Language of document :

Beroep ingesteld op 16 augustus 2021 – Saure / Commissie

(Zaak T-506/21)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Hans-Wilhelm Saure (Berlijn, Duitsland) (vertegenwoordiger: C. Partsch, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 9 juni 2021 tot afwijzing van verzoekers verzoek tot inzage in documenten van de Commissie middels afgifte van kopieën van alle notulen, samenvattingen, mededelingen, nota’s, documenten met betrekking tot vergaderingen, onderhandelingen, besluiten, voorstellen, processen-verbaal, e-mailverkeer, briefwisseling, transcripties van telefoongesprekken – in het bijzonder in verband met Advance Purchase Agreements (aankoopovereenkomsten) – en specifieke overeenkomsten van het zogeheten „Steering Committee” (stuurgroep) en het „Joint Negotiation Team” (gezamenlijke onderhandelingsteam) met farmaceutische bedrijven over de levering van Covid-19-vaccins ter bestrijding van de corona-epidemie. Onder Advance Purchase Agreements (aankoopovereenkomsten) wordt hier verstaan: elke overeenkomst voor de aankoop, levering, beveiliging, reservering of ontwikkeling van Covid-19-vaccins voor EU-lidstaten;

verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker twee middelen aan.

Eerste middel: verzoeker stelt dat hij krachtens artikel 2, lid 1, van verordening (EG) nr. 1049/20011 een recht van toegang tot de litigieuze documenten van de Europese Commissie heeft. De afwijzing door de Commissie schendt deze bepaling.

Tweede middel: verzoeker voert aan dat er geen uitsluitingsgronden in de weg staan aan zijn recht van toegang. Inzonderheid de uitsluitingsgrond van artikel 4, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 1049/2001 staat niet in de weg aan verzoekers verzoek. De gevraagde informatie moet om verschillende redenen van algemeen belang worden verstrekt. Daarom zou een eventuele inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu rechtmatig zijn. Voorts moet het gevaar van een inbreuk specifiek en onomstotelijk worden aangetoond. Verweerster heeft echter niet voldaan aan deze bewijslast.

____________

1     Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).