Language of document :

Beroep ingesteld op 7 juli 2016 – Koninkrijk Spanje / Europees Parlement

(Zaak C-377/16)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: M. J. García-Valdecasas Dorrego, gemachtigde)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling – Arbeidscontractanten – Functiegroep I – Chauffeurs (m/v) – EP/CAST/S/16/20161 nietig verklaren.

het Europees Parlement verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1.    Eerste middel: schending van de artikelen 1 en 2 van verordening 1/582 en artikel 22 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie3 , door het beperken van de regeling voor de communicatie tussen EPSO en de kandidaat, welke uitsluitend kan plaatsvinden in het Engels, Frans en Duits, hetgeen ook geldt voor het sollicitatieformulier.

2.    Tweede middel: schending van artikel 82 van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, die deel uitmaakt van het Statuut van de ambtenaren, door het stellen van het vereiste van voldoende kennis van een tweede officiële taal van de Unie, zonder dat dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken die de geselecteerde kandidaten moeten verrichten.

3.    Derde middel: schending van de artikelen 1 en 6 van verordening nr. 1/58, artikel 22 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, artikel 1 quinquies, leden 1 en 6, van het Statuut van de ambtenaren en artikel 82 van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, door de keuze van de tweede taal ten onrechte te beperken tot slechts drie talen, te weten Engels, Frans en Duits, met uitsluiting van de andere officiële talen van de Europese Unie.

4.    Vierde middel: de keuze voor Engels, Frans en Duits als tweede taal van de oproep vormt een willekeurige keuze die leidt tot een door artikel 1 van verordening 1/58, artikel 22 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 1 quinquies, leden 1 en 6, van het Statuut van de ambtenaren verboden discriminatie op grond van taal.

____________

1 PB 2016, C 131 A, blz. 1.

2 Verordening nr. 1 van de Raad, van 15 april 1958, tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 1958, 17, blz. 358), laatstelijk gewijzigd bij verordening (EU) nr. 517/2013 van de Raad (PB 2013, L 158, blz. 1).

3 PB 2016, C 202, blz. 389.