Language of document :

Zaak T253/17

Der Grüne Punkt – Duales System Deutschland GmbH

tegen

Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie

„Uniemerk – Procedure tot vervallenverklaring – Collectief Uniebeeldmerk dat een cirkel met twee pijlen weergeeft – Normaal gebruik van het merk – Gedeeltelijk verval – Gedeeltelijke vervallenverklaring – Artikel 15, lid 1, van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 18, lid 1, van verordening (EU) 2017/1001] – Artikel 51, lid 1, onder a), van verordening nr. 207/2009 [thans artikel 58, lid 1, onder a), van verordening 2017/1001] – Regel 22, lid 4, van verordening (EG) nr. 2868/95 [thans artikel 10, lid 4, van gedelegeerde verordening (EU) 2018/625] – Aanbrengen van het merk op verpakkingen – Perceptie van het relevante publiek”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 12 december 2018

1.      Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Gronden voor verval – Geen normaal gebruik van het merk – Bewijs van het gebruik van het oudere merk – Normaal gebruik – Begrip – Beoordelingscriteria – Collectief merk

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 15, lid 1, en 51, lid 1, a)]

2.      Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Gronden voor verval – Geen normaal gebruik van het merk – Bewijs van het gebruik van het oudere merk – Gedeeltelijk gebruik – Invloed – Begrip „deel van de waren of diensten” waarop de inschrijving betrekking heeft

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 15, lid 1, en 51, lid 1, a)]

3.      Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Gronden voor verval – Geen normaal gebruik van het merk – Bewijs van het gebruik van het oudere merk – Normaal gebruik – Begrip – Beoordelingscriteria – Overlegging van verpakkingen – Perceptie van het relevante publiek

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 15, lid 1, en 51, lid 1, a); verordening nr. 2868/95, art. 1, regel 22, lid 4]

4.      Uniemerk – Afstand, verval en nietigheid – Gronden voor verval – Geen normaal gebruik van het merk – Collectief beeldmerk dat een cirkel met twee pijlen weergeeft

[Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 15, lid 1, en 51, lid 1, a)]

1.      Uit de rechtspraak blijkt dat van een merk een normaal gebruik wordt gemaakt wanneer het, overeenkomstig zijn wezenlijke functie, te weten het waarborgen van de identiteit van de oorsprong van de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, wordt gebruikt teneinde voor die waren of diensten een afzet te vinden of te behouden, met uitsluiting van symbolisch gebruik dat alleen ertoe strekt de aan de inschrijving verbonden rechten te behouden. In dit verband dient te worden gepreciseerd dat de wezenlijke functie van een collectief Uniemerk evenzo erin bestaat, de waren of diensten van de leden van de vereniging die merkhouder is te onderscheiden van die van andere ondernemingen.

Bij de beoordeling of van het merk een normaal gebruik is gemaakt, moet rekening worden gehouden met alle feiten en omstandigheden aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de commerciële exploitatie ervan reëel is, inzonderheid de gebruiken die in de betrokken economische sector gerechtvaardigd worden geacht om voor de door het merk beschermde waren of diensten marktaandelen te behouden of te verkrijgen, de aard van die waren of diensten, de kenmerken van de markt en de omvang en de frequentie van het gebruik van het merk.

Bovendien kan een normaal gebruik van een merk niet op basis van waarschijnlijkheden of vermoedens worden aangetoond, maar moet het berusten op concrete en objectieve gegevens die een daadwerkelijk en afdoend gebruik van het merk op de betrokken markt bewijzen. Er dient een algemene beoordeling te worden verricht, die rekening houdt met alle relevante factoren van het concrete geval en een zekere onderlinge samenhang tussen de in aanmerking genomen factoren veronderstelt.

(zie punten 26‑28)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 29)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 34, 35)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 36‑46)