Zaak T‑247/12

Argo Group International Holdings Ltd

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapsbeeldmerk ARIS – Ouder gemeenschapsbeeldmerk ARISA ASSURANCES S.A. – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Overeenstemmende tekens – Co-existentie van de oudere merken op de markt – Amerikaans rechtsbeginsel van de zogeheten ,Morehouse defense’ – Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 20 mei 2014

1.      Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Duidelijke en nauwkeurige uiteenzetting van de aangevoerde middelen

(Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c)

2.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beoordelingscriteria

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

3.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beoordeling van het verwarringsgevaar – Aandachtsniveau van het publiek

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

4.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beeldmerken ARIS en ARISA ASSURANCES S.A.

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

5.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Overeenstemming van de betrokken merken – Beoordelingscriteria – Samengesteld merk – Bepaling van het dominerende bestanddeel of de dominerende bestanddelen

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

6.      Gemeenschapsmerk – Beslissingen van het Bureau – Wettigheid – Onderzoek door de Unierechter – Inachtneming van het Amerikaanse rechtsbeginsel van de zogeheten „Morehouse defense” – Daarvan uitgesloten

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad)

7.      Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Co-existentie van oudere merken op de markt – Invloed

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 17, 19)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 22, 32, 53)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 23)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 28, 54)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 35, 36)

6.      De rechtmatigheid van een bestreden beslissing van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) kan niet worden beoordeeld aan de hand van het zogeheten „Morehouse defense”-beginsel uit het Amerikaanse recht, krachtens hetwelk een persoon die oppositie tegen de inschrijving van een merk instelt, niet kan worden geacht door deze inschrijving te zijn benadeeld wanneer de merkaanvrager reeds een met het aangevraagde merk gelijk of in wezen analoog merk heeft ingeschreven voor dezelfde of in wezen soortgelijke waren of diensten. Het communautaire merkensysteem is immers een autonoom systeem, dat uit een samenstel van regels bestaat en eigen doelstellingen nastreeft, en waarvan de toepassing losstaat van enig nationaal systeem, en de rechtmatigheid van de beslissingen van de kamers van beroep moet enkel worden getoetst aan verordening nr. 207/2009 inzake het gemeenschapsmerk, zoals door de Unierechter uitgelegd.

(cf. punten 55, 56)

7.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 57)