Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 7 oktober 2015 –
Zentralverband des Deutschen Bäckerhandwerks/Commissie

(Zaak T‑49/14)

„Beschermde geografische aanduiding – ‚Kołocz śląski’ of ‚Kołacz śląski’ – Nietigheidsprocedure – Rechtsgrondslag – Verordening (EG) nr. 510/2006 – Verordening (EU) nr. 1151/2012 – Gronden voor nietigverklaring – Grondrechten”

1.                     Handelingen van de instellingen – Toepassing ratione temporis – Procedureregels – Regels van materieel recht – Onderscheid (Verordening nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad, art. 54; verordening nr. 510/2006 van de Raad, art. 12) (cf. punten 26‑29)

2.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Bescherming van het gewettigd vertrouwen – Grenzen – Toepassing van een nieuwe regeling op de toekomstige gevolgen van onder de eerdere regeling ontstane situaties – Schending – Geen (cf. punt 31)

3.                     Landbouw – Eenvormige wettelijke regelingen – Bescherming van de geografische aanduidingen en de oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen – Verordening nr. 1151/2012 – Procedure tot nietigverklaring van een inschrijving – Gronden voor nietigverklaring – Mogelijkheid om zich te beroepen op gronden die uitsluitend in de oppositieprocedure gelden – Daarvan uitgesloten (Verordening nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad, art. 10, 51 en 54) (cf. punten 62‑64, 67, 81, 82)

4.                     Handelingen van de instellingen – Geldigheid – Afbreuk aan de fundamentele rechten – Toetsing uitsluitend aan het Unierecht (cf. punt 87)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit 2013/663/EU van de Commissie van 14 november 2013 betreffende de afwijzing van een verzoek tot annulering van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, als bedoeld in verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad [Kołocz śląski/kołacz śląski (BGA)] (PB L 306, blz. 40)

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) Zentralverband des Deutschen Bäckerhandwerks eV wordt verwezen in de kosten.