Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 9 augustus 2004 ingesteld door Jörg-Michael Fetzer tegen Europees Parlement

(Zaak T-330/04)

Procestaal: Duits

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 9 augustus 2004 beroep ingesteld tegen Europees Parlement door Jörg-Michael Fetzer, wonende te Tübingen (Duitsland), vertegenwoordigd door Matthias Bauer, advocaat.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

─    vast te stellen dat verweerder verzoekers rechten in het kader van vergelijkend onderzoek PE/96/A (Administrateurs - m/v) heeft geschonden;

─    verzoeker toe te laten tot de tweede fase van een gelijkaardig vergelijkend onderzoek als onderzoek PE/96/A;

─    subsidiair, verweerder te veroordelen tot betaling van een billijke schadevergoeding van ten minste één netto maandsalaris.

Middelen en voornaamste argumenten

In juli 2002 schreef verzoeker zich in voor het vergelijkend onderzoek PE/96/A van het Europees Parlement. Op het inschrijvingsformulier vermeldde hij dat hij gehandicapt was doordat hij maar over twee procent van het normale gezichtsvermogen beschikte. Verzoeker stelt dat hij wegens het ontbreken in de examenvoorwaarden van maatregelen ter compensatie van handicaps, geen toestemming kreeg om de schriftelijke uiteenzetting met de computer te schrijven en dat evenmin werd ingegaan op zijn verzoek om extra tijd.

Verzoeker voert aan dat hij door de moeilijkheden in verband met zijn handicap onvoldoende tijd had gehad om alle multiplechoicevragen door te nemen en correct te beantwoorden. Hij betoogt dat hij één van de 180 beste kandidaten zou zijn geweest en dus tot de volgende fase van het vergelijkend onderzoek zou zijn toegelaten, als hem de gewenste maatregelen ter compensatie van zijn handicap waren toegekend. Daarom verzocht hij het Gerecht vast te stellen dat de gevraagde compensatiemaatregelen hem ten onrechte zijn geweigerd.

____________