Language of document :

Arrest van het Hof (Negende kamer) van 14 maart 2024 – Europese Commissie / Republiek Polen

(Zaak C-452/22)1

[Niet-nakoming – Artikel 258 VWEU – Richtlijn (EU) 2018/1972 – Europees wetboek voor elektronische communicatie – Geen omzetting of mededeling van omzettingsmaatregelen – Artikel 260, lid 3, VWEU – Vordering tot veroordeling om een forfaitaire som en een dwangsom te betalen – Criteria voor de vaststelling van het bedrag van de sanctie]

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: U. Małecka, L. Malferrari en E. Manhaeve, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Dictum

De Republiek Polen is in de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 124, lid 1, van richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie tekortgeschoten doordat zij bij het verstrijken van de termijn die is vastgesteld in het met redenen omkleed advies, niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen heeft aangenomen die nodig zijn om te voldoen aan deze richtlijn, en doordat zij dergelijke bepalingen bijgevolg niet heeft meegedeeld aan de Europese Commissie.

De Republiek Polen heeft in haar niet-nakoming volhard doordat zij, toen het Hof de feiten onderzocht, niet de maatregelen had vastgesteld die nodig waren om richtlijn 2018/1972 om te zetten in haar nationale recht, en doordat zij dergelijke bepalingen bijgevolg evenmin had meegedeeld aan de Commissie.

Voor het geval dat de in punt 1 geconstateerde niet-nakoming zou voortduren op de datum waarop het onderhavige arrest wordt gewezen, wordt de Republiek Polen veroordeeld om de Commissie een dwangsom van 50 000 EUR per dag te betalen vanaf die datum totdat die lidstaat een einde maakt aan deze niet-nakoming.

De Republiek Polen wordt veroordeeld om de Europese Commissie een forfaitaire som van 4 miljoen EUR te betalen.

De Republiek Polen wordt behalve in haar eigen kosten verwezen in de kosten van de Europese Commissie.

____________

1 PB C 326 van 29.8.2022.