Language of document :

Beroep ingesteld op 10 februari 2014 – St’art e.a. / Commissie

(Zaak T-93/14)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: St’art – Fonds d’investissement dans les entreprises culturelles (Bergen, België), Stichting Cultuur – Ondernemen (Amsterdam, Nederland) en Angel Capital Innovations Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: L. Dehin en C. Brüls, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het verzoek ontvankelijk en gegrond te verklaren en bijgevolg de bestreden handeling nietig te verklaren:

meer bepaald het op 29 november 2013 geformaliseerde besluit van onbekende datum van de Europese Commissie om een bedrag van 140 500,01 EUR te vorderen van de vennootschap EDC in het kader van de aanbesteding „Factor SI.2.609157-2/G/ENT/CIP/11/C/N03C011”, om daartoe een debetnota op te stellen en de andere leden van het consortium zo nodig hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de betaling van dit bedrag.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

Eerste middel: schending van het recht op behoorlijk bestuur en met name van de motiveringsplicht, alsook van het legaliteitsbeginsel, voor zover het besluit van de Commissie om de voorschotten die in het kader van het project „C-I Factor” aan de vennootschap EDC waren gestort, terug te vorderen en dienaangaande verzoeksters, de leden van het consortium, hoofdelijke aansprakelijk te stellen, is gebaseerd op het onrechtmatige besluit om de subsidieovereenkomst te beëindigen.

Tweede middel: overschrijding en misbruik van bevoegdheid en schending van het recht op behoorlijk bestuur, van het beginsel van hoor en wederhoor en van het algemene beginsel „patere legem quam ipse fecisti”, aangezien uit de door de Commissie verstrekte gegevens niet kan worden afgeleid of zij de opmerkingen van het consortium waarvan verzoeksters deel uitmaken, heeft onderzocht, en aan de hand van deze gegevens niet kan worden achterhaald waarom zij het niet eens is met deze opmerkingen. Verzoeksters verwijten de Commissie eveneens dat zij hun niet de mogelijkheid heeft geboden om zelf de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen na te komen teneinde de eventuele tekortkomingen van EDC te verhelpen.