde pulsbreedten en bewerkingsgebieden is het toestel geschikt voor het uitvoeren van een specifieke functie. Het toestel is in combinatie met de ‚basiseenheid’ identificeerbaar als een bewerkingsmachine die een eigen functie vervult, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85.

Indeling onder post 9013 als een laser is daarom uitgesloten (zie ook de GS‑toelichting op post 9013, punt 2, vierde alinea).

Gezien zijn kenmerken en objectieve eigenschappen, namelijk dat de constructie van elektronische aard is, is het toestel niet vergelijkbaar met verwisselbaar gereedschap [zie aantekening 1, onder o), op afdeling XVI].

Het toestel is van essentieel belang voor de werking van de machine, omdat de machine zonder het toestel niet kan functioneren.

Het toestel moet daarom worden ingedeeld onder GN code 8543 90 00 als een deel van andere elektrische machines, apparaten en toestellen, met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85.”

 Richtlijn 93/42/EEG

29      De medische hulpmiddelen die vallen onder richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169, blz. 1), zoals gewijzigd bij richtlijn 2007/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 (PB L 247, blz. 21, hierna: „richtlijn 93/42”), zijn in artikel 1, lid 2, onder a), van richtlijn 93/42 gedefinieerd als volgt:

„medisch hulpmiddel: elk instrument, toestel of apparaat, elke software of stof of elk ander artikel dat of die alleen of in combinatie wordt gebruikt, met inbegrip van elk hulpstuk en de software die voor de goede werking ervan benodigd is, en die door de fabrikant speciaal is bestemd om te worden gebruikt voor diagnostische en/of therapeutische doeleinden, door de fabrikant bestemd om bij de mens te worden aangewend voor:

–        diagnose, preventie, bewaking, behandeling of verlichting van ziekten,

–        diagnose, bewaking, behandeling, verlichting of compensatie van verwondingen of een handicap,

–        onderzoek naar of vervanging of wijziging van de anatomie of van een fysiologisch proces,

–        beheersing van de bevruchting,

waarbij de belangrijkste beoogde werking in of aan het menselijk lichaam niet met farmacologische of immunologische middelen of door metabolisme wordt bereikt, maar wel door dergelijke middelen kan worden ondersteund;”

 Hoofdgeding en prejudiciële vragen

30      Van november 2008 tot april 2012 heeft Oliver Medical de hierna genoemde goederen van producent Lumenis aangegeven voor het vrije verkeer:

–        op 25 november 2008, onder postonderverdeling 9018 19 90 van de GN, opzetstukken voor het laserapparaat „UltraPulse Encore laser”;

–        respectievelijk op 6 april en 11 november 2009, onder postonderverdeling 9018 90 85 van de GN, het laserapparaat „Light Sheer ST”, en het apparaat „IPL Quantum SR” met het toebehoren „HR upgd for IPL Quantum” en „DL upgd for IPL Quantumsystem”;

–        op 21 april 2010 en 14 januari 2011, onder postonderverdeling 9019 10 90 van de GN, de verzorgingskoppen van het voor ultrasone behandelingen gebruikte apparaat „Ultrashape contour I”;

–        op 14 februari 2011, onder postonderverdeling 9018 90 84 van de GN, de koppen van het apparaat „IPL Quantum SR 560” met bijbehorend koelsysteem;

–        op 4 november 2010, onder postonderverdeling 9018 90 85 van de GN, de laserapparaten voor thermotherapie „Ls-Duet” en specifiek toebehoren.

31      Na een controlebezoek bij Oliver Medical heeft de VID geoordeeld dat de apparaten „Light Sheer ST” en „IPL Quantum SR” onder GN-code 8543 70 90 99 moesten worden ingedeeld.

32      De VID heeft zich tevens op het standpunt gesteld dat de koppen van het apparaat „IPL Quantum SR” met kenmerk „HR upgd for IPL Quantum” en „DL upgd for IPL Quantumsystem”, alsook die van de apparaten „IPL Quantum SR 560” en „Ultrashape contour I” onder GN-code 8543 90 00 90 dienden te worden ingedeeld.

33      Na de controle of de gegevens in de douaneaangifte betreffende de laser „Ls-Duet” met toebehoren juist waren, heeft de VID verklaard dat deze goederen respectievelijk onder de postonderverdelingen 8543 70 90 99 en 8543 90 00 90 van de GN hadden moeten worden aangegeven.

34      Op basis van die rectificaties zijn de door de VID van Oliver Medical gevorderde douanerechten en belasting op de toegevoegde waarde verhoogd en vermeerderd met vertragingsrente en geldboeten.

35      Op 13 maart 2012 heeft Oliver Medical de VID verzocht om een bindende tariefinlichting over de indeling van het apparaat voor selectieve fotothermolyse „Lumenis M22”, dat CE-conformiteitsmarkering 93/42 als medische apparatuur draagt. Op 25 april 2012 heeft de VID een bindende tariefinlichting afgegeven waarbij zij het betrokken apparaat bij postonderverdeling 8543 70 90 van de GN heeft ingedeeld.

36      Oliver Medical is tegen de door de VID verrichte tariefindelingen opgekomen bij de verwijzende rechter en heeft aangevoerd dat de toestellen van producent Lumenis voor medisch gebruik in gezondheidscentra bestemd waren, en dus onder de posten 9018 en 9019 van de GN dienden te worden ingedeeld.

37      Volgens de VID gaat het bij deze apparaten echter veeleer om elektrische toestellen met een eigen functie die bijgevolg onder post 8543 van de GN vallen.

38      De verwijzende rechter heeft in dit verband twijfels over de indeling van deze apparaten onder 8543 van de GN, inzonderheid gelet op verordening nr. 119/2008. Als voorbeeld verwijst hij dienaangaande naar het toestel „Light Sheer ST”, waarvan de afmetingen, te weten 34,5 cm hoogte, 30,5 cm breedte en 50,5 cm lengte, alsook het gewicht van 25 kg niet aan de in deze verordening genoemde gegevens beantwoorden. Hij wijst er voorts op dat het bij dit apparaat gaat om een lasersysteem dat werkt op basis van straling met een golflengte van 900 nm, die door de melanine wordt geabsorbeerd, welke technologie verschilt van de in deze verordening genoemde intense pulsed light (IPL) technologie. Hij voegt hieraan toe dat het apparaat „UltraPulse Encore laser” hermetische CO2-laserstralen gebruikt en de koeling van dit toestel op basis van vloeistof geschiedt.

39      Wat de „IPL Quantumsystem”-toestellen betreft, merkt de verwijzende rechter op dat deze bij wege van een unieke configuratie de lasertechnologie en de technologie met hoge lichtsterkte (IPL) combineren en daarbij gebruikmaken van zeer krachtige parameters. Het apparaat „UltraShape Contour I” genereert zeer krachtige ultrasone golven met een lage frequentie via een techniek die vergelijkbaar is met die welke bij niersteenvergruizing en bij de behandeling van lokale tumoren wordt gebruikt.

40      De verwijzende rechter preciseert verder dat de apparaten waarop verordening nr. 119/2008 betrekking heeft, worden gebruikt in schoonheidssalons, terwijl de apparaten en de delen daarvan die in het hoofdgeding aan de orde zijn, worden gebruikt in gezondheidscentra.

41      Wat de indeling van het apparaat „Lumenis M22” betreft, namelijk ingevolge het verzoek om een bindende tariefinlichting onder postonderverdeling 8543 70 90 van de GN, geeft de verwijzende rechter aan dat de VID uitvoeringsverordening nr. 1204/2011 heeft toegepast, volgens welke het uitgesloten is dat een met een lasertoestel uitgerust apparaat als een laser onder post 9013 van de GN wordt ingedeeld. Onder verwijzing naar de toelichtingen van de GN betreffende postonderverdeling 8543 70 90 vraagt de verwijzende rechter zich in die context af welke draagwijdte hij dient te verlenen aan de verschillende GN-codes die relevant zijn in het hoofdgeding. Volgens hem sluiten deze posten elkaar immers niet uit. Hij is dan ook van oordeel dat de tariefindeling van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen afhangt van de uitlegging die aan het toepasselijke recht van de Unie wordt gegeven.

42      In die omstandigheden heeft de Administratīvā rajona tiesa besloten de behandeling van de zaak te schorsen en het Hof te verzoeken om een prejudiciële beslissing over de volgende drie vragen:

„1)      Dienen de posten 9018 en 9019 van de [GN] aldus te worden uitgelegd dat de volgende, in de geneeskunde gebruikte apparaten daaronder kunnen worden ingedeeld: ‚UltraPulse Encore laser’-opzetstukken, ‚Light Sheer ST’, ‚IPL Quantum SR’ en de bijbehorende koppen ‚HR upgd for IPL Quantum’ en ‚DL upgd for IPL Quantumsystem’, verzorgingskoppen ‚Ultrashape contour I’, ‚IPL Quantum SR 560’ met toebehoren en ‚Ls-Duet’ met toebehoren, alsook ‚Lumenis M22’?

2)      Ingeval de posten 9018 en 9019 niet van toepassing zijn, kunnen die goederen dan worden ingedeeld onder post 8543 van de [GN]?

3)      Zo neen, onder welke andere post kunnen zij volgens de interpretatie van de [GN] worden ingedeeld?”

 Beantwoording van de prejudiciële vragen

43      Met zijn vragen, die samen moeten worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de GN aldus moet worden uitgelegd dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten, die dienen voor de behandeling van dermo-vasculaire en dermatologische problemen en die werken met lasertechnologie en een technologie waarbij een hoge lichtsterkte wordt gebruikt, als instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde of toestellen voor mechanische therapie onder de posten 9018 of 9019 van de GN moeten worden ingedeeld, dan wel of de GN aldus moet worden uitgelegd dat deze producten als elektrische toestellen met een eigen functie onder post 8543 van de GN moeten worden ingedeeld.

44      Allereerst moet er vooraf aan worden herinnerd dat het Hof, wanneer aan hem een prejudiciële vraag wordt voorgelegd op het gebied van de tariefindeling, veeleer tot taak heeft de nationale rechter de criteria aan te reiken aan de hand waarvan deze de betrokken goederen correct in de GN kan indelen dan zelf deze indeling te verrichten, temeer daar het Hof niet altijd over de daarvoor noodzakelijke gegevens beschikt. De nationale rechter lijkt hiertoe in ieder geval beter toegerust (zie arrest Data I/O, C‑297/13, EU:C:2014:331, punt 36 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

45      Voorts moet volgens vaste rechtspraak, in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdeling of het hoofdstuk zijn omschreven (arrest Delphi Deutschland, C‑423/10, EU:C:2011:315, punt 23 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

46      Bovendien is het vaste rechtspraak dat de door de Commissie – wat de GN betreft – en door de WDO – wat het geharmoniseerde systeem betreft – inzake de omschrijving en de codering van goederen uitgewerkte toelichtingen, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen zijn bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten (arrest Delphi Deutschland, EU:C:2011:315, punt 24 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

47      Ten slotte zij er ook aan herinnerd dat voor de indeling onder de juiste post de bestemming van het product een objectief indelingscriterium kan zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie arrest Olicom, C‑142/06, EU:C:2007:449, punt 18).

48      Wat post 9018 van de GN betreft, blijkt uit de bewoordingen van deze post dat daartoe met name instrumenten, apparaten of toestellen voor de geneeskunde behoren. Uit de tekst van die post kunnen geen nadere preciseringen over de kenmerken van deze instrumenten, apparaten of toestellen worden afgeleid. Bij de producten die onder deze post vallen, worden ook apparaten die werken op basis van ultraviolette of infrarode straling vermeld.

49      Dienaangaande moet erop worden gewezen dat deze post volgens de GS-toelichting op post 9018 een groep instrumenten, apparaten en toestellen omvat waarvan het normaal gebruik in de regel de tussenkomst vergt van een persoon met een medische opleiding, zoals een arts, een chirurg, een tandarts, een dierenarts of een vroedvrouw, inzonderheid om een diagnose te stellen, een ziekte te voorkomen of te behandelen, of te opereren.

50      Hieruit volgt in de eerste plaats dat deze instrumenten, apparaten en toestellen in de meeste gevallen worden gebruikt door een persoon die werkzaam is in de gezondheidssector, zonder dat evenwel steeds het optreden van een dergelijk persoon vereist is, en in de tweede plaats dat die instrumenten, apparaten en toestellen zijn bestemd voor medische doeleinden.

51      Om vast te stellen of een product bestemd is voor medische doeleinden, moet rekening worden gehouden met alle relevante gegevens van het concrete geval, zoals die blijken uit de verwijzingsbeslissing, voor zover het gaat om de objectieve kenmerken en eigenschappen die inherent zijn aan dit product. Het staat aan de invoerder om – op het tijdstip van de invoer – het bewijs te leveren dat het betrokken product bestemd is voor medische doeleinden.

52      Een van de te beoordelen relevante gegevens betreft het gebruik waarvoor het product in kwestie volgens de producent dient, alsook de omstandigheden en de plaats van het gebruik ervan. Dat dit product bestemd is voor de behandeling van een of verschillende ziektes en deze behandeling in een gezondheidscentrum onder het toezicht van een persoon met een medische opleiding dient te worden verricht, vormen aanwijzingen waaruit kan worden afgeleid dat dit product bestemd is voor medische doeleinden. Dat een product in hoofdzaak tot esthetische verbeteringen leidt, dat het los van een medische context kan worden gebruikt, bij voorbeeld in een schoonheidssalon, zonder dat daarbij een gezondheidswerker optreedt, wijst er daarentegen op dat dit product niet bestemd is voor medische doeleinden.

53      Het feit dat voor een product de CE-markering is verkregen waaruit de conformiteit ervan als medisch hulpmiddel volgens de bepalingen van richtlijn 93/42 blijkt, is een van de elementen die in dit verband in aanmerking moeten worden genomen. Aangezien richtlijn 93/42 andere doelstellingen nastreeft dan die welke de GN beoogt en teneinde de samenhang te behouden tussen de uitlegging van de GN en die van het GS, dat is vastgesteld bij een internationaal verdrag dat door de Unie is ondertekend, kan de omstandigheid dat een product een CE-conformiteitsmarkering draagt echter niet doorslaggevend zijn voor de beoordeling of dit product bestemd is voor medische doeleinden in de zin van post 9018 van de GN.

54      De verwijzende rechter heeft tevens twijfels over de relevantie van andere aspecten, zoals de afmetingen en het gewicht van het betrokken product en de technologie die ervoor worden gebruikt, om uit te maken of dit product onder post 9018 van de GN valt. Volgens hem moeten de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten op basis van die gegevens immers worden onderscheiden van die waarop verordening nr. 119/2008 betrekking heeft en waarvoor de Commissie in deze verordening indeling onder post 9018 van de GN heeft uitgesloten.

55      In dit verband dient eraan te worden herinnerd dat een indelingsverordening een algemene strekking heeft, daar zij niet voor één bepaalde marktdeelnemer geldt, doch van toepassing is op alle producten die identiek zijn aan het product dat is onderzocht door het Comité douanewetboek, dat zijn advies heeft gegeven in de zin van die verordening. Om in het kader van de uitlegging van een indelingsverordening de werkingssfeer daarvan vast te stellen, moet onder meer rekening worden gehouden met de motivering ervan (arrest Krings, C‑130/02, EU:C:2004:122, punt 33 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

56      Het is juist dat verordening nr. 119/2008 niet rechtstreeks van toepassing is op de producten die aan de orde zijn in het hoofdgeding. Deze producten zijn immers niet identiek aan die waarop deze verordening ziet, aangezien zij onder meer verschillen wat hun afmetingen, gewicht en de ervoor gebruikte technologie betreft.

57      De toepassing naar analogie van een indelingsverordening, zoals verordening nr. 119/2008, op soortgelijke producten als die waarop deze verordening betrekking heeft, bevordert evenwel een coherente uitlegging van de GN en de gelijke behandeling van de ondernemers (zie in die zin arrest Krings, EU:C:2004:122, punt 35).

58      Volgens de motivering die in de derde kolom van de bijlage bij verordening nr. 119/2008 is opgenomen, is indeling – als geneeskundig instrument of apparaat – onder GN-code 9018 van de producten die in de eerste kolom van deze bijlage zijn opgesomd, uitgesloten, aangezien het apparaat niet voorziet in een medische behandeling en niet in de geneeskundige beroepspraktijk wordt gebruikt.

59      Bijgevolg zijn de afmetingen en het gewicht van een product alsook de ervoor gebruikte technologie niet doorslaggevend voor de indeling ervan onder deze post.

60      Wat post 9019 van de GN betreft, deze post omvat onder meer toestellen voor mechanische therapie. Uit de GS-toelichting op post 9019 blijkt dat deze toestellen in hoofdzaak worden gebruikt voor de behandeling van ziektes van gewrichten en spieren en dat deze behandeling in de regel wordt verricht volgens de aanwijzingen en onder het toezicht van een persoon met een medische opleiding. Hieruit volgt dat de in de punten 51 tot en met 53 van het onderhavige arrest aangegeven criteria betreffende de bestemming van het product voor medische doeleinden mutatis mutandis gelden voor de uitlegging van post 9019 van de GN.

61      De verwijzingsbeslissing bevat geen feitelijke gegevens waaruit kan worden afgeleid waarom deze post als relevant is beschouwd voor de tariefindeling van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten. Ter terechtzitting heeft Oliver Medical erop gewezen dat de verzorgingskoppen van het toestel „UltraShape Contour I” een apparaat voor mechanische therapie vormen dat wordt gebruikt om vetcellen te splitsen.

62      Voor zover dit een feitelijk gegeven betreft dat niet in de verwijzingsbeslissing is opgenomen maar dat voor het eerst ter terechtzitting is gebleken, staat het aan de verwijzende rechter om, rekening houdend met alle gegevens van het dossier en met inaanmerkingneming van de GS-toelichting op post 9019, na te gaan of een of meerdere van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten veeleer onder post 9019 van de GN dan onder post 8543 van de GN vallen.

63      Wat post 8543 van de GN betreft, deze post ziet op elektrische machines, apparaten en toestellen met een eigen functie, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van hoofdstuk 85. Volgens regel 3, onder a), voor de interpretatie van de GN, die tot het eerste deel, titel I, A, ervan behoort, heeft deze post een meer algemene strekking dan de posten 9018 en 9019 van de GN, zodat post 8543 van de GN enkel relevant is voor de indeling van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten indien deze niet onder de posten 9018 of 9019 van de GN vallen, waarbij het aan de verwijzende rechter staat om dit aan de hand van de in de punten 51 tot en met 59 van het onderhavige arrest genoemde criteria te beoordelen.

64      Gelet op de GN-toelichtingen op postonderverdeling 8543 70 90 is de verwijzende rechter van mening dat de verschillende posten van de GN die in het hoofdgeding relevant zijn, elkaar niet uitsluiten, en vraagt hij zich dan ook af welke draagwijdte hij aan deze respectieve posten dient te verlenen.

65      In dit verband dient er enerzijds op te worden gewezen dat voornoemde toelichtingen betrekking hebben op apparaten die werken op basis van ultraviolette straling, welke technologie niet lijkt overeen te komen met die van de producten in het hoofdgeding, waarbij het aan de verwijzende rechter staat om dit te verifiëren. Anderzijds moet worden benadrukt dat volgens zowel die toelichtingen als de GS-toelichting op post 9018 waarnaar in punt 49 van het onderhavige arrest is verwezen, de geneeskundige bestemming van een product het beslissende criterium voor de indeling van het betrokken product onder post 9018 van de GN is.

66      Voorts behoren tot de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten niet enkel diverse apparaten en toestellen maar ook de bijbehorende onderdelen, te weten de opzetstukken en de koppen.

67      Uit aantekening 2 op afdeling XVI van de GN blijkt dat, behoudens het bepaalde in aantekening 1 op deze afdeling en aantekening 1 op de hoofdstukken 84 en 85, delen en toebehoren van machines, behalve enkele uitzonderingen die niet van toepassing zijn in het hoofdgeding, met inachtneming van de in die aantekening vastgestelde regels moeten worden ingedeeld. Evenzo worden volgens aantekening 2 op hoofdstuk 90 van de GN, behoudens het bepaalde in aantekening 1 op dit hoofdstuk, delen en toebehoren van de bij dit hoofdstuk bedoelde machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen ingedeeld met inachtneming van de in die aantekening vastgestelde regels.

68      Bijgevolg moet worden onderzocht of de betrokken handtoestellen delen en toebehoren in de zin van die aantekeningen zijn.

69      Dienaangaande volgt uit de rechtspraak van het Hof betreffende de posten 8473, 8486 en 9018 van de GN dat het begrip „delen” de aanwezigheid impliceert van een geheel voor de werking waarvan deze delen onmisbaar zijn, en dat het begrip „toebehoren” de aanwezigheid impliceert van een verwisselbare uitrusting waardoor een apparaat voor speciale werkzaamheden kan worden aangepast of die het geschikt maakt voor bijkomende mogelijkheden of voor bijzondere werkzaamheden die verband houden met de hoofdfunctie van de machine (zie arrest Rohm & Haas Electronic Materials CMP Europe e.a., C‑336/11, EU:C:2012:500, punt 34 en aldaar aangehaalde rechtspraak). Teneinde een samenhangende en uniforme toepassing van het gemeenschappelijke douanetarief te verzekeren, gelden deze definities van de begrippen „delen” en „toebehoren” in voorkomend geval ook voor de posten 8543, 9018 en 9019 van de GN.

70      Het staat aan de verwijzende rechter om – tegen de achtergrond van de in het vorige punt van het onderhavige arrest verstrekte aanwijzingen – vast te stellen of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde handtoestellen moet worden aangemerkt als delen en toebehoren van een van de betrokken apparaten, en deze derhalve overeenkomstig aantekening 2 op afdeling XVI van de GN dan wel volgens aantekening 2 op hoofdstuk 90 daarvan moeten worden ingedeeld.

71      Het staat eveneens aan de verwijzende rechter om – aan de hand van de in het onderhavige arrest uiteengezette criteria alsook op basis van alle beschikbare feitelijke gegevens – na te gaan of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde producten onder de posten 9018 of 9019 van de GN of, indien dat niet het geval is, onder post 8543 van de GN moeten worden ingedeeld.

72      Gelet op alle voorgaande overwegingen moet op de gestelde vragen worden geantwoord dat de GN aldus moet worden uitgelegd dat, om te bepalen of producten zoals die welke aan de orde zijn in het hoofdgeding veeleer als instrumenten, apparaten en toestellen voor geneeskundige doeleinden onder post 9018 van de GN of als toestellen voor mechanische therapie onder post 9019 van de GN dan als elektrische toestellen met een eigen functie onder post 8543 van de GN moeten worden ingedeeld, rekening moet worden gehouden met alle relevante gegevens van het concrete geval, voor zover het daarbij gaat om de objectieve kenmerken en eigenschappen die inherent zijn aan deze producten. Tot de te beoordelen relevante gegevens behoren het gebruik waarvoor de producten in kwestie volgens de producent dienen, alsook de omstandigheden en de plaats van het gebruik ervan. Dat deze producten bestemd zijn voor de behandeling van een of verschillende ziektes en deze behandeling in een gezondheidscentrum onder het toezicht van een persoon met een medische opleiding dient te worden verricht, vormen aanwijzingen waaruit kan worden afgeleid dat die producten bestemd zijn voor geneeskundige doeleinden. Dat de producten in hoofdzaak tot esthetische verbeteringen leiden en los van een medische context kunnen worden gebruikt, bij voorbeeld in een schoonheidssalon, zonder dat daarbij een gezondheidswerker optreedt, wijst er daarentegen op dat deze producten niet bestemd zijn voor geneeskundige doeleinden. De afmetingen, het gewicht en de gebruikte technologie zijn niet doorslaggevend voor de indeling van producten, zoals die welke aan de orde zijn in het hoofdgeding, onder post 9018 van de GN.

 Kosten

73      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof (Tiende kamer) verklaart voor recht:

De gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, in de versies die achtereenvolgens voortvloeien uit verordening (EG) nr. 1214/2007 van de Commissie van 20 september 2007, verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008, verordening (EG) nr. 948/2009 van de Commissie van 30 september 2009, verordening (EU) nr. 861/2010 van de Commissie van 5 oktober 2010, en verordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011, moet aldus worden uitgelegd dat, om te bepalen of producten zoals die welke aan de orde zijn in het hoofdgeding veeleer als instrumenten, apparaten en toestellen voor geneeskundige doeleinden onder post 9018 van deze nomenclatuur of als toestellen voor mechanische therapie onder post 9019 daarvan dan als elektrische toestellen met een eigen functie onder post 8543 van die nomenclatuur moeten worden ingedeeld, rekening moet worden gehouden met alle relevante gegevens van het concrete geval, voor zover het daarbij gaat om de objectieve kenmerken en eigenschappen die inherent zijn aan deze producten. Tot de te beoordelen relevante gegevens behoren het gebruik waarvoor de producten in kwestie volgens de producent dienen, alsook de omstandigheden en de plaats van het gebruik ervan. Dat deze producten bestemd zijn voor de behandeling van een of verschillende ziektes en deze behandeling in een gezondheidscentrum onder het toezicht van een persoon met een medische opleiding dient te worden verricht, vormen aanwijzingen waaruit kan worden afgeleid dat die producten bestemd zijn voor geneeskundige doeleinden. Dat de producten in hoofdzaak tot esthetische verbeteringen leiden en los van een medische context kunnen worden gebruikt, bij voorbeeld in een schoonheidssalon, zonder dat daarbij een gezondheidswerker optreedt, wijst er daarentegen op dat deze producten niet bestemd zijn voor geneeskundige doeleinden. De afmetingen, het gewicht en de gebruikte technologie zijn niet doorslaggevend voor de indeling van producten, zoals die welke aan de orde zijn in het hoofdgeding, onder post 9018 van de gecombineerde nomenclatuur.

ondertekeningen


* Procestaal: Lets.