Language of document : ECLI:EU:T:2015:654

Zaak T‑421/07 RENV

Deutsche Post AG

tegen

Europese Commissie

„Staatssteun – Postbestelling – Maatregelen van de Duitse autoriteiten ten gunste van Deutsche Post AG – Besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, EG – Procesbelang – Hervatting van een beëindigde procedure – Gevolgen van een arrest houdende nietigverklaring”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 18 september 2015

1.      Hogere voorziening – Procesbelang – Voorwaarde – Hogere voorziening die de rekwirant een voordeel kan opleveren

2.      Handelingen van de instellingen – Intrekking – Onrechtmatige handelingen – Besluit van de Commissie tot beëindiging van een formele onderzoeksprocedure – Voorwaarden – Inachtneming van een redelijke termijn en van het vertrouwensbeginsel – Mogelijkheid tot intrekking niet beperkt tot alleen de in artikel 9 van verordening nr. 659/1999 bedoelde situatie

(Art. 88, lid 2, EG; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 9)

3.      Steunmaatregelen van de staten – Besluit van de Commissie tot hervatting van een beëindigde formele onderzoeksprocedure – Geen herroeping of intrekking van het besluit tot beëindiging – Ontoelaatbaarheid

(Art. 88, lid 2, EG; verordening nr. 659/1999 van de Raad)

4.      Steunmaatregelen van de staten – Besluit van de Commissie tot hervatting van een beëindigde formele onderzoeksprocedure – Beoordeling van de rechtmatigheid aan de hand van de gegevens die beschikbaar waren op het tijdstip van de vaststelling van het besluit – Overwegingen achteraf – Geen invloed

(Art. 88, lid 2, EG)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 29, 33‑35)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 45‑47)

3.      Geen enkele bepaling van verordening nr. 659/1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag biedt de Commissie de mogelijkheid om een – beëindigde – formele onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 88, lid 2, EG te hervatten en een nieuw besluit vast te stellen zonder het besluit tot beëindiging te herroepen of in te trekken.

Hoewel een dergelijke hervatting door verordening nr. 659/1999 niet uitdrukkelijk wordt verboden, zou zij in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel en de geest van die verordening, waarvan overweging 3 leert dat de noodzaak om de rechtszekerheid te vergroten een van de redenen was om de verordening vast te stellen en waarvan overweging 9 bepaalt dat de formele onderzoeksprocedure wordt afgesloten met een eindbeslissing.

Een dergelijke hervatting zou immers meebrengen dat twee onverenigbare besluiten in de rechtsorde naast elkaar bestaan. Indien wordt aanvaard dat de Commissie een beëindigde formele onderzoeksprocedure kan hervatten en een nieuw besluit kan nemen zonder het besluit tot beëindiging voorafgaandelijk te herroepen of in te trekken, zou de Commissie bovendien in staat zijn op elk ogenblik van dat besluit terug te komen, zodat de bij de beëindigde onderzoeksprocedure betrokken partijen niet de minste zekerheid over hun juridische situatie zouden hebben.

Bijgevolg moet de nietigverklaring door de Unierechter van het besluit waarmee een formele onderzoeksprocedure wordt beëindigd, bij ontstentenis van de intrekking of herroeping van dat besluit worden geacht een noodzakelijke en voorafgaande formele voorwaarde te zijn om die procedure te hervatten. De bij de formele onderzoeksprocedure betrokken partijen zouden anders in onzekerheid komen te verkeren over de aard van het besluit tot hervatting, wat onverenigbaar is met de noodzaak om de rechtszekerheid te vergroten, die een van de redenen was om verordening nr. 659/1999 vast te stellen.

(cf. punten 50‑52, 62)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 55)