Beschikking van het Gerecht van 24 maart 2011 - Internationaler Hilfsfonds / Commissie
["Beroep tot nietigverklaring - Toegang tot documenten - Verordening (EG) nr. 1049/2001 - Documenten betreffende LIEN-overeenkomst 97-2011 - Antwoord op initieel verzoek - Beroepstermijn - Kennelijke niet-ontvankelijkheid - Stilzwijgende weigering tot toegang - Procesbelang - Na instelling van beroep vastgesteld uitdrukkelijk besluit - Afdoening zonder beslissing"]
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Internationaler Hilfsfonds e.V. (Rosbach, Duitsland) (vertegenwoordigers: aanvankelijk H. Kaltenecker, vervolgens R. Bôhm, en ten slotte H. Kaltenecker, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Costa de Oliveira en T. Scharf, gemachtigden)
Interveniënt aan de zijde van verzoekende partij: Koninkrijk Denemarken (vertegenwoordigers: aanvankelijk B. Weis Fogh en V. Pasternak Jørgensen, vervolgens V. Pasternak Jørgensen, C. Yang en S. Juul Jørgensen, gemachtigden)
Voorwerp
Nietigverklaring van de beschikkingen van de Commissie van 9 oktober 2009 en 1 december 2009 waarbij verzoekster volledige toegang tot het dossier betreffende LIEN-overeenkomst 97-2011 is geweigerd
Dictum
Het beroep tot nietigverklaring, voor zover het is gericht tegen de beschikking van de Commissie van 9 oktober 2009, wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Er hoeft niet meer te worden beslist op de vorderingen van Internationaler Hilfsfonds eV, strekkende tot nietigverklaring van het stilzwijgend besluit van de Europese Commissie houdende afwijzing van haar verzoek van 15 oktober 2009 om toegang tot de documenten betreffende LIEN-overeenkomst 97-2011.
Internationaler Hilfsfonds wordt verwezen in haar eigen kosten alsook in de kosten van de Commissie wat de vorderingen tot nietigverklaring betreft, voor zover zij waren gericht tegen de beschikking van de Commissie van 9 oktober 2009.
De Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten alsook in de kosten van Internationaler Hilfsfonds wat de vorderingen tot nietigverklaring betreft, voor zover zij waren gericht tegen de beschikking van de Commissie van 1 december 2009.
Het Koninkrijk Denemarken wordt verwezen in zijn eigen kosten.
____________1 - PB C 100 van 17.4.2010.