Mededeling in het PB
ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
van 14 oktober 2004
in zaak T-56/02, Bayerische Hypo- und Vereinsbank AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen1 (Mededinging - Artikel 81 EG - Overeenkomst over vaststelling van prijzen en berekeningswijze van provisie voor wisseltransacties - Duitsland - Verstekprocedure)
(Procestalen: Duits)
In zaak T-56/02, Bayerische Hypo- und Vereinsbank AG, gevestigd te München (Duitsland), vertegenwoordigd door W. Knapp, T. Müller-Ibold en B. Bergmann, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, betreffende een verzoek om nietigverklaring van beschikking 2003/25/EG van de Commissie van 11 december 2001 in een procedure op grond van artikel 81 EG - Zaak COMP/E-1/37.919 (ex 37.391) - Bankkosten voor het wisselen van eurozonevaluta's - Duitsland (PB 2003, L 15, blz. 1), heeft het Gerecht (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: P. Lindh, kamerpresident, R. García-Valdecasas en J. D. Cooke, rechters; griffier: H. Jung, op 14 oktober 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) Beschikking 2003/25/EG van de Commissie van 11 december 2001 in een procedure op grond van artikel 81 EG - Zaak COMP/E 1/37.919 (ex 37.391) - Bankkosten voor het wisselen van eurozonevaluta's - Duitsland, wordt nietig verklaard voorzover zij verzoekster betreft.
2) De Commissie wordt verwezen in de kosten.
____________1 - PB C 109 van 4.5.2002.