Language of document :

Arrest van het Hof (Negende kamer) van 16 mei 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Köln - Duitsland) – Touristic Aviation Services Limited / Flightright GmbH

(Zaak C-405/231 , Touristic Aviation Services)

[Prejudiciële verwijzing – Luchtvervoer – Verordening (EG) nr. 261/2004 – Compensatie aan passagiers bij langdurige vertraging van een vlucht – Artikel 5, lid 3 – Vrijstelling van de verplichting tot compensatie – Buitengewone omstandigheden – Gebrek aan personeel van de luchthavenexploitant die diensten bestaande in het inladen van de bagage verricht]

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landgericht Köln

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Touristic Aviation Services Limited

Verwerende partij: Flightright GmbH

Dictum

Artikel 5, lid 3, van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91

moet aldus worden uitgelegd dat

het feit dat de luchthavenexploitant die verantwoordelijk is voor het inladen van de bagage in de vliegtuigen over onvoldoende personeel beschikt, een „buitengewone omstandigheid” in de zin van deze bepaling kan vormen. Een luchtvaartmaatschappij waarvan de vlucht een aanzienlijke vertraging heeft gehad ten gevolge van een dergelijke buitengewone omstandigheid, wordt evenwel slechts vrijgesteld van haar verplichting om de passagiers een compensatie te betalen krachtens artikel 7 van deze verordening indien zij aantoont dat deze omstandigheid zelfs niet kon worden vermeden indien alle redelijke maatregelen waren genomen en dat zij de aan de situatie aangepaste maatregelen heeft getroffen om de gevolgen ervan te voorkomen.

____________

1 PB C 329 van 18.9.2023.