Language of document : ECLI:EU:T:2013:470





Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 16 september 2013 – Bank Kargoshaei e.a./Raad

(Zaak T‑8/11)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Motiveringsplicht – Rechten van verdediging – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Gewettigd vertrouwen – Heronderzoek van vastgestelde beperkende maatregelen – Beoordelingsfout – Gelijke behandeling – Rechtsgrondslag – Wezenlijke vormvoorschriften – Evenredigheid – Eigendomsrecht”

1.                     Gerechtelijke procedure – Handelingen waarbij bestreden handelingen in loop van geding worden ingetrokken en vervangen – In loop van geding ingediend verzoek tot aanpassing van vordering tot nietigverklaring – Termijn voor indiening van dergelijk verzoek – Aanvang – Datum van mededeling van nieuwe handeling aan betrokkenen (Art. 263, zesde alinea, VWEU; besluit 2011/783/GBVB van de Raad; verordeningen van de Raad nr. 1245/2011 en nr. 267/2012) (cf. punten 38, 40‑42)

2.                     Gerechtelijke procedure – Besluit waarbij in loop van geding inmiddels ingetrokken bestreden besluit wordt vervangen – Toelaatbaarheid van nieuwe vorderingen – Grenzen – Hypothetische handelingen die nog niet zijn genomen (cf. punt 47)

3.                     Recht van Europese Unie – Grondrechten – Personele werkingssfeer – Rechtspersonen die emanaties van derde staten zijn – Daaronder begrepen – Verantwoordelijkheid van derde staat voor eerbiediging van grondrechten op zijn eigen grondgebied – Geen invloed (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 17, 41 en 47) (cf. punten 51, 53, 55, 58)

4.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting tot mededeling van motivering aan belanghebbende tegelijk met of onmiddellijk na vaststelling van voor hem bezwarende handeling – Grenzen – Veiligheid van Unie en lidstaten of onderhouden van hun internationale betrekkingen – Recht op toegang tot documenten op voorwaarde dat verzoek daartoe bij Raad is ingediend (Art. 296, tweede alinea, VWEU; besluit 2010/413/GBVB van de Raad, art. 24, lid 3; verordeningen van de Raad nr. 423/2007, art. 15, lid 3, nr. 961/2010, art. 36, lid 3, en nr. 267/2012, art. 46, lid 3) (cf. punten 62‑64, 67, 68, 82, 83, 89)

5.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op rechtmatigheid van handelingen van instellingen – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting tot mededeling van belastende elementen tegelijk met of onmiddellijk na bezwarende handeling (cf. punt 69)

6.                     Recht van Europese Unie – Beginselen – Rechten van verdediging – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Recht op voorafgaand formeel verhoor – Geen (Besluit 2010/413/GBVB van de Raad, art. 24, lid 3; verordeningen van de Raad nr. 423/2007, art. 15, lid 3, nr. 961/2010, art. 36, lid 3, en nr. 267/2012, art. 46, lid 3) (cf. punt 96)

7.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter bestrijding van nucleaire proliferatie– Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Rechterlijk wettigheidstoezicht – Omvang – Verdeling van bewijslast – Besluit dat is genomen op basis van door lidstaten verstrekte en niet aan Unierechter meegedeelde informatie – Ontoelaatbaarheid (Besluiten 2010/644/GBVB en 2011/783/GBVB van de Raad; verordeningen van de Raad nr. 423/2007, nr. 961/2010 en nr. 267/2012) (cf. punten 113, 114, 116, 117)

8.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Strekking – Tegoeden en middelen van in derde staat gelegen inrichting – Daarvan uitgesloten – Grenzen – Tegoeden gebruikt voor handelsverrichtingen die geheel of gedeeltelijk in Unie worden uitgevoerd (Verordeningen van de Raad nr. 423/2007, art. 18, nr. 961/2010, art. 39, en nr. 267/2012, art. 49) (cf. punten 125‑127)

9.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Keuze van rechtsgrondslag – Rechtsgrondslag artikel 215 VWEU in plaats van artikel 75 VWEU (Art. 75 VWEU en 215 VWEU; besluit 2010/644/GBVB van de Raad; verordening nr. 961/2010 van de Raad) (cf. punten 154‑157, 160‑168)

10.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Keuze van rechtsgrondslag – Maatregelen die verder gaan dan die waartoe Raad van Verenigde Naties heeft besloten – Geen invloed – Geen schending van evenredigheidsbeginsel (Art. 29 VEU; art. 215 VWEU; besluit 2010/413/GBVB van de Raad) (cf. punten 163, 175‑177)

11.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Besluit genomen in kader van EU-Verdrag – Verplichting van Raad om beperkende uitvoeringsmaatregelen te nemen – Geen (Art. 29 VEU; art. 215 VWEU; besluit 2010/413/GBVB van de Raad; verordening nr. 961/2010 van de Raad) (cf. punten 186, 187, 190)

Voorwerp

Enerzijds een verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2010/644/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 tot wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 281, blz. 81), verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB L 281, blz. 1), besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB (PB L 319, blz. 71), uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening nr. 961/2010 (PB L 319, blz. 11), en verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), en anderzijds een verzoek tot nietigverklaring van alle latere verordeningen of besluiten tot aanvulling of tot wijziging van een van de bestreden handelingen, die van kracht zijn op de datum waarop de mondelinge behandeling wordt gesloten

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Raad van de Europese Unie zal zijn eigen kosten dragen alsook die van Bank Kargoshaei, Bank Melli Iran Investment Company, Bank Melli Iran Printing and Publishing Company, Cement Investment & Development Co., Mazandaran Cement Company, Melli Agro-chemical Company en Shomal Cement Co.

3)

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.