Language of document : ECLI:EU:T:2009:392

Zaak T‑380/06

Vischim Srl

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Gewasbeschermingsmiddelen – Werkzame stof chloorthalonil – Wijziging van opneming in bijlage I bij richtlijn 91/414/EEG – Richtlijn 2006/76/EG – Terugwerkende kracht – Ontbreken van overgangsperiode – Rechtszekerheid – Gewettigd vertrouwen – Gelijkheidsbeginsel”

Samenvatting van het arrest

1.      Landbouw – Harmonisatie van wetgevingen – Op markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen – Richtlijn 91/414

(Verordening nr. 3600/92 van de Commissie, art. 8, lid 3, sub a; richtlijn 91/414 van de Raad, art. 8, lid 2)

2.      Landbouw – Harmonisatie van wetgevingen – Op markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen – Richtlijn 91/414

(Richtlijn 91/414 van de Raad)

1.      Door niet te voorzien in een overgangsperiode voor het nieuwe onderzoek van de bestaande nationale toelatingen na een wijziging van de opneming van een werkzame stof in bijlage I bij richtlijn 91/414 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen schendt de Commissie artikel 8, lid 2, van richtlijn 91/414 noch artikel 8, lid 3, sub a, van verordening nr. 3600/92 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van richtlijn 91/414, en wijkt zij evenmin af van haar eerdere praktijk.

(cf. punt 80)

2.      De toepassing met terugwerkende kracht van een nieuwe, minder strenge specificatie, die is ingevoerd in het kader van een wijziging van de opneming van een werkzame stof in bijlage I bij richtlijn 91/414 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, schendt het rechtszekerheidsbeginsel noch het vertrouwensbeginsel.

Het rechtszekerheidsbeginsel verzet zich immers ertegen dat een gemeenschapshandeling reeds vóór de bekendmaking ervan van kracht is, behalve, bij wijze van uitzondering, indien dit voor het te bereiken doel noodzakelijk is en het gewettigd vertrouwen van de belanghebbenden naar behoren in acht is genomen.

Wat de eerste voorwaarde betreft, wil de Commissie, door de bij richtlijn 2006/76 tot wijziging van richtlijn 91/414 gewijzigde specificatie voor de werkzame stof chloorthalonil terugwerkende kracht te verlenen, vermijden dat de lidstaten verplicht zouden zijn de striktere specificatie van richtlijn 2005/53, zij het zeer korte tijd, toe te passen. Vaststaat dus dat het te bereiken doel eist dat de Commissie terugwerkende kracht verleent aan de nieuwe, minder strenge specificatie.

Wat de tweede voorwaarde betreft, kan de terugwerkende kracht van de gewijzigde specificatie op zichzelf het gewettigd vertrouwen van de betrokken markdeelnemers niet aantasten, aangezien de voorziene gewijzigde specificatie uitsluitend tot doel heeft de opnemingsvoorwaarden te versoepelen. Wanneer een verzoeker zelf de aanzet heeft gegeven tot een wijziging die de eisen voor de toelating van zijn producten versoepelt, kan het niet voorzien in een overgangsperiode om die verzoeker de gelegenheid te geven zich aan de nieuwe eisen aan te passen, niet in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.

(cf. punten 82, 86‑88, 91, 99)