Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 1 februari 2024 – NM, OU / TE

(Zaak C-77/24, Wunner1 )

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberste Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: NM, OU

Verwerende partij: TE

Prejudiciële vragen

1)    Moet artikel 1, lid 2, onder d), van verordening (EG) nr. 864/20071 aldus worden uitgelegd dat het ook van toepassing is op vorderingen tot schadevergoeding jegens een orgaan van een vennootschap waarbij een schuldeiser van de vennootschap zich beroept op onrechtmatige daad wegens schending van „Schutzgesetze” [schutznormen, wetten strekkende tot bescherming tegen schade] (zoals bijvoorbeeld bepalingen van het recht inzake kansspelen) door dat orgaan?

2)    Voor het geval dat de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord:

Moet artikel 4, lid 1, van genoemde verordening aldus worden uitgelegd dat in het geval van een vordering tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad, wegens geleden gokverliezen, jegens een orgaan van een vennootschap die zonder concessie in Oostenrijk een online kansspel aanbiedt, de plaats waar de schade zich voordoet,

a)    de plaats is waar de speler overmakingen vanaf zijn bankrekening naar de door de vennootschap aangehouden spelersrekening verricht;

b)    de plaats is waar de vennootschap de spelersrekening aanhoudt, waarop betalingen van de speler, winsten, verliezen en bonussen worden geboekt;

c)    de plaats is waar de speler zijn inzet op deze spelersrekening betaalt, die uiteindelijk tot verlies leidt;

d)    de woonplaats van de speler als plaats van zijn vordering tot uitbetaling van zijn tegoed op de spelersrekening;

e)    de plaats is waar het hoofdvermogen van de speler zich bevindt?

____________

1 Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.

1 Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen („Rome II-verordening”) (PB 2007, L 199, blz. 40).