Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 29 oktober 2003 ingesteld door Arizona Chemical BV, Eastman Belgium BVBA, Resinall Europe BVBA en Cray Valley Iberica SA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-369/03)

    Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 29 oktober 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Arizona Chemical BV, Almere, Nederland, Eastman Belgium BVBA, Kallo, België, Resinall Europe BVBA, Brugge, België, en Cray Valley Iberica SA, Madrid, Spanje, vertegenwoordigd door Claudio Mereu en Koen Van Maldegem, advocaten.

Verzoeksters concluderen dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren beschikking D(2003)430245 van de Commissie van 20 augustus 2003;

(te verklaren dat de opname van hars in bijlage I van richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen, onrechtmatig is;

(subsidiair, te verklaren dat de opname van hars in bijlage I niet van toepassing is op verzoeksters ingevolge artikel 241 EG-Verdrag;

(verzoeksters te vergoeden voor schade als gevolg van de vaststelling van de bestreden beschikking, ten belope van een provisioneel bedrag van 1 euro; of, subsidiair, de Commissie aansprakelijk te stellen voor met voldoende zekerheid voorzienbare dreigende schade, zelfs al kan de schade niet nauwkeurig worden geraamd;

(de Commissie in de kosten van het geding te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij de bestreden beschikking in casu wordt het verzoek van verzoeksters afgewezen om hars te schrappen uit de lijst van gevaarlijke stoffen in bijlage I van richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen(1).

Tot staving van hun beroep voeren verzoeksters aan dat de bestreden beschikking onrechtmatig is omdat werd besloten hars in de lijst op te nemen op basis van testresultaten met betrekking tot een verschillende stof, namelijk geoxideerd hars. Verder voeren zij aan dat de betrokken classificatie niet steunt op de conclusie van het wetenschappelijk onderzoek dat is uitgevoerd krachtens richtlijn 67/458, en uitgaat van de onjuiste premisse dat hars altijd geoxideerd hars voortbrengt en dat laatstgenoemde stof huidirritaties veroorzaakt bij normaal gebruik. Verzoeksters betogen tevens dat de bestreden beschikking onwettig is omdat zij is gebaseerd op het "voorzorgsbeginsel" dat niet van toepassing is op beschikkingen die zijn gebaseerd op een inschatting van het risico, dat de bestreden beschikking het EG-Verdrag schendt aangezien zij geen rekening houdt met nieuw, geavanceerd bewijsmateriaal inzake geoxideerd hars en, tot slot, dat de bestreden beschikking ook fundamentele beginselen van gemeenschapsrecht schendt, meer in het bijzonder de beginselen van rechtszekerheid, bescherming van het gewettigd vertrouwen en evenredigheid.

____________

1 - )PB P 196 van 16.8.1967, blz. 1; Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1967 blz. 234.