Language of document :

Beroep ingesteld op 25 januari 2011 -Kastenholz / BHIM - qwatchme (Wijzerplaten)

(Zaak T-68/11)

Taal van het verzoekschrift: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Erich Kastenholz (Troisdorf, Duitsland) (vertegenwoordiger: L. Acker, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: qwatchme A/S (Vejle East, Denemarken)

Conclusies

de beslissing van de derde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 2 november 2010 in zaak R 1086/2009-3 vernietigen;

de zaak terugverwijzen naar de kamer van beroep voor onderzoek van de door verzoeker aangevoerde auteursrechtelijke bescherming, die door de nietigheidafdeling niet naar behoren is onderzocht;

het BHIM verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmodel waarvan nietigverklaring is gevorderd: model nr. 602636-003, dat een wijzerplaat weergeeft.

Houdster van het gemeenschapsmodel: qwatchme A/S

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmodel vordert: verzoeker

Staving van de vordering tot nietigverklaring: schending van artikel 25, lid 1, sub b, juncto artikel 4, alsmede schending van artikel 25, lid 1, sub f, van verordening (EG) nr. 6/20021 wegens het ontbreken van nieuwheid en schending van het auteursrecht op het kunstwerk van Paul Heimbach.

Beslissing van de nietigheidsafdeling: afwijzing van de vordering tot nietigverklaring

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 25, lid 1, sub b, juncto artikelen 5 en 6 van verordening (EG) nr. 6/2002, daar de kamer van beroep in haar beslissing geen duidelijk onderscheid heeft gemaakt tussen de kenmerken "nieuwheid" en "eigen karakter", alsmede schending van artikel 25, lid 1, sub f, van verordening (EG) nr. 6/2002, daar noch de kamer van beroep noch de nietigheidsafdeling van het BHIM volgens de regels heeft onderzocht of in het gemeenschapsmodel zonder toestemming gebruik wordt gemaakt van een werk dat in Duitsland auteursrechtelijk is beschermd.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen (PB 2002, L 3, blz. 1).