Arrest van het Gerecht van 25 juni 2015 – Iranian Offshore Engineering & Construction/Raad
(Zaak T-95/14)1
(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Beoordelingsfout – Motiveringsplicht – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Misbruik van bevoegdheid – Eigendomsrecht – Gelijke behandeling”)
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partij: Iranian Offshore Engineering & Construction Co. (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: J. Viñals Camallonga, L. Barriola Urruticoechea en J. Iriarte Ángel, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: Á. de Elera-San Miguel Hurtado en V. Piessevaux, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek om nietigverklaring van besluit 2013/661/GBVB van de Raad van 15 november 2013 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 306, blz. 18), en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1154/2013 van de Raad van 15 november 2013 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 306, blz. 3), voor zover deze handelingen betrekking hebben op verzoekster
Dictum
Het beroep wordt verworpen.
Iranian Offshore Engineering & Construction Co. zal haar eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie dragen.
____________1 PB C 102 van 7.4.2014.